Gesprek over de dood moet niet alleen gaan over euthanasie
Gesprek over de dood moet niet alleen gaan over euthanasie
25 maart 2024
Het sterven van voormalig premier van Agt en zijn vrouw gaf de media aanleiding om te berichten dat duo-euthanasie toeneemt. De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor het zelfgekozen levenseinde. Het is goed dat er wordt gesproken over de dood, maar media én overheid moeten euthanasie niet verheerlijken.
In de media zijn niet alleen steeds vaker berichten over het zelfgekozen levenseinde, ze nemen ook meer uiteenlopende vormen aan. Zo schrijft NOS over de stijgende belangstelling voor het begeleid stoppen met eten en drinken en wordt aan tafel bij Op1 gesproken met ouders die hun kind hebben moeten loslaten omdat ze euthanasie kregen na ondragelijke psychiatrische klachten. Zelfs op Youtube kanaal Roddelpraat, waar normaal gesproken de laatste shownieuws roddels satirisch worden besproken, gaat het over het zelfgekozen levenseinde van de 28-jarige Dennis Schouten.
Het is wonderlijk hoe zoiets persoonlijks en kwetsbaars zo publiek besproken wordt. Je vraagt je af hoe deze verhalen en beelden ons denken over sterven vormen. Vaak versterken ze vooral het eenzijdige beeld van zelfbeschikking en maakbaarheid. Verhalen doen ertoe voor beeldvorming, daarom is het goed dat er ook verhalen gedeeld worden die niet met de dood eindigen.
Toch is positief dát er gesproken wordt over de dood. In 2022 startte SIRE een campagne: ‘de dood, praat erover’. Blijkbaar is de dood voor een groot deel van Nederland nog een taboe. Door de vele berichtgeving rondom de (zelfgekozen) dood realiseren we ons misschien dat het goed is om actief na te denken over het levenseinde en hoe dat er voor jezelf en je naasten idealiter uit zou zien. In zorgtermen heet dat Advance Care Planning, vroegtijdige gespreksvoering over je persoonlijke waarden en wensen en welke zorg rond het levenseinde daarbij past. Wil dit gesprek open gevoerd worden, dan is het belangrijk dat de publieke beeldvorming niet alleen bepaald wordt door voorbeelden van actieve levensbeëindiging, maar ook door beelden van aandachtsvolle zorg en nabijheid in de laatste levensfase. Beide narratieven zouden zowel de mooie als de moeilijke kanten van de dood moeten tonen. Daarmee wordt meer recht gedaan aan de werkelijkheid dan nu het geval is.
Het is aan zorgmedewerkers, vrijwilligers en familieleden om onderling in gesprek te gaan. Daarnaast moeten de overheid en politici blijven reflecteren, bijvoorbeeld tijdens debatten, op het gevaar van eenzijdige beeldvorming over de dood.
Wieke Ligtenberg is promovendus bij het prof. dr. G.A. Lindeboom Instituut en de Theologische Universiteit Utrecht waar ze onderzoek doet naar (de ethiek van) regionale verschillen in euthanasiecijfers