Formeren: therapie in een boze samenleving
Formeren: therapie in een boze samenleving
13 september 2021
Het is misschien een spannende vergelijking, maar in de geestelijke gezondheidszorg proberen we moeizame groepsprocessen te begrijpen door ook naar onszelf, de behandelaars, te kijken.
Stel dat we de formerende partijen beschouwen als behandelaars en de samenleving als therapiegroep. Wat vertelt de onderlinge dynamiek van de behandelaars ons dan over onszelf? We zien een destructieve machtsstrijd en partijen die elkaar uitsluiten en op boze toon verwijten maken.
Daarmee houden zij ons een spiegel voor. Wat mij al een tijdje opvalt is de sluimerende boosheid in onze samenleving die steeds een nieuw doelwit zoekt. Deze boosheid wordt onvoldoende toegeëigend. Boosheid over het zwabberende coronabeleid richt zich op politici en jongeren die ‘Dansen met Janssen’. Boosheid over de trage formatie richt zich op kiezers die kozen voor de flanken. Die moeten maar opnieuw gaan stemmen als de middenpartijen er niet uit komen. Boze mensen zoeken een schuldige, een oplossing buiten zichzelf. Ondertussen zijn ze eigenlijk bang. ‘Komt het wel goed?’
Herman Tjeenk Willink raadde eind april de formateur aan om de gesprekken over de inhoud te laten gaan. Vanuit mijn vak herken ik die wens. Verleidelijk, want een conflict mijdende route. Maar is dat wel zo? In ons vak zeggen we juist: ‘De relatie moet eerst. De inhoud komt daarna wel’. En als ik zie hoeveel onderlinge boosheid er is, lijkt me dat juíst de geschikte weg.
Maar hoe kunnen we verstoorde relaties herstellen?
Als sluimerende, rondvliegende boosheid de relaties in een groep verstoort, is het raadzaam om als groepstherapeut deze boosheid naar je toe te trekken. Dat vereist moed, openheid, kwetsbaarheid en onderling vertrouwen, maar is vaak zeer informatief en helpend.
De groep kan elkaar pas weer beginnen te vinden wanneer ieder mag zeggen waar hij van baalt, wat de therapeut verkeerd zou hebben gedaan. De therapeut incasseert dit. Niet zuinig, maar royaal. Niet: ‘Sorry, dat heb ik verkeerd ingeschat’. Maar ‘Sorry, het heeft heel veel onveiligheid gegeven dat ik zo onduidelijk of impulsief was’. Je blijft niet bij jezelf en je eigen gedrag, maar je benoemt en erkent – ik herhaal - royaal wat het effect is geweest op de anderen. Dat is ‘de ander zien’.
Mark Rutte en Sigrid Kaag zijn in een machtsstrijd beland. Beiden willen niet opgeven. Beiden willen de leider zijn. Een echte leider durft de boosheid naar zich toe te trekken en de ander te zien. Dat maakt het veilig en geeft vertrouwen. Niet alleen aan henzelf, maar ook aan de samenleving. Wil de echte leider opstaan?
Nadine Boers-de Graaf is psychotherapeut in eigen praktijk. Ze kijkt vanuit haar werkkamer ook graag naar buiten.
Elke maandagmiddag verschijnt op deze plek een nieuwe column van een van onze columnisten. Na de zomer staan deze columns in het teken van de formatiebesprekingen. Eerder verschenen de columns 'Op verkiezingen voorsorteren? Eerst een minderheidskabinet proberen' van Arjan Westerveld en 'Stuur deze Tweede Kamer naar huis' van Jan Steven Eilander. Met deze columns faciliteert het Wetenschappelijk Instituut het partijdebat. De columns zijn op persoonlijke titel.