Goed kwaad benoemen
Goed kwaad benoemen
16 oktober 2023
Afgelopen juni rapporteerde het Europese drugsagentschap EMCDDA opnieuw een stijging van het aantal drugsdoden in Europa. Nederland neemt hiervan ruim 16% voor haar rekening. Waar een klein land groot in kan zijn. We moeten wat kwaad is goed blijven benoemen.
Toen ik bovenstaand nieuwsbericht las werd ik even goed kwaad. Een boek vloog door mijn kantoor. Na een kop koffie ging het wel weer en schoof het nieuwsbericht weer naar de achtergrond. Als directeur van een preventieve zorgorganisatie houd ik me intensief bezig met het zich stil voltrekkende drugsdrama. In onze gepolariseerde polder moet dat wel op een pragmatische manier. Omdat er zo verschillend over drugsbeleid wordt gedacht, gaat het gesprek vooral pragmatisch over wat preventief “werkt” en wat “niet werkt”. Ik stel vast dat de morele kant van de discussie relatief is gemaakt of helemaal individueel wordt aangevlogen. Totdat ik “Ongeloof en revolutie” (1847) van Groen van Prinsterer las, meende ik dat dit typisch iets was van onze tijd.
Het relativeren en individualiseren van de moraal begon echter al tijdens de Verlichting. Dit bracht ons het gedoogbeleid. Met het gedoogbeleid verschoof de sociale norm. Met de verschoven sociale norm kwam een lagere risicowaarneming onder jongeren. Drugsdoden markeren waar een absolute grens relatief gemaakt is. En toch hoor ik in discussies steeds weer dat het hele probleem opgelost is als alle drugs worden gelegaliseerd.
Drugs zijn echter niet slecht omdat ze verboden zijn, ze zijn verboden vanwege het intrinsieke slechte dat ze voortbrengen. In lijn met wat Groen stelt: met groeiend ongeloof wordt politiek pragmatischer en amoreler. Terwijl christelijke politiek juist wordt gekenmerkt door het erkennen van een absolute maat van goed en kwaad.
Laten we dat niet vergeten als we druk zijn met compromissen en pragmatisch beleid om tot verbeteringen te komen. En ook als we iets willen betekenen voor slachtoffers van seksuele uitbuiting, de onrechtvaardige verdeling van klimaateffecten of inhumaan vluchtelingenbeleid. En dichter bij huis: de slachtoffers van economische groei van Schiphol, Tata Steel of de Chemours fabriek bij mij op de hoek.
In een samenleving waarin de absolute morele maat uit beeld is geraakt, ligt er een kans en opdracht voor christelijke politiek om de harde grens tussen goed en kwaad te blijven benoemen.
En word af en toe goed kwaad.
Jan Pieter Verweij is directeur van Chris en Voorkom, raadslid in Sliedrecht en kandidaat Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie