Koers
Koers
10 september 2018
ING is na een schikking met het Openbaar Ministerie bijna 800 miljoen lichter. Zelfs de premier, die als waakhond aan de leiband van menig multinational om zich heen blaft, kon kennelijk niet voorkomen dat de huisbankier van criminelen en witwassers voor dit feit bestraft werd. Gelukkig hadden ze bij ING nog wat miljoenen op de plank liggen, nadat de broodnodige opslag die bestuursvoorzitter Ralph Hamers zou krijgen, strandde in de publieke verontwaardiging. Ditmaal heeft de bank echter niet alleen alle fatsoensnormen, maar ook de wet overtreden, en nu gaat niet alleen topman Hamers, maar heel ING het in de portemonnee voelen.
De beurskoers van het bedrijf was wat minder verontwaardigd. Aandelenkoersen zijn voor banken wat peilingen zijn voor politieke partijen. Doe je het goed, dan stijgt je marktwaarde. Daarmee leggen banken (en vaak: beursgenoteerde ondernemingen in brede zin) hun morele oordeelsvorming, als daar al sprake van is, buiten zichzelf: wat goed is, is wat werkt. En wat werkt voor beleggers, is winst. Stijgende koersen, goed dividend.
Ook bij politieke partijen komt het voor dat men zich allereerst richt op klanttevredenheid. Goede peilingen voorspellen meer kiezers bij de volgende verkiezingen, en dat levert meer invloed op. Maar wat werkt er eigenlijk voor kiezers? Zeker lijkt dat moreel gedrag van politici geen directe invloed heeft: in de peilingen heeft de VVD nog zetels. Bovendien, hoe meer je gericht bent op goede peilingen en zetelaantallen, hoe minder morele overwegingen je je kunt veroorloven. Wat nou als die niet in de smaak vallen en je volgende peiling slechter uitvalt?
In beide gevallen is het zo dat de wal het schip op lange termijn kan keren. Wat niet deugt, komt altijd uit, en gaat gedoe opleveren, en kost je uiteindelijk het geld en de invloed die je zo begeerde. Daarom is het, of je nu een bank bent of een partij zonder ideologische veren, de moeite om zelf na te denken wat goed is en hoe je dat nastreeft.
Als partij mét een vol ideologisch verendek, moet de ChristenUnie er voor strijden dat ook multinationale ondernemingen zich rekenschap geven van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat gaan ze niet uit zichzelf doen. De overheid moet hier een serieuze factor worden om rekening mee te houden. Allereerst door uit te stralen dat ze niet door het hoepeltje van de multinationalslobby springt, maar ook door strenge regulering. Tot slot moet het OM dit soort misdrijven niet schikken, maar ING vervolgen, om duidelijk te maken dat dit de bank ver onder de juridische én morele standaard zit.
Mart Keuning was van van 2012 tot 2018 fractievoorzitter van de ChristenUnie Leiden.