Stop de cultuurstrijd over bijzonder onderwijs
Stop de cultuurstrijd over bijzonder onderwijs
3 oktober 2022
Je kon er vergif op innemen dat de oprichting van de Renaissanceschool in Almere door iemand zou worden aangegrepen om te stellen dat het nu toch echt tijd is om afscheid te nemen van artikel 23 van de Grondwet. Maar dat deze voorspelbare oproep van Gerdi Verbeet kwam verbaasde me.
De voormalig PvdA-politica meent dat het bijzonder onderwijs een “bedreiging voor onze open samenleving” is. Het ooit zo tolerante Nederland is volgens haar vervallen tot een land waarin het onrustig is, waar mensen niet meer met elkaar in gesprek willen gaan en waar de onvrede groeit. Verbeet vraagt zich af, hoe we ervoor kunnen zorgen dat Nederland het tolerante land van weleer blijft. Het antwoord laat zich raden: [tromgeroffel…] het onderwijs – de oplossing voor al uw maatschappelijke problemen!
Wat volgt is een verhaal over een geromantiseerd verleden, waarin de docenten hun leerlingen tenminste nog kenden en hen respect voor andermans mening bijbrachten. Een verleden waarin leerlingen van verschillende sociale klassen elkaar op school ontmoetten en zo leerden omgaan met verschillen.
Verbeets analyse van het probleem is duidelijk: het hedendaagse onderwijs is gesegregeerd en de kansenongelijkheid groeit. En voor dit probleem zou de afschaffing van het bijzonder onderwijs de oplossing zijn?
Het is moeilijk te begrijpen waarom een sociaaldemocraat als Verbeet de discussie over kansenongelijkheid verbindt met cultuurstrijd.
Ze toont daarmee weinig oog te hebben voor de fundamentele oorzaak van kansenongelijkheid: de klassenstrijd. Want wanneer ze stelt dat rijke ouders hun kinderen naar een school van hun voorkeur kunnen sturen en dat kinderen uit arme gezinnen lagere schooladviezen krijgen, dan gaat het primair over een verdelingsvraagstuk. Over (on)gelijke kansen als gevolg van de sociaaleconomische positie van de ouders en niet over de financiering van onderwijs op levensbeschouwelijke basis.
Het is een bekende val: de aandacht van reële maatschappelijke vraagstukken afleiden door een het probleem te reduceren tot een cultuurstrijd. Van rechts zijn we dit inmiddels gewend – het Wilhelmus-voorstel van Sybrand Buma indachtig. Maar van een van oudsher linkse partij zou men verwachten dat daar oog is voor verschillen in vermogen, inkomen en sociaal kapitaal. En dat men daar ook wat aan wil doen!
In plaats van rechtse argumenten te bezigen, zouden linkse partijen zich beter kunnen richten op een versterking van openbaar onderwijs, met goed opgeleide docenten en voor levensbeschouwelijke diversiteit. Zodat de invloed van de bankrekening van de ouders op het welbevinden van het kind tot het minimum kan worden beperkt.
Djarno Wiegman is docent Levensbeschouwelijke Vorming en Filosofie in het Voortgezet Onderwijs
Elke maandagmiddag verschijnt op deze plek een nieuwe column. Met deze columns faciliteert het Wetenschappelijk Instituut het partijdebat. De columns zijn op persoonlijke titel. Wilt u zelf een column schrijven, stuur dan een email naar laurenswijmenga@christenunie.nl.