Jan Hoogland nieuwe hoofdredacteur Groen

Jan Hoogland nieuwe hoofdredacteur Groen

Portret Jan Hoogland

16 maart 2021 by Greet Schuurman (Communicatieadviseur)

Jan Hoogland is de nieuwe hoofdredacteur van Groen. Als bijzonder hoogleraar christelijke filosofie (Universiteit Twente) en universitair docent Bestuurswetenschappen (VU Amsterdam) neemt hij een grote kennis van het christelijk-filosofische denken mee. In dit interview maken we nader kennis met hem. 'Het maakt uit in wat voor samenleving we opgroeien. Laat dat alsjeblieft een samenleving zijn van open gesprek.'

In je werk heb je eerder en nog steeds veel gedaan met samenlevingsvraagstukken en ethiek. Had je altijd ook al interesse in de politieke uitwerking daarvan?
Politiek actief ben ik eigenlijk nooit geweest, wel altijd politiek geïnteresseerd. Vooral toen ik jonger was had ik niet echt een politiek thuis, niet bij links en niet bij rechts. Ik ben opgegroeid in kringen die nauw gelieerd waren aan het GPV, een van de voorlopers van de ChristenUnie. Meestal stemde ik ook op deze partij, in de lijn der vaderen zou ik haast zeggen. Maar ik weet nog wel dat ik daar tegenover mijn studiegenoten in de sociologie-opleiding nooit iets over zei. Ik ben opgegroeid in de ‘linkse’ roaring sixties, Een stem voor het GPV – pro-Amerika, pro kernwapens, pro apartheid en anti-Marxistisch – werd toen echt als aarts-conservatief gezien. Ik ben in die tijd wel echt geïnteresseerd geraakt in maatschappijkritisch denken. Bijvoorbeeld in Habermas en de Frankfurter Schule. Maar ook in christelijke kring waren er wel degelijk meer maatschappijkritische geluiden te horen. Ik denk bijvoorbeeld aan mijn eigen leermeesters in het christelijk sociaal wijsgerig denken: Bob Goudzwaard en Egbert Schuurman. Ik verkeerde in die tijd een beetje in politiek niemandsland.

Later werd de ChristenUnie opgericht, waar ik steeds meer sympathie voor kreeg. De ChristenUnie was maatschappijkritisch, sociaal, had een goede visie op vluchtelingenbeleid, en was ook niet zo pro-Amerika als het GPV was. Ik denk dat van de drie christelijke partijen de ChristenUnie het meest een christelijk-sociaal profiel heeft. Ik kan mij wel vinden in de slogan: niet links, niet rechts, maar sociaal. Bovendien ben ik erg gecharmeerd geraakt van de constructieve rol van de ChristenUnie in de politiek; zonder dat zij daarmee de eigen partijvisie verloochent.

Je bent sinds deze maand hoofdredacteur van Groen. Waar kijk je het meest naar uit?
Debat, dat is waar ik het meest naar uitkijk. Een partij waarin geen debat bestaat, is een slechte partij. In een gezonde partij zijn geen heilige huisjes, maar is open gesprek. Dat maakt een partij zelfcorrigerend. Dat neemt overigens niet weg dat een partij wel principes kan hebben. Vaak gaan discussies over de juiste uitwerking van die principes in concrete situaties.

Welk thema staat hoog op jouw lijstje voor nieuwe edities van Groen?
Ik maak me grote zorgen over populisme en maatschappelijke onvrede in de huidige samenleving. De laatste ruim honderd jaar hebben vaker een golfbeweging van een linkse of liberale politieke meerderheid naar een rechtse reactie daarop te zien gegeven. Ik ben daar niet gerust op. Hoewel ik erg kritisch ben over links, vooral vanwege het vaak sterke maakbaarheidsideaal in linkse politiek, ben ik zeer bevreesd voor rechts-populisme. Vooral omdat er in het rechts-populisme iets excessiefs zit. Rechts-populisme mist iedere vorm van zelf-reflectie en zelf-relativering. Het rechts-populisme mobiliseert met angst en onbehagen verbonden emoties en kan daarmee heel destructieve krachten losmaken in de samenleving: het ondergraven van de democratische rechtstaat door het verdacht maken van de democratische besluitvormingsprocessen, van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht of van de integriteit van de mede-volksvertegenwoordigers.

Hoewel de verschillen met de jaren ’30 van de vorige eeuw gelukkig nog altijd groot zijn, zie ik ook grote overeenkomsten met wat er in die jaren gebeurde. Zorgelijk vind ik ook de ambivalente rol die christenen spelen in deze discussie. In plaats van een duidelijk alternatief te ontwikkelen voor de traditionele links-rechts tegenstelling, lijken christenen steeds meer verdeeld te raken tussen deze twee kampen zelf. Als je het mij vraagt biedt de visie van de ChristenUnie op dit moment de beste aanknopingspunten voor een alternatieve zienswijze.
Die maatschappelijke onvrede verdeelt niet zozeer links en rechts, maar hoger- en lageropgeleid, oud en jong, succesvol en minder succesvol. Die scheidingen lopen door de hele samenleving heen, en die zie je terug in alle belangrijke politieke thema’s van deze tijd. Ik kan er wel een hele serie Groens over maken!

In Groen staat ook de boekenrubriek ‘Gesignaleerd’. Welk boek ligt er nu op jouw nachtkastje?
Ik lees graag, en laat me in mijn werk graag inspireren door filosofen als Jürgen Habermas en Hannah Arendt; maar ook door christelijke denkers als Abraham Kuyper, Herman Dooyeweerd en de reeds genoemde Egbert Schuurman en Bob Goudzwaard.
De laatste tijd lees ik veel over de periode rond de Tweede Wereldoorlog. Op het moment ben ik onder andere bezig met Het Wenen van Hitler van de Oostenrijkse schrijfster Brigitte Hamann, recent heruitgegeven onder de titel De jonge Adolf. Dit boek behandelt het levensverhaal van de jonge Hitler en met name de jaren 1907 – 1913 die hij in armoede en soms zelfs zwervend doorbracht in Wenen. Het lijkt erop dat zich in de jaren veel van Hitlers latere denkbeelden zijn gevormd. Hitler was 18 toen hij in Wenen aankwam. Het boek geeft een zicht op wie Adolf Hitler als jonge man was. Hoewel hij op mij niet overkomt als een bijzonder sympathiek mens, is hij ook nog geen kwaadaardig persoon. Tot op zekere hoogte kan ik zelfs wel sympathie voor hem opbrengen. Ondanks dat hij niet veel opleiding heeft genoten, blijkt Hitler een buitengewone intellectuele interesse te hebben. Hij leest veel en verdiept zich intensief in de actuele politieke situatie. Hij zuigt het hem omgevende geestelijke en politieke klimaat als een spons in zich op. Interessant is dat Hitler als hij in Wenen aankomt nog helemaal geen hekel had aan Joden en zelfs bevriend was met een aantal Joden. Hij respecteerde hen. Maar het sociaal-politieke en antisemitische klimaat in Wenen oefent een grote invloed op hem uit.
Wat ik hieruit leer is hoe ongelofelijk belangrijk het is in wat voor wereld onze jongeren opgroeien, en wat hen vormt. Anders dan voor ouderen die ook nog andere tijden hebben meegemaakt, is het huidige politieke klimaat voor veel jongeren een volstrekte vanzelfsprekendheid: zij kennen het niet anders. Het maakt dus enorm uit in wat voor wereld je opgroeit. Laat dat alsjeblieft een wereld zijn waarin we het gesprek blijven zoeken met elkaar.