Lessen uit Amersfoort

Lessen uit Amersfoort

1 december 2017 om 12:00 by Menno Tigelaar

De verhouding tussen lokale overheid en inwoners beweegt en ontwikkelt continu. De afgelopen decennia is in die verhouding veel veranderd. Inwoners worden meer dan vroeger betrokken bij de besluitvorming over hun eigen leefomgeving en komen zelf met initiatieven voor verbetering van die leefomgeving. Een mooie uitdaging voor lokale bestuurders: hoe creëer je draagvlak voor je beleid, hoe geef je ruimte aan betrokken inwoners in je gemeente? We hebben in Amersfoort geleerd dat het betrekken van inwoners bij het opstellen en uitvoeren van beleid kan resulteren in betere oplossingen en resultaten voor de stad. Dit artikel geeft vier voorbeelden uit de lokale Amersfoortse praktijk.

Daar waar vroeger het beleid en uitvoering vooral een zaak waren van de (lokale) overheid en de burger zich vooral liet horen op formele inspraakmomenten als hij het met de genomen besluiten niet eens was, zien we nu dat besluitvorming vaak op een andere wijze tot stand komt. Door samenwerking met inwoners en ondernemers en door gebruik te maken van de kennis en kunde die zij inbrengen, kom je tot betere plannen. Door samenwerking bij de realisatie van die plannen kun je meer realiseren dan zonder die samenwerking. De ene keer gaat dat beter dan een andere keer. Het lukt niet altijd om tot overeenstemming te komen. Wat in die gevallen belangrijk is, is dat een goed gekozen participatieproces wel duidelijk maakt welke belangen er spelen en dat de verschillende belangen op een heldere manier worden afgewogen. Het ene onderwerp leent zich beter voor een uitgebreid participatieproces aan de voorkant van besluitvorming, terwijl andere onderwerpen vragen om snelle en adequate besluitvorming of leiderschap van de overheid. Maar ook dan geldt dat er wel werk moet worden gemaakt van een zo breed mogelijk draagvlak voor het genomen besluit. Graag deel ik een aantal ervaringen over de wijze waarop wij in Amersfoort inwoners betrekken bij het opstellen en uitvoeren van plannen.

Beheer bosgebied
Voor een bosgebied aan de rand van Amersfoort hebben wij aan het begin van deze collegeperiode samen met inwoners een beheerplan opgesteld:

  • In de aanloop naar het nieuwe beheerplan had de gemeente al een aantal jaren goed overleg met een stichting die aandacht vroeg voor het behoud van een vitaal en soortenrijk bos en het herstel van cultuurhistorische waarden van het bos;
  • Om een beeld te krijgen over het gebruik van het bos en suggesties te ontvangen voor de verbetering van het bosgebied hebben wij een enquête gehouden onder inwoners en de resultaten daarvan meegenomen in de verdere uitwerking;
  • Bewoners konden hun mening geven tijdens een eerste participatiebijeenkomst en vanuit deze bijeenkomst hebben wij verschillende participatiegroepen rondom een aantal onderwerpen samengesteld;
  • Bewoners werden uitgenodigd voor een gezamenlijke wandeling door het bos om in gesprek te gaan over het concept beheerplan.

Ondanks dit zorgvuldig gekozen proces, kwam er behoorlijk wat kritiek van omwonenden los toen werd begonnen met de uitvoering van het beheerplan. Een grote groep inwoners verzette zich tegen de ingrepen die de gemeente, vanuit het beheerplan, noodzakelijk vond om het bos vitaal en veilig te houden. Terwijl wij in de veronderstelling waren dat we, op weg naar het nieuwe beheerplan, een groot aantal inwoners hadden bereikt en betrokken, bleek bij de uitvoering dat een grote groep inwoners of omwonenden zich niet kon vinden in de uitvoering van het plan.

Het is belangrijk om dan niet rigide vast te houden aan het doorlopen participatieproces, maar ervoor te zorgen dat je als lokale overheid ook aan die stem gehoor kunt geven. Met een vernieuwde werkgroep, bestaande uit een vertegenwoordiging van de nieuwe ‘actiegroep’, de eerder genoemde stichting en de participatiegroep zijn we in gesprek gegaan over een andere wijze van uitvoering die tegemoet kwam aan de verschillende belangen. Het mooiste resultaat was misschien wel dat daarbij niet alleen werd gesproken over de wijze van bosbeheer, maar dat er een groep vrijwilligers ontstond die zich een groot aantal dagdelen van het jaar beschikbaar stelde om exoten in het bos handmatig te bestrijden en zo te voorkomen dat deze met gif moesten worden bestreden. 

