Geen gezin, maar gezien

Geen gezin, maar gezien

pexels-alex-green-5699489.jpg

22 augustus 2022 by Maria Tiggelaar

Vlak voor de zomer bepleitte Hepke Deelstra in zijn column dat de ChristenUnie in deze roerige tijden actief partij moet kiezen voor het gezin. Ik werd er eerlijk gezegd niet warm van. Terwijl ik juist zoveel mooie mogelijkheden zie voor de ChristenUnie in het huidige politieke klimaat.

Volgens Deelstra maakt de term ‘christelijk-sociale politiek’ tegenwoordig te weinig los. Hij wekt de suggestie dat de term voor mensen niets betekent of hen niet meer raakt, terwijl het ideaal van het gezin wél goed in de markt zou liggen. Deelstra bedoelde volgens mij te onderstrepen dat je iedereen de veilige omgeving gunt die een goed functionerend gezin kan bieden. Dat is een mooie boodschap, en ik hoop dat veel mensen zo’n stabiele en veilige omgeving kennen.

Toch zal hameren op ‘het’ gezin geen sluitende antwoorden bieden op de problemen van onze tijd. Stabiele en gezonde relaties kunnen hulp bieden en bepaalde problematiek voorkomen, zeker. Dit geldt zowel binnen als buiten gezinsverband. Maar dé grote vraagstukken van vandaag gaan veel verder dan wat stabiele relaties kunnen oplossen. Basale bestaansvoorwaarden zoals voldoende inkomen of huisvesting zijn momenteel voor te veel mensen onzeker. Gezinspolitiek heeft hierop geen antwoord. Christelijk-sociale politiek wel.

Met christelijk-sociale politiek bedoelen we enerzijds het sociale: het omkijken naar je naaste vanaf de plek waar jij bent geplaatst. En daarnaast het christelijke: het hogere, geloven in een leven met zin. De politiek kan helpen om de voorwaarden hiervoor te scheppen. Concreet vertaald gaat christelijk-sociale politiek dus over hoop scheppen op een zinvol leven – met name voor mensen voor wie dit niet vanzelfsprekend is.

De christelijke liefde daagt ons juist uit om op basis van gelijkwaardigheid een gemeenschap te vormen, en niet op basis van een gangbare mal. Door te focussen op het gezin, ga je juist voorbij aan dit streven. In plaats van omkijken naar ieder mens aan de rand van de weg, houd je hen een ideaalbeeld voor. Lijk je op dat beeld? Dan ben je verzekerd van aandacht en steun. Dat is weinig sociaal. Sterker nog, door te roepen dat je partij kiest voor ‘het’ gezin, druk je – bedoeld of onbedoeld - bepaalde mensen juist verder richting de marges van de samenleving.

Christelijk-sociale politiek biedt hoop voor iedereen die niet gezien wordt. Telkens opnieuw uitvinden wat dat betekent, gaat meer doen om kiezers te overtuigen dan hameren op gezinspolitiek. Laten we nieuwe kiezers overtuigen met een politiek van het ‘zien’.

Maria Tiggelaar heeft het Fellowsprogramma gevolgd en doet een promotieonderzoek naar bureaucratische belemmeringen in de uitvoering van overheidsbeleid aan de Universiteit Gent.

Elke maandagmiddag verschijnt op deze plek een nieuwe column. Met deze columns faciliteert het Wetenschappelijk Instituut het partijdebat. De columns zijn op persoonlijke titel.