Leren uit de praktijk - de rode lijn uit mijn onderzoek naar migratie

Leren uit de praktijk - de rode lijn uit mijn onderzoek naar migratie

vluchtelingenkamp kinderen spelen

15 juli 2021 by Laurens Wijmenga

Het valt mij op dat we, als het gaat om migratie, nauwelijks meer ergens van opkijken. Misschien kent u die ervaring. Een stroom aan mediaberichten stelt vrijwel wekelijks situaties van overlast en onrecht tegen migranten in Europa aan de kaak. De Europese aanpak van migratie sleept zich ondertussen van de ene crisis naar de andere. Hoopvolle én ook nog eens realistische oplossingen lijken heel ver weg. 

Ook het publieke debat over migratiebeleid zit op slot. Bij elk incident–een teruggeduwde rubberboot, een opgedoekte illegale huisvesting voor arbeidsmigranten - snellen opiniemakers naar voren om vanuit ingegraven posities elkaar te bestoken via Twitter of de opiniepagina's van kranten. In een essay dat ik vorig jaar publiceerde over dit onderwerp, getiteld ‘een goed verhaal over migratiebeleid’, gebruikte ik de metafoor van een loopgravenoorlog. Ondanks dat de strijd vaak stevig wordt gevoerd blijft het front, net zoals in een echte loopgravenoorlog, muurvast.

Ik wil met jullie verkennen of er een weg te vinden is uit de loopgraven. Is er een hoopvol en verbindend verhaal over migratiebeleid te vertellen? De afgelopen twee jaar ben ik voor het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie op zoek gegaan naar dit verhaal, naar een evenwichtig christelijk-sociaal antwoord op het vraagstuk van migratie.

Voor mijn onderzoek heb ik deskundigen mogen spreken van binnen en buiten de partij. Bestuurders en volksvertegenwoordigers op alle politieke niveaus. Uit de grote stad en het platteland. Ondernemers en vakbondsbestuurders. Werknemers van christelijke ontwikkelingsorganisaties en hulpverleners op Lesbos. Gewone leden en partijactivisten. En natuurlijk migranten zelf. Alles bij elkaar meer dan 100 gesprekken. Een flink deel van de gesprekken was mede door corona digitaal. Dat heeft natuurlijk allerlei nadelen. Het is lastig met elkaar te connecten via Zoom. Anderzijds, zonder Zoom en Teams had ik veel gesprekken, bijvoorbeeld met hulpverleners in Afrika en het Midden-Oosten, überhaupt niet kunnen voeren. En een aantal gesprekken was gelukkig fysiek. Zo ben ik een aantal keren op werkbezoek gegaan. Ik heb bijvoorbeeld een dag meegedraaid in een boerenbedrijf dat draait op arbeidsmigranten en heb enkele weken gewoond in Charlois, een wijk in Rotterdam met een flinke concentratie arbeidsmigranten.

Ook heb ik drie essays gepubliceerd over migratie. Het eerste essay, dat in mei vorig jaar is gepubliceerd, noemde ik net al. Dit essay ging over de christelijk-sociale waarden die in het geding zijn bij migratiebeleid. Het tweede essay, ‘Een goed verhaal over arbeidsmigratie’, is dit voorjaar gepubliceerd en het laatste, ‘Een goed verhaal over de oorzaken van migratie’, vorige week vrijdag. Al drie zijn te vinden op onze website. Naast nog ander materiaal, zoals een podcast van een pittige discussie met Rikko Voorberg.

Dé oplossing voor het migratievraagstuk heb ik tijdens de gesprekken niet gevonden. Maar tijdens de gesprekken stuitte ik wel op een belangrijke bouwsteen –wellicht het fundament- van een hoopvol en verbindend verhaal over migratiebeleid. Die bouwsteen is een gezond pragmatisme. Laat de praktijk de weg wijzen in het migratievraagstuk. Het denken vanuit een ideologie of systemen zit pragmatische oplossingen voor het migratievraagstuk niet zelden in de weg. Maar deze oplossingen komen wél op tafel als we in gesprek gaan met praktijkdeskundigen.

