Laten we afrekenen met de toetsdruk in het onderwijs

Laten we afrekenen met de toetsdruk in het onderwijs

pexels-rdne-stock-project-6936013.jpg

12 mei 2023 by Ingrid Paalman en Marjolein Hartman

In april benadrukte Dennis Wiersma, de minister voor het primair en voortgezet onderwijs, dat toetsen een leerling moeten helpen in zijn ontwikkeling. Maar in een brief aan de Tweede Kamer legt hij weer de nadruk op het voldoen aan normen. Het is tijd voor een duidelijke koers: we moeten minder gaan toetsen en nadrukkelijk aandacht besteden aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren in de breedste zin van het woord. 

Toetsen, zo stelt Wiersma terecht in zijn brief, moeten leerlingen helpen bij het ontdekken van hun talenten en zijn niet bedoeld om ten opzichte van anderen vergeleken te worden. Mensen, en dat begint al vanaf de peuterleeftijd, leren met vallen en opstaan. Het ontwikkelen van kinderen stopt niet na het leren lopen, nog vaak zullen ze (vaak letterlijk) hun neus stoten. In onze maatschappij zijn veel zaken ingebouwd om niet te hard te vallen, wat al tot uiting komt in de rubberen tegels in de speeltuin.

Volwassenen proberen bovendien op allerlei manieren het leerproces op school, en dan specifiek de toetsresultaten, van kinderen te volgen. Zo zijn ouders in staat om via apps hun kind te volgen: nog voor het kind thuis is kunnen ouders behaalde cijfers inzien. Een keer spijbelen is er ook niet bij, want de afwezigheid wordt geregistreerd en is meteen inzichtelijk. Dit beperkt de ruimte voor een kind om een misstap te maken, te experimenteren of een flinke onvoldoende weg te werken. En dat is juist van levensbelang in de algehele ontwikkeling van je mens-zijn.

In een recente commentaar in het Nederlands Dagblad wordt het volgen van kinderen via de verschillende onderwijsapps in een adem genoemd met de toetsdruk in het onderwijs. Leerlingen ervaren veel stress van toetsen en de bijbehorende cijfers. Weliswaar wordt er getoetst om de behaalde en ontwikkeling van de leerling in beeld te brengen, toch worden toetsen veelal ervaren als ‘afrekenmomenten’. Het is daarom niet vreemd dat er stemmen opgaan in het onderwijs die pleiten voor minder toetsen en meer aandacht voor het echt goed kijken naar de brede ontwikkeling van het kind en de jongere.

De mogelijkheid om fouten te maken, daarvan te leren, maar zonder meteen afgerekend te worden geeft ruimte om te proberen, te zoeken wat echt bij je past en dat te kunnen verkennen en ontwikkelen. Als iets een taak is van het onderwijs dan zou dat moeten zijn: kinderen en jongeren helpen in hun ontwikkeling. Docenten zijn daar goed in, laten we hen de ruimte geven om deze taak goed vorm te geven.

Ingrid Paalman en Marjolein Hartman zijn werkzaam in het onderwijs en schreven deze column namens het ChristenUnie themanetwerk onderwijs.