Bruggenbouwers en heilige woede
Bruggenbouwers en heilige woede
21 maart 2021
Verslag bestuurdersdag 'tijd voor het midden'
'Wij en zij.' Dat is de manier waarop steeds meer mensen denken. Het lijkt erop dat tegenstellingen en scheidslijnen in de samenleving sterker worden. Polarisatie kan extreme gevolgen hebben: de Rwandese geoncide (1994) is een gruwelijk voorbeeld van wat er kan gebeuren als je elkaar alleen als onderdeel van een groep ziet. Hoe kunnen we destructieve polarisatie tegengaan en dus gaan ‘de-polariseren’? Filosoof Bart Brandsma denkt daarover na en sprak hierover op de afgelopen bestuurdersdag van de Bestuurdersvereniging van de ChristenUnie. In dit artikel een verslag en reflectie op de bijdrage van Brandsma.
Foto: Folkert Rinkema.
Wat is polarisatie? | Brandsma ziet wereldwijd polarisatie toenemen. Na de aanslagen op 11 september 2001 staan steeds vaker groepen tegenover elkaar. Hoe ga je als politicus om met thema’s die sterk gepolariseerd zijn? Daarvoor is het eerst nodig te weten wat polarisatie is. Volgens Brandsma, is het ‘wij-zij’ denken een gedachte- en taalconstructie. Een gedachte als: ‘daar heb je weer zo’n…’ laat dit zien. Je bent ook polariserend bezig als je het woord ‘gelukszoeker’ gebruikt om daarmee een vluchteling aan te duiden.
Polarisatie wordt vaak verward met het begrip crisis, aldus Brandsma. Bij polarisatie doen plaats en tijd er echter niet toe, terwijl er bij een crisis juist wel sprake is van plaats, tijd en probleemeigenaren. Een voorbeeld is de dood van George Floyd in de Verenigde Staten. De betrokkenen waren Floyd, de politie en de omstanders. Plaats en tijd zijn duidelijk. Dit thema werd later polariserend met de protestacties van BlackLivesMatter. Mensen zetten elkaar weg als ‘racist’ of ‘oproerkraaier’, categorieën zonder een plaats en tijdsaanduiding.
Brandsma formuleert drie basiswetten over polarisatie:
- Polarisatie is geen conflict, maar een gedachtenconstruct (waar we allemaal aan mee doen).
- Polarisatie heeft brandstof nodig. De ene pool zegt iets over de identiteit van de andere pool. Dit proces versterkt de tegenstelling.
- Bij polarisatie staat het gevoel centraal en niet de feiten. Een voorbeeld is het verhaal van Marianne Vaatstra: zij werd vermoord door een Nederlandse boer en toch blijven sommigen eraan vasthouden dat asielzoekers dat hebben gedaan.
De samenleving als spanningsveld | Voor politici is het interessant te kijken hoe polarisatie werkt in de samenleving. Volgens Brandsma zijn bij een maatschappelijk thema altijd verschillende groepen te onderscheiden. Er zijn de ‘pushers’ de ‘joiners’ en de ‘middengroep’, die allemaal met elkaar in verband staan en allemaal anders met het debat omgaan (zie het model van Brandsma op de volgende pagina).
Pushers zijn de aanjagers van polarisatie. Verwant aan deze pushers zijn de joiners. Dit zijn mensen die zeggen: ‘ik ben het niet helemaal met hem [pusher] eens, maar hij heeft wel een punt.’ De joiners claimen wat meer nuance en redelijkheid. Ten slotte is er de grote groep mensen die zich in het midden begeeft. Het midden bestaat uit allerlei groepen:
- Onverschilligen
- Zeer betrokkenen;
- Beroepsneutralen: zij zijn beroepshalve ‘verplicht’ neutraal te zijn (bijv. politie en docenten);
- Bruggenbouwers;
- Zondebokken.