Maar misschien moet ik eerst een stap terugzetten. Mijn hypothese, mijn stelling was dat er wellicht in de praktijk wijsheid was te vinden die het migratiedebat een stap verder zou kunnen brengen. Er waren echter eerlijk gezegd momenten tijdens het onderzoek dat ik dat niet zo zag. Ik denk bijvoorbeeld aan gesprekken, soms kort na elkaar, waarbij deskundigen totaal tegengestelde visies op migratiebeleid formuleerden. En allebei bijzonder overtuigend, goed onderbouwd met argumenten en vanuit een oprechte eigen lezing van de Bijbel. Ik denk aan mijn pogingen om op basis van de verschillende geluiden over migratie één harmonisch christelijk-sociaal verhaal te componeren waarin ieder zich zou kunnen vinden. Het voelde als onbegonnen werk. Ik denk ook aan een moment waarin ik na bloed, zweet en tranen, een analyse, een in mijn ogen goed verhaal over migratiebeleid formuleerde. In een interview over dit eerste essay was ik onvoorzichtig in mijn woordkeuze. Dat was niet zo slim. Opeens zat ik zelf midden in de loopgraven van het gepolariseerde debat over migratie. Het was een heftige periode waarin ik wel eens een nachtje wat minder geslapen heb.

Maar toch waren er ook momenten van hoop en verbinding. Soms waren dat terloopse opmerkingen. Soms aan het einde van een gesprek, nadat eerst een visie die volgens de geïnterviewde sterk onderbelicht was in publieke discussie, te vuur en te zwaard was verdedigd. “Eigenlijk snap ik wel dat we er zo niet uitkomen”, verzuchtte men dan. En soms waren het onverwachte gesprekken. Bijvoorbeeld met een hulpverlener die al decennia in het Midden-Oosten werkte onder vluchtelingen. Ondanks zijn vrij sombere analyses over de geopolitieke oorzaken van migratie zag hij nog steeds voldoende kansen om de omstandigheden van vluchtelingen te verbeteren.

Daarom vond en vind ik deze benadering waardevol. Sommigen suggereren wel dat zij de oplossing voor het migratievraagstuk al gevonden hebben: bijvoorbeeld het herintroduceren van werkvergunningen voor Poolse gastarbeiders, een quotum voor asielzoekers of een Marshallplan voor Afrika. Maar de praktijk is complexer dan zij ons willen doen geloven. Deze wereld wordt met een ouderwets christelijk woord gekenmerkt door gebrokenheid. We moeten erkennen dat er geen oplossing is die vanuit elke invalshoek ideaal is.

Wat zijn die pragmatische oplossingen vraagt u zich nu misschien af? Vaak ontstaan die lokaal, in reactie op migratie. Denk bijvoorbeeld aan campussen voor arbeidsmigranten of een tijdelijke opvang voor dakloze migranten. Deze lokale initiatieven kunnen de levensomstandigheden van arbeidsmigranten concreet verbeteren én helpen om overlast voor omwonenden te voorkomen. Pragmatisme kan ook helpen bij de aanpak van de grondoorzaken van migratie. Zowel rechtse politici als linkse hulpverleners –om maar eens twee herkenbare groepen op te voeren- erkennen bijvoorbeeld dat voor veruit de meeste migranten die Europa bereiken economische motieven de belangrijkste reden vormen om te migreren. Dat geldt zelfs voor migranten uit erkende conflictgebieden als Syrië. Zij ontvluchten bovenal een land waar de economie mede door de Westerse sancties al jarenlang niet meer functioneert. Verschillende hulpverleners zijn daarom voorstander van een heroverweging van de sancties tegen Syrië. Wellicht moeten we daarbij, al is het knarsetandend, aan Rusland concessies doen.

Dat linkse hulpverleners en rechtse politici elkaar kunnen vinden als het gaat om de oorzaken van migratie illustreert dat de confrontatie met de praktijk ook tot verbinding kan leiden. Verschillen die op Twitter nog heel groot leken, worden kleiner als we rond de praktijk met elkaar in gesprek gaan. Het viel mij bijvoorbeeld ook op dat hulpverleners en politici over de belangrijkste pijlers van het Europese migratiebeleid niet eens zo verschillend denken. In elk beleid moet aandacht zijn voor het voorkomen van irreguliere migratie, verbetering van de opvang in de regio, terugkeer van afgewezen asielzoekers en bevordering van legale migratieroutes.