Vertrouwen terugwinnen is één, het ook behouden is een ander verhaal. Dat gaat niet vanzelf. Zo kwam de samenwerking onder druk te staan, na fouten in de uitvoering en moesten we opnieuw met elkaar om tafel. Na evaluatie, aanpassing van de uitvoeringsplannen en strakkere afspraken over de betrokkenheid van de werkgroep kon het vertrouwen worden teruggewonnen.

Waterwingebied
Dat een actiegroep een samenwerkingspartner van de gemeente kan worden, bewijst de nu al jarenlange samenwerking die Amersfoort kent bij het beheer van een ander groengebied in de stad. Nadat dit gebied zijn functie als waterwingebied had verloren en door de gemeente plannen werden opgesteld om (een deel van) dit gebied te bebouwen, verenigden inwoners uit de omliggende wijken zich in protest. Zij hebben op succesvolle wijze, door lobbywerk en een aantal publieke acties, bebouwing in en rond het Waterwingebied weten te voorkomen.

De vereniging verzette zich niet alleen tegen bebouwing, maar zette zich vervolgens ook in voor het behoud van de natuurlijke, ecologische en cultuurhistorische waarde van het gebied. Daarbij hadden zij forse kritiek op de gemeente over de uitvoering van het beheer van dit gebied. De les die toen werd getrokken was dat, wil je de inbreng van inwoners serieus nemen en gebruik maken van hun kennis en kunde, het van groot belang is de samenwerking met hen op te zoeken en het beheer en de inrichting van het gebied zien als een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Dat vroeg van beide kanten een behoorlijke omschakeling. Voor de gemeente betekende dit een beweging van technisch beheer naar maatschappelijk beheer: niet alleen de technisch vakinhoudelijke kant van het beheer was belangrijk, maar ook de wijze waarop er bij het opstellen en uitvoeren van plannen rekening werd gehouden met de belangen van omwonenden en hun inbreng. Voor de vereniging betekende dit een beweging van actiegroep naar een vereniging die medeverantwoordelijkheid wilde nemen voor het Groenbeheerplan en de daaruit voortvloeiende maatregelen. Dat heb je niet zomaar voor elkaar. Van beide kanten moest, zeker daar waar we een tijdlang tegenover elkaar hebt gestaan, het vertrouwen groeien om de inrichting en het beheer van het gebied als een gezamenlijke verantwoordelijkheid op te pakken.

Allereerst werd een Groenbeheerplan opgesteld, waarbij vanuit de inwoners (verenigd in de Vrienden van het Waterwingebied) een adviesgroep een stevige stem had in de inhoud van het plan. Vervolgens werd het plan uitgewerkt in een aantal maatregelen die op korte en langere termijn in het gebied moesten worden uitgevoerd.

De belangengroep heeft vervolgens een belangrijke bijdrage geleverd in de informatievoorziening over het Groenbeheerplan naar de omwonenden in de aanliggende wijken en vervult die rol nog steeds in het beheer en onderhoud van dit groengebied. In 2012 ben ik een eerste samenwerkingsovereenkomst met de Vrienden van het Waterwingebied aangegaan, waarin onder andere is vastgelegd dat zij toegang hadden tot de bouwvergaderingen met de aannemer en zij ook de beschikking en zeggenschap hadden over een deel van het budget, zodat er ruimte was prioriteit te geven aan ontwikkelingen die zij belangrijk vonden in de ontwikkeling van het gebied.

De samenwerking bestaat nog steeds: de overeenkomst verliep dit jaar, maar na een positieve evaluatie hebben we voor een periode van vijf jaar een nieuwe overeenkomst getekend.

Herinrichting openbare ruimte
Herinrichtingsprojecten in de openbare ruimte raken direct de leefomgeving van bewoners en omwonenden. Hier ligt bij uitstek de kans om dit soort projecten, daar waar mogelijk, gezamenlijk op te pakken. Voorheen haalden we tijdens inspraakavonden input op, waarbij het concept ontwerp al op tafel lag. Wensen en suggesties werden vervolgens verwerkt in het definitieve ontwerp. Tegenwoordig betrekken we inwoners in een aantal projecten aan de voorkant van het ontwerpproces. Bij één van de herinrichtingsprojecten waar nu aan wordt gewerkt, hebben we inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden in drie werkateliers gevraagd mee te denken over het ontwerp van het herinrichtingsgebied. Door vooraf de inhoudelijke randvoorwaarden te beschrijven was duidelijk welke ruimte inwoners hadden; voor sommige onderdelen ging het om reageren op voorstellen van de gemeente (bijvoorbeeld de aanleg van een gescheiden rioolstelsel, handhaving van het snelheids- en parkeerregime) en bij andere onderdelen was er ruimte voor advisering (groen, klimaatadaptatie, inrichting openbare ruimte). Vanuit de ateliers werden schetsontwerpen opgesteld die vervolgens aan de gemeente en omwonenden werden gepresenteerd. Dat leverde een mooie lijst aan ideeën en wensen op voor het gebied. De schetsontwerpen zijn vervolgens aangeboden aan de projectgroep die op basis hiervan een ontwerp zal opstellen.

