Wetenschappers: ken uw waarden, maar ook uw grenzen - opinie socialevraagstukken.nl

Wetenschappers: ken uw waarden, maar ook uw grenzen - opinie socialevraagstukken.nl

Wetenschappers ken uw waarden.jpg

12 maart 2015 by Wouter Beekers (Directeur)

Wouter Beekers werd door socialevraagstukken.nl gevraagd in te gaan op een debat over de participatiesamenleving, tussen Jan Rotmans enerzijds en zijn collegae Evelien Tonkens en Jan Willem Duyvendak anderzijds. Hij is blij met de betrokkenheid van wetenschappers bij dit belangrijke politieke debat, maar waarschuwt ook. 'Die rol van wetenschappers is waardevol, maar ook beperkt. Bescheidenheid is hier gepast.'

Wouter Beekers werd door socialevraagstukken.nl gevraagd in te gaan op een debat over de participatiesamenleving, tussen Jan Rotmans enerzijds en zijn collegae Evelien Tonkens en Jan Willem Duyvendak anderzijds. Hij is blij met de betrokkenheid van wetenschappers bij dit belangrijke politieke debat, maar waarschuwt ook. 'Die rol van wetenschappers is waardevol, maar ook beperkt. Bescheidenheid is hier gepast.'

Mensen hebben grote denktalenten gekregen, maar hun kennis kent beperkingen. Deze beperkingen zijn voor ons vaak moeilijk te accepteren. We lezen dat al in het Bijbelse scheppingsverhaal. De oerzonde van de mens is het eigen denken groter te willen maken dan dit is.

De bekende filosoof Karl Popper (1902-1994) heeft duidelijk laten zien waar die grenzen voor de wetenschap liggen. Wat in het vermogen van wetenschappers ligt, is een theorie te formuleren en deze via onderzoek te toetsen. Zolang theorieën niet onjuist blijken, zijn ze aannemelijk, maar bewezen worden kunnen zij principieel niet. Sterker nog, in de loop van de geschiedenis zijn een aantal algemeen aanvaarde theorieën door nieuwe proefneming toch ontkracht. Daarmee is de wetenschap bepaald niet waardeloos. Wetenschap is onthaasting, om een begrip van de sociaalliberale denker Dick Pels te gebruiken. Onthaasting van onze waarneming en reacties op onze waarnemingen, onthaasting van ons denken. Wetenschap is stilstaan om te kijken waar we vandaan komen, waar we staan en naartoe gaan. Dat vraagt een grote mate van vrijheid, van gedachtevorming en debat. Dat vraagt tijd voor proefnemingen, om te kijken of we onze gedachten en theorieën aannemelijk kunnen maken of dat de praktijk deze ontkracht. Wetenschap vraagt openheid over wat we hebben onderzocht, over ons proefmateriaal, de methoden en theorieën, en over wat we niet hebben kunnen onderzoeken. In die onthaasting en openheid heeft de wetenschap veel goeds gebracht.


Waarden
volle wetenschap in de participatiesamenleving
Ook ten aanzien van het debat over de participatiesamenleving geldt: de wetenschap kan van grote waarde zijn, maar heeft ook grenzen. Het debat is, hoewel bijzonder interessant, complex. Wie het heeft over de participatiesamenleving, heeft het over een geheel van individuen en maatschappelijke verbanden. Die participatiesamenleving verhoudt zich tot een overheid die zich bezint op haar eigen roeping en op een economische stelsel dat in beweging is, en onderwerp van bezinning is. En als we het hebben over de participatiesamenleving van de toekomst, dan hebben we te maken met een flinke verzameling onzekerheden. Kortom: wetenschappelijke uitspraken over de participatiesamenleving zijn per definitie bescheiden uitspraken.

Als wetenschappers zich uitspreken over de participatiesamenleving doen zij dat vaak op een normatieve manier. Dat zien we ook bij Rotmans en bij Tonkens en Duyventak. Ze gaan uit van bepaalde waarden, veronderstellingen en idealen. Dat is niet erg. Ook de denkers in onze samenleving mogen normatieve uitspraken doen. Zolang zij er maar transparant over zijn waar de rol van wetenschap eindigt en de rol van hun waarden begint. Anders ontstaat er iets als een stille ideologie. En waar een ideologie onbespreekbaar wordt, radicaliseren de standpunten.

Waardevolle wetenschap in de participatiesamenleving
Wetenschappers hebben in een debat als dat over de participatiesamenleving meer te bieden dan hun waarden alleen. Ook hier onthaasten zij het denken. Zij nemen de tijd om te kijken waar we vandaan komen, waar we staan en waar we naar toegaan. Ze doen dat aan de hand van empirisch onderzoek, argumenten en theorieën en staan daarbij altijd open voor het herzien van hun meningen.

Zelf ben ik ervan overtuigd dat we de zoektocht naar nieuwe verhoudingen tussen staat, markt en samenleving niet uit de weg kunnen gaan. In het verleden hebben we te veel nadruk gelegd op de rol van de verzorgingsstaat en vrije markt. De herwaardering van de samenleving is goed, als we maar niet in een nieuw uiterste vervallen. Wat mij betreft moet de zoektocht van de 21ste eeuw gericht zijn op een nieuw evenwicht, een nieuwe dynamiek een nieuwe coöperatie tussen staat, markt en samenleving, met als centrale waarden wederzijdse dienstbaarheid en de menselijke maat.


Het volledige artikel van Wouter Beekers is te lezen op socialevraagstukken.nl. Daar vindt u ook de discussie tussen Jan Rotmans en Evelien Tonkens en Jan Willem Duyventak.