Zorgzame gemeenschap: van levensbelang
Zorgzame gemeenschap: van levensbelang
24 november 2025
Er is de afgelopen jaren veel geschreven over het thema ‘gemeenschap’ en hoe we zorg kunnen dragen voor elkaar. De maatschappelijke context zorgt ervoor dat verzorging en verpleging in professionele vorm niet altijd geleverd kunnen worden. Geen populaire boodschap, maar wel een feit. Het onrustige wereldtoneel, uitval en uitputting van energiebronnen zorgen ervoor dat de rol van de gemeenschap weer een herwaardering krijgt. We moeten niet alleen een noodpakket in huis hebben, maar vooral ook samen met de straat of buurt onze weerbaarheid vergroten.
Toen ik een kwart eeuw geleden ging studeren en werken in de zorg kon ik terecht in een zusterflat. Ik was jong, net achttien jaar, maar superblij met mijn eigen twaalf vierkante meter. In de zusterflat woonden meerdere leeftijdsgenoten. We aten met elkaar, gingen met elkaar uit en deelden ons lief en leed. In die periode was de zusterflat voor mij een zorgzame gemeenschap.
Vandaag is het anders. Als je gaat studeren of als jongere toe bent aan de volgende stap, zoals een plek voor jezelf, dan is die plek niet zomaar gevonden. Er zijn allerlei redenen waarom de woningmarkt nu niet de mogelijkheid biedt om zelfstandig te wonen. Welke leeftijd we ook hebben, wat de situatie in ons leven ook is, we hebben een plek nodig waar we gewenst zijn, gezien worden en bereid zijn om elkaar te steunen.
Zorgen voor elkaar in een gemeenschap is geen oplossing bedacht voor schaarste van personeel. Een zorgzame gemeenschap is van levensbelang. ‘Ubuntu’ is vast niet toevallig Afrikaanse wijsheid; ‘ik ben, omdat wij zijn’. Zorgen voor elkaar heeft op zichzelf waarde voor de zorgvrager én de zorgdrager. Het toont hoe we allemaal kwetsbaar en afhankelijk zijn als mensen. Ook al waren we dat een beetje afgeleerd in onze als-ik-het-maar-goed-heb-samenleving.
Voor christenen heeft onderlinge verbondenheid nog een extra dimensie. Juist in onze afhankelijkheid en op plekken waar het moeilijk of donker is, kan God iets van zichzelf laten zien door lichtpuntjes van aandacht en zorgzaamheid. Ieder mens heeft iets te bieden aan de Ander, hoe afhankelijk je ook bent. ‘Er zijn en gezien worden’ is geen economisch, maar een basaal sociaal en wederkerig principe. Zonder deze uitwisseling verdwijnt de zuurstof uit ons leven.
Het vraagt keuzes van ons om tijd te maken. Tijd om open te staan voor die Ander en om onderdeel van een gemeenschap te willen zijn. Het is niet voor niks dat we onze familieverbanden, onze sociale kringen en maatschappelijke organisaties waarderen en koesteren in de christelijk-sociale politiek. Dat is niet conservatief, of soft, maar van levensbelang.
Ik pleit er dan ook voor dat christelijk sociale politiek – of het nu lokaal, landelijk of globaal is – er altijd op gericht is dat ze alle beschikbare middelen zodanig inzet dat ze dienstbaar is aan het mogelijk maken, beschermen en in stand houden van zorgzame gemeenschappen. Gemeenschappen die je welkom heten ongeacht je godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid.
Thera de Haan is voorzitter van het Themanetwerk Zorg van de ChristenUnie