Daarmee zijn natuurlijk niet alle verschillen uitgevlakt. Hulpverleners, politici, en asieladvocaten leggen zo hun eigen accenten. Vaak speelt daarbij hun specifieke rol als belangenbehartiger voor een groep mensen mee. Het is nodig dat er specifieke mensen of organisaties opkomen voor de belangen van asielzoekers, voor bewoners die overlast ervaren van arbeidsmigranten, voor dakloze arbeidsmigranten of voor migranten aan de rafelranden van Europa. Het is goed dat er steeds mensen opstaan met actieplannen voor een beter migratiebeleid.

En ook voor een partij als de ChristenUnie is het goed verdedigbaar om hierbij een eigen keuze te maken. We hoeven niet altijd een bemiddelende, bestuurlijke rol te kiezen in het migratiedebat. We hoeven niet met meel in de mond te praten. Het kan legitiem zijn om partij te trekken voor de zwakkere, de underdog: vaak zijn migranten dat.

Ik heb gedurende het onderzoek met heel veel wat bevlogen mensen mogen spreken. Het pragmatisme waarover ik spreek kan dan wat koel en zakelijk overkomen. En spreken over pragmatisme is wellicht in christelijke kringen ook wat verdachts. Ik bedoel met pragmatisme echter geen postmodern relativisme of een ethiek waarbij ‘het doel de middelen heiligt'. Christelijk pragmatisme draait om haalbare oplossingen die werken in de praktijk en waarin steeds een echo – soms sterk, soms zwak – van christelijke idealen doorklinkt.

Volgens de filosoof en theoloog Reinhold Niebuhr moeten christelijke idealen eerst worden geconfronteerd met de complexiteit van de praktijk. Door daaruit lering te trekken, kan volgens Niebuhr de grootst mogelijke doorwerking van deze idealen worden bereikt. En dat is uiteindelijk toch ook wat we willen? Christelijk-pragmatisch handelen vergt dus allereerst een gedetailleerde kennis van praktijk. Laat de dilemma's uit de praktijk ten volle op je inwerken. Zie de andere kant van deze dilemma's. Denk niet te snel dat je de oplossing weet. Erken dat het migratievraagstuk misschien ingewikkelder is dan je vooraf dacht.

Laat de praktijk dus de weg wijzen in het migratievraagstuk. Dit is in de kern wat ik de afgelopen twee jaar gedaan heb. En ik wil jullie uitdagen om het ook te proberen. Om de praktijk met haar dilemma's te leren kennen zullen we zo in deelsessies verder praten. En ik verwacht dat daarbij ook concrete oplossingen op tafel komen die het vraagstuk van migratiebeleid een stapje verder kunnen helpen. Misschien vindt u de oplossingen die daar besproken worden niet de juiste. Maar gemakkelijke oplossingen voor het vraagstuk van migratie bestaan helaas niet. Elke oplossing kost ons iets. Op het oog steviger maatregelen, zoals het beperken van het recht op verblijf van arbeidsmigranten of een quotum voor asielzoekers, zijn -afgezien van de wenselijkheid- strijdig met belangrijke rechten zoals het vrije verkeer van medewerkers EU, het verbod op discriminatie of het recht om asiel aan te vragen. Rechten die trouwens ook voor Nederlanders gelden.

Tijdens het onderzoek heb ik mensen gesproken die bewust kozen om migratie vanuit een ander perspectief, bijvoorbeeld dat van de migrant, te bekijken. Dat vond ik bijzonder inspirerend. Soms lijkt het er dan op of –als het gaat om migranten- de normen van mensenrechten steeds weer verder buiten ons bereik komen te liggen. Misschien verklaart dit waarom het migratiedebat zo scherp wordt gevoerd. Maar laten we er toch voor kiezen om uit de loopgraven te stappen en samen het gesprek te voeren over oplossingen die recht doen én werken in de praktijk.

Een hoopvol en verbindend verhaal over migratie, begint met luisteren naar de praktijk. Laten we dat samen gaan doen. 

Laurens Wijmenga sprak deze lezing uit tijdens het migratiecongres van het WI op 9 juli jl.