Naar een rechtvaardiger belastingstelsel
Naar een rechtvaardiger belastingstelsel
21 december 2020
Het Nederlandse belastingstelsel is dringend aan hervorming toe. Conflicterende ideologische posities hebben geleid tot een stelsel met tegenstrijdige, onevenwichtige prikkels en een onoverzichtelijke vormgeving met soms onrechtvaardige uitkomsten, zoals duidelijk werd bij de toeslagenaffaire. Onder het huidige kabinet is mede dankzij de ChristenUnie een beweging in gang gezet om deze problemen aante pakken. Ook is verkend hoe het belastingstelsel in de volgende kabinetsperiode structureel kan worden hervormd. Over de gewenste richting van die hervorming wordt door veel partijen nagedacht en er zal nog veel gediscussieerd worden. Om ons goed te positioneren voor deze discussie hebben we als werkgroep, samen met andere deskundigen, ideeën verkend voor een herziening van het belastingstelsel. Gaandeweg heeft deze verkenning zich verdiept tot een visie, die we hier in het kort presenteren.
Foto: Folkert Rinkema
Het huidige belastingstelsel bevat een aantal elementen waar de ChristenUnie al jaren vanaf wil. Zo worden jonge ouders ontmoedigd om tijdelijk minder of niet te werken, doordat gelijke inkomens fiscaal sterk ongelijk worden behandeld. Huizenprijzen worden extra hoog door de hypotheekrenteaftrek en schenkingsvrijstelling. Ook is er de ‘armoedeval’: mensen op een laag inkomensniveau die (meer) gaan werken, ‘werkende armen’, verliezen allerlei toeslagen waardoor werken onaantrekkelijker wordt. Arbeidsinkomen wordt zwaar belast terwijl veel vormen van vermogen en winst nauwelijks belast worden. Zo zijn er grote multinationale ondernemingen als Facebook en Google, die slechts minimaal belasting betalen en winsten weg kunnen sluizen. Dat zijn elementen die anders moeten – maar de herziening van het belastingstelsel moet niet alleen gaan over wat we niet willen.
Een kwestie van rechtvaardigheid | Belastingheffing gaat vaak over techniek, maar erachter liggen fundamentele keuzes over de inrichting van de samenleving. Meer dan menig gebod of verbod, hebben belastingen impact op het leven en de keuzes van burgers en bedrijven. Daarom begint het denken over een belastinghervorming wat ons betreft bij normatieve uitgangspunten, geworteld in een visie op het goede leven. Welk verhaal brengt de christelijk-sociale traditie in als het gaat om belastingheffing? En tot welke maatregelen leidt dit? Het belastingstelsel moet bijdragen aan rechtvaardige sociale verhoudingen. Dat is waar onze visie in de kern om draait. Maar wat zijn rechtvaardige verhoudingen en hoe kan het belastingstelsel hieraan bijdragen?
Ons antwoord begint bij het christelijke mensbeeld. De mens is een relationeel wezen, dat onderdeel wil zijn van een gemeen- schap en wederkerige relaties wil aangaan. Dit mensbeeld staat tegenover het alomtegenwoordige beeld van de mens als autonoom individu dat bevrijd moet worden van sociale verbanden. Dit emancipatiemotief is medebepalend geweest voor de inrichting van het huidige belastingstelsel. De mens is in deze visie primair een homo economicus, wiens waarde wordt gedefinieerd door het betaalde werk dat hij of zij verricht. Die zienswijze is het gevolg van een verabsolutering van het economische aspect van de werkelijkheid. Doordat de sferen van economie en geld overheersend zijn geworden, is ook in het belastingstelsel gaandeweg een blinde vlek geslopen voor het echte kapitaal van onze samenleving: relaties tussen mensen onderling en de gemeenschappelijke verbanden waaraan zij veerkracht, verbinding en zingeving ontlenen, en waarin zij zorg aan anderen verlenen.
