Tegenspraak is essentieel in een democratische rechtsstaat
Tegenspraak is essentieel in een democratische rechtsstaat
27 juni 2022
Kritische geluiden van buiten de overheid, maar zeker ook van binnenuit zijn essentieel om tijdig overheidsbeleid of wetgeving te corrigeren wanneer dat nodig is.
Een citaat van Herman Tjeenk Willink, voormalig vicepresident van de Raad van State: “Waar institutioneel tegenwicht ontbreekt, tegenspraak niet wordt gehoord en verantwoordelijkheden door elkaar overlopen komt vroeg of laat de stabiliteit van de democratische rechtsstaat in gevaar.“
Recent bleek dat hoge ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken geprobeerd hebben om interne kritiek op de invoering van de Omgevingswet binnenskamers te houden. Meerdere klokkenluiders gaven bij Eerste Kamerleden aan dat ambtenaren onder druk werden gezet om een goed beeld neer te zetten van dit proces.
En dit gebeurt vaker. Kort hierna kwam naar buiten dat ambtelijke stukken, waaruit blijkt dat de huidige regelgeving voor terugkeer van gedetineerden te hardvochtig is en er amper aandacht is voor het opnemen van ex-gevangenen in de samenleving, niet naar de Tweede Kamer zijn gestuurd. Dit zijn slechts twee voorbeelden van bewust onjuist of onvolledig informeren van onze volksvertegenwoordiging, met alle risico’s van dien.
Waarom is het rationeel om kritische geluiden terzijde te schuiven of binnenskamers te houden? Het helpt in ieder geval niet dat de wetgevende en uitvoerende macht dichter tegen elkaar zit dan misschien wenselijk zou zijn. Uitvoerende organisaties en ook rijksinspecties vallen regelmatig onder de verantwoordelijkheid van dezelfde minister. Het is dan gemakkelijker om te koersen op uniforme beeldvorming.
Wanneer deze machten met verschillende verantwoordelijkheden zo dicht tegen elkaar zitten, kan de verleiding immers groot zijn om vanuit politieke motieven druk uit te oefenen. Onwelgevallige of kritische boodschappen naar buiten brengen kan inderdaad pijnlijk zijn voor een bestuurder. Er ligt dus ook een verantwoordelijkheid bij onze volksvertegenwoordigers en media om niet door te schieten in een afrekencultuur. Zo’n cultuur bevordert een transparante bestuurscultuur namelijk niet.
Zowel het overbrengen als het ontvangen van een kritische boodschap moet gemakkelijker worden. Het besef dat we onderdeel zijn van een groter geheel en we elkaar nodig hebben om tot verbetering te komen, zorgt voor een minder krampachtige reactie bij zowel bestuurders als volksvertegenwoordigers.
Volksvertegenwoordigers kennen een bestuurder teveel eer toe, wanneer hij of zij alleen verantwoordelijk wordt gehouden voor het falen van een wet. En bestuurders zouden een kritisch tegengeluid niet als lastig moeten ervaren, maar omarmen om tijdig te komen tot betere wet- en regelgeving, ten gunste van het publieke belang.
Maartje Stahlie is deelnemer aan het Fellowsprogramma 2022, student Bestuurskunde aan Universiteit Twente, stagiair bij Groep Omtzigt en heeft geschreven aan een initiatiefnota over de onafhankelijkheid van rijksinspecties.
Elke maandagmiddag verschijnt op deze plek een nieuwe column. Met deze columns faciliteert het Wetenschappelijk Instituut het partijdebat. De columns zijn op persoonlijke titel.