Hoe ziet Brandsma de rol van pushers? Het is gemakkelijk om een pusherte zijn, want je claimt voor 100% gelijk te hebben en niet 96% - dat voelt heerlijk. Pushers zijn nodig om iets te agenderen. Een pusherbij uitstek is vertrekkend VS-president Donald Trump, die vaak in tegenstellingen spreekt. Brandsma stelt dat een politicus op sommige thema’s juist een pushermoet zijn, maar tegelijkertijd moet hij of zij niet vergeten om zo nu en dan het midden op te zoeken.
In Nederland wordt polderen, het met iedereen de dialoog aangaan, vaak als beste oplossing gezien, maar de dialoog voeren met pushers werkt vaak niet. Als de twee kampen tegenover elkaar staan, worden die kampen bij een dialoog alleen maar bevestigd in hun frustraties naar elkaar. Bij toenemende polarisatie zal de pusher steeds extremer worden om op te blijven vallen.
Volgens Brandsma zijn bruggenbouwers vaak niet de oplossing om polariserende geluiden tegen te gaan. Bruggenbouwers proberen de twee groepen die tegenover elkaar staan bij elkaar te brengen. Dit doen ze door een tegengeluid te laten horen, waarmee ze andere brandstof aan het debat toevoegen. Een burgemeester ging het gesprek aan met voor- en tegenstanders van Zwarte Piet en probeerde de nuance op te zoeken. De burgemeester was naderhand erg teleurgesteld toen bleek dat de twee groepen toch actie gingen voeren, ondanks de onderlinge afspraak om dat niet te doen. De bruggenbouwer wordt niet altijd op prijs gesteld – al denkt hij vaak van wel, zo stelt Brandsma.
Bondgenoten-methodiek | Wij-zij denken zorgt voor conflict en polarisatie, maar is tegelijkertijd onuitroeibaar en soms ook nuttig. Je afzetten tegen een dictatuur kan bijvoorbeeld erg helpen om jouw doelen te bereiken. De lezing van Brandsma doet al snel denken aan populistische partijen en politici die met hun polemische uitspraken verwijdering veroorzaken en sturen op onrust. Tegelijkertijd appelleren ze aan gevoelens van veel kiezers. Ongenoegen dat vroeger leidde tot stakingen en protestmarsen, wordt nu continu via social media geventileerd. Trump strooit bijvoorbeeld op Twitter met polemisch taalgebruik en maakt daarmee veel thema’s zwart-wit.
Met de opkomst van social media verlaten veel mensen gemakkelijk de middenpositie. Vlogger Famke Louise kan hierdoor binnen luttele minuten wereldkundig maken dat zij tegen de overheidsmaatregelen is door de hastag: #ikdoenietmeermee. Als je als politicus niet mee wilt in zowel de groep ‘ik doe wel mee’, als in de groep ‘ik doe niet meer mee’, kom je in een middenpositie terecht, die ook onveilig kan zijn. Het gevaar dreigt dat je hierdoor zelf een zondebok wordt, omdat je geen kamp kiest. Van beide kampen moeten de mensen het ontgelden die zich niet uitspreken. De cruciale vraag is dan ook of het met alle social media-‘geweld’ überhaupt nog mogelijk is om tegengas te bieden aan het wij-zij-denken. Kun je, kortom, ook depolariseren wanneer dat nodig is? En hoe dan?
Dit doe je door mensen die in het midden willen staan en de toon veranderen op te zoeken en bij elkaar te brengen. Brandsma noemt dit de ‘bondgenoten-methodiek’. Het beginpunt voor het depolariseren is duidelijk krijgen wat het vraagstuk is. Om erachter te komen welk vraagstuk bij de ander leeft, is het nodig om de ander te begrijpen. Daarvoor moet je luisteren. Vertel niet gelijk jouw visie maar probeer helder te krijgen wat de ander wil. Zodra duidelijk is welke verlangen er bij de ander leeft, kun je dat verlangen vertalen naar een algemeen vraagstuk. Bij het formuleren van het vraagstuk zijn vier zaken van belang:
- Wat is mijn doelgroep?