Opvang vluchtelingen
Niet ieder onderwerp leent zich voor een uitgebreid participatietraject, maar ieder onderwerp leent zich wel voor zorgvuldige communicatie. Toen in 2015 een grote stroom vluchtelingen richting Nederland kwam kregen we ook in Amersfoort, net als in veel andere gemeenten, de vraag wat we als gemeente konden betekenen in de opvang van deze vluchtelingen. Voor het college en de raad was het vanaf het begin duidelijk dat de gemeente daarin haar verantwoordelijkheid moest nemen. De vraag was dan ook niet of we zouden moeten opvangen, maar wel hoe we daar invulling aan zouden kunnen geven. Hoe vullen we de zoektocht naar geschikte locaties in en op welke wijze kunnen we inwoners daarbij betrekken?

In heel Nederland werd duidelijk dat niet iedereen in de buurten en wijken een dergelijke opvang met groot enthousiasme zou ontvangen. Dat vraagt om zorgvuldige en heldere communicatie. Nog voordat locaties definitief als opvanglocatie werden aangewezen, ging de gemeente met omwonenden in gesprek, waarbij de boodschap was: “We gaan vluchtelingen opvangen en dat doen we mogelijk op deze locatie”. Om inwoners mee te nemen in de besluitvorming en open te staan voor suggesties en zorgen hebben we veel tijd en energie gestoken in communicatie.  Via een live-blog en e-mailservice konden inwoners de laatste ontwikkelingen volgen. Per brief werden inwoners direct na een collegebesluit op de hoogte gesteld en we hebben de gelegenheid geboden om persoonlijk het gesprek met ons aan te gaan. Direct omwonenden werden uitgenodigd voor een inloopavond waar zij persoonlijk in gesprek konden met onder meer bestuurders, ambtenaren, medewerkers van het COA en de wijkagenten. Zij konden daar hun zorgen delen, suggesties meegeven voor de uitvoering van het plan en voor de noodzakelijke randvoorwaarden. Wij hebben bewust gekozen voor een inloopbijeenkomst en niet voor een plenaire bijeenkomst met een bestuurderstafel op een podium tegenover een volle zaal. Krijg je daarmee alle handen op elkaar? Nee niet altijd, maar het heeft wel tot meer en beter gesprek geleid en tot meer wederzijds begrip, want het bood iedereen de gelegenheid om zijn of haar verhaal te delen.

De opvang van vluchtelingen in Amersfoort is voorspoedig verlopen, ook in het contact met de mensen uit de wijken. Wat in Amersfoort overigens ook zeer positief opviel, was het zeer grote aantal vrijwilligers, met name vanuit kerken, dat ondersteuning bood bij de opvang. Het aantal vrijwilligers was vele malen groter dan het aantal mensen dat protest tegen de opvang van vluchtelingen uitte. De verlengde crisisnoodopvang is zes weken lang open geweest en bijna geheel bestierd door vrijwilligers.

Lessen
Het betrekken van inwoners bij het opstellen van beleid en/of de uitvoering van beleid heeft zich in Amersfoort geleidelijk aan ontwikkeld. Onze belangrijkste lessen:

  • Wees vooraf helder over het onderwerp, het proces en de ruimte voor participatie. Gaat het nog om de of-vraag of staat die al vast? Of gaat het nog alleen om de hoe-vraag?
  • Breng alle stakeholders zo goed mogelijk in beeld.
  • Stel vooraf duidelijk vast wat de inhoudelijke en financiële kaders zijn, maar kom daar ook niet meer op terug op moment dat de uitkomst past binnen de vooraf opgestelde kaders.
  • Durf tijdens de uitvoering het proces of de plannen bij te stellen, uiteraard voor zover dat mogelijk is.


Drs. Menno Tigelaar is wethouder voor de ChristenUnie in gemeente Amersfoort