Herwaardering van sociaal kapitaal De inkomensverschillen zijn in Nederland al decennia vrij stabiel en relatief klein, met dank aan de correctie via belastingen, toeslagen en uitkeringen. Echter, onder de motorkap van het belastingstelsel zijn grote verschillen zichtbaar. Vaak zijn die het gevolg van beleid dat gericht is op het maximaal bevorderen van arbeidsparticipatie en op het tot stand brengen van een redelijke inkomensverdeling. De uitkomsten zijn alleen niet redelijk voor iedereen. Werken moet lonend zijn, maar de huidige vormgeving is onhoudbaar door instrumentalistische inkomstenbelastingen en uit de hand gelopen heffingskortingen. Er ligt te veel nadruk op tweeverdienerschap, met als gevolg de onrechtvaardige achterstelling van eenverdienershuishoudens en onderwaardering van niet-betaalde arbeid. Het positieve motief van arbeidsparticipatie ontspoort daarmee in een situatie waarin niet de economie de mens dient, maar andersom.
Fiscale prikkels brengen de arbeidsmarkt uit balans. Mede aangemoedigd door aftrekposten voor ondernemers in de inkomstenbelasting, verruilden velen het veilige werknemerschap voor het risicovolle zzp-bestaan. Die transitie was voor de één welbewust en positief, maar voor anderen was het geen echte keuze. Voor hen was het een noodgedwongen stap richting flexibel en onzeker werk, lagere beloning, grotere risico’s en lagere belastingen. Lager betaalde zelfstandigen missen de duurzame relaties tussen werkgever en werknemer en zijn economisch onzekerder, zoals ook blijkt tijdens de coronacrisis.
Er is een tegenwicht nodig om de gezonde verhoudingen te creëren of te herstellen. Dat tegenwicht is te vinden in de christelijk-sociale waardering van sociale verbanden. Het belastingstelsel dient bij te dragen aan een economie die dienstbaar is aan de samenleving. In zo’n samenleving is ruimte voor duurzame arbeidsverhoudingen en zijn rust en tijd voor elkaar mogelijk. Hoe zijn die uitgangspunten te vertalen naar het belastingstelsel? Bij de zoektocht naar een evenwichtiger belastingstelsel vanuit de Bijbel en christelijk-sociaal denken, komen we uit bij drie principes – richtingaanwijzers – als funderend voor belastingbeleid: rechtvaardig delen, rechtvaardig bijdragen en rechtvaardig sturen.
Rechtvaardig delen | De belastingmoraal en het vertrouwen in de overheid zijn gebaat bij een begrijpelijk en transparant belastingstelsel. Het belasting- en toeslagenstelsel is te complex geworden. We zijn daarom voor het afschaffen van het huidige toeslagenstelsel. Dit stelsel heeft recent geleid tot fouten en onterechte beschuldigingen van fraude. Daarnaast is het percentage niet-gebruik hoog: veel ouderen met recht op huur- en zorgtoeslag, vergaten deze toeslagen aan te vragen. Ons voorstel: de zorgtoeslag gaat terug naar de zorgverzekeraars en wordt voortaan rechtstreeks verrekend met de te betalen zorgpremie. Ook de kinderopvangtoeslag verdwijnt en in plaats daarvan krijgt ieder gezin dat gebruikmaakt maakt van kinderopvang, gastouder en/of BSO een hoge vaste korting op de kinderopvangprijs. Gezinnen met lage inkomens gaan niet meer voor de opvang betalen dan ze nu doen. De overige toeslagen – de huurtoeslag, het kindgebonden budget en ook de kinderbijslag – willen we samen met de algemene heffingskorting en ouderenkorting integreren in een uitkeerbare belastingkorting per huishouden, gebaseerd op de samenstelling van dat huishouden. Bij deze basiskorting die ieder huishouden (inclusief uitwonende studenten) maandelijks krijgt, wordt er rekening mee gehouden dat het leven relatief duurder is voor een eenpersoonshuishouden. Om het denivellerende effect van de afschaffing van de toeslagen te compenseren, kent deze uitkeerbare basiskorting naast een stevige inkomensonafhankelijke basis, een inkomensafhankelijke kop. De afbouw hiervan en de vormgeving van een ‘werkendenkorting’ zijn zo, dat huishoudens niet meer te maken krijgen met extreme marginale belastingdruk (de hoeveelheid te betalen belasting bij één euro extra inkomen). Bovendien willen we het wettelijk minimumloon verhogen. Hiervan profiteert de groeiende groep ‘werkende armen’ in ons land. Daarmee worden ook eventuele nadelige verdelingseffecten van deze grote hervormingsoperatie verzacht.