- Wat is exact het vraagstuk?
- Welke posities zijn er bij dit vraagstuk?
- Welke toon moet ik aanslaan?
Zodra antwoord is gevonden op de bovenstaande vragen kan je op zoek gaan naar een bondgenoot, aldus Brandsma. De polen (oftewel de pushers) kunnen worden afgestreept. Zij hebben geen behoefte aan een ander geluid en willen al helemaal niet water bij de wijn doen als het gaat om hun visie. Het doel is niet proberen de polen te bestrijden en uitleggen waarom zij het niet bij het rechte eind hebben. Een veel effectievere methode is het versterken van het midden. Je past je doelgroep aan. Deze aanpak vergt wel doorzettingsvermogen en geloof, want, in Brandsma’s woorden: “Je wordt niet gezien, krijgt geen Nobelprijs, en verandering kost tijd”. Bovendien kan het erg lastig zijn om te bepalen wie de influencer ‘in het midden’ is.
Hoopvol realistisch | Tijdens het luisteren van het betoog van Brandsma kan de moedeloosheid toeslaan. Gelukkig zijn er genoeg voorbeelden van situaties waarbij polarisatie nuttig is of het tij wel kan worden gekeerd. De situatie in Wit-Rusland laat zien dat het wij-zij denken samenbindend kan werken. Mensen van verschillende pluimage weten elkaar te vinden in hun afkeer tegen de huidige machthebber van het land, president Loekasjenko. Ook in eigen land zijn er hoopvolle voorbeelden. De Black Lives Matter-protesten zijn bijvoorbeeld in Nederland niet geëscaleerd, zoals in de Verenigde Staten. Simone Kennedy, ChristenUniefractievoorzitter in Amersfoort deelde een hoopvol verhaal: de rellen die een tijdje geleden in Utrecht plaatsvonden zijn niet overgeslagen naar Amersfoort, terwijl dit wel dreigde te gebeuren. Door een andere toon aan te slaan en influencers in het midden te bereiken, liep het niet uit de hand.
Een belangrijke voorwaarde om de oplossing te zien en medestanders te verkrijgen voor jouw zaak, is door zelf het midden te zoeken. De persoon die in het midden staat, is empathisch en zegt bijvoorbeeld: ‘ik heb verhalen gehoord, waardoor ik anders over het onderwerp ben gaan denken.’ Als je hiertoe in staat bent, kun je het midden mobiliseren en een passend tegengeluid bieden.
En de ChristenUnie? | Brandsma’s bijdrage nodigt uit tot reflectie. Waar staat de ChristenUnie in tijden van polarisatie? Jezus navolgen betekent dienstbaar zijn en ieder mens zien als schepsel van God. Uitspraken als ‘oordeel niet’ en ‘heb uw vijanden lief’ moedigen mildheid aan. ‘Het midden’ is dan ook een plaats waar veel christen zich wel thuis voelen. Het risico daarin is dat het midden wel erg comfortabel kan zijn. Zijn we nog wel genoeg in staat om ‘geheel anders’ te zijn, zoals het evangelie ons vraagt? In hoeverre durven wij ook in de politiek radicaal anders te zijn? We moeten bij de ChristenUnie niet uitsluitend bruggenbouwers willen zijn of vooral zoeken naar acceptatie. Niet voor niets zegt Jezus: ‘heb uw naast lief als uzelf, maar God boven alles.’
Het blijft dus zaak om dicht bij ons geloof te blijven. Onze eigen politieke agenda moet leidend zijn, boven het verbinden van uitersten in de maatschappij. Als partij neemt de ChristenUnie haar verantwoordelijkheid, maar dat betekent niet dat de partij haar eigen principes moet verzaken. We moeten aandacht blijven hebben voor wat echt telt. We moeten zorg voor elkaar hebben. Aan het einde van de bijeenkomst formuleerde Gert Jan Segers het treffend: “verlies niet de heilige woede die ook nodig is in de politiek.”