Verhit Vragenuurtje

Verhit Vragenuurtje

Verhit Vragenuurtje.jpg

10 december 2005 by Pieter Grinwis (Tweede Kamerlid ChristenUnie)

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Maria van der Hoeven, gooide dit voorjaar de knuppel in het hoenderhok. Naar aanleiding van een gesprek dat zij had