Rechtvaardig bijdragen | Om te voorkomen dat vermogenden, zoals het in de Bijbel heet ‘akker na akker samenvoegen’, zijn we voorstander van het afbouwen van belastingfaciliteiten die bijdragen aan ongezonde concentraties van kapitaal. Denk hierbij aan een beperking van de fiscale bevoordeling van erfenissen en sommige schenkingen, de eigen woning en andere vormen van vermogen.
We pleiten verder voor onorthodoxe maatregelen om belastingontwijking door multinationals tegen te gaan. Bedrijven die gedurende een aantal jaren een bepaald minimumniveau van winstbelasting – bijvoorbeeld 1fi% – niet halen, willen we via het mededingingsrecht berispen. Bij een sterke afwijking tussen de fiscale winst en de economische werkelijkheid kan de Belastingdienst de belastingaangifte van deze bedrijven corrigeren, waarbij omgekeerde bewijslast geldt. Om ook de handelaars in financiële producten eerlijk te belasten, willen we samen met andere Europese landen een zogeheten Tobintaks invoeren: een kleine belasting op valutatransacties.
Rechtvaardig sturen | We vinden het verantwoord als de overheid via accijnzen het prijsmechanisme van de vrije markt corrigeert wanneer onrechtvaardige uitkomsten dreigen. Die situatie is bij voorkeur tijdelijk. Soms worden fiscale instrumenten te lang ingezet, waarbij niet alleen het oorspronkelijke doel uit het zicht raakt, maar ook onbedoelde effecten optreden. Een bekend voorbeeld is de hypotheekrenteaftrek, die ooit werd opgezet om mensen in staat te stellen een huis te kopen. Deze fiscale aftrek draagt bij aan nog hogere huizenprijzen en komt daarbij onevenredig bij de hogere inkomens terecht. Voor jonge gezinnen en starters is het in deze markt steeds moeilijker om een huis te kopen. De afbouw van de hypotheekrente, die al in gang is gezet, moet dus worden voortgezet. En terwijl het kopen van een huis jarenlang fiscaal is bevoordeeld, wordt huren belast met de verhuurderheffing die bij woningcorporaties wordt geïnd. Dat remt corporaties, terwijl die voor een enorme investeringsopgave staan in betaalbare nieuwbouw, renovatie en verduurzaming. Wij pleiten dus voor een eigendomsneutraal woonbeleid zonder verhuurderheffing.
De overheid moet effectiever fiscaal bijsturen als het gaat om duurzaamheid. Producten waarmee een voorschot wordt genomen op de opbrengsten van de aarde voor volgende generaties, moeten zwaarder worden belast. We denken aan hogere belastingen op luchtvaart en op de uitstoot van CO2. En aan kilometerbeprijzing voor de auto, met daarin een combinatie van een laag basistarief per kilometer – zodat wonen op het plat- teland niet wordt ‘afgestraft’ – en een stevige congestieheffing.
Ook bij producten die ernstige schade toebrengen aan de volksgezondheid faalt de markt bij het berekenen van de werkelijke prijs. We denken daarom aan hogere accijnzen op alcohol en tabak. De schade van het hoge suikergehalte in onze voeding is groot. Het invoeren van een suikertaks vinden wij passend. Ten slotte bepleiten we een uniform btw-tarief met meer vrijstellingen voor gezonde producten en arbeidsintensieve diensten.
Een fiscale reformatie | Met deze inzet voor de hervorming van het belastingstel- sel beogen we een ‘fiscale reformatie’ die als doel heeft de veerkracht van burgers en de sociale verbanden waaraan zij deelnemen, te laten groeien. Een belastinghervorming is een investering in het sociaal kapitaal van onze samenleving. Dit sociaal kapitaal is, nog meer dan financieel kapitaal, op lange termijn bepalend voor de economische en maatschappelijke ontwikkelingen van gezonde democratische instituties. Een vreedzame, rechtvaardige en bloeiende samenleving: dat is waar deze voorstellen voor een belastinghervorming om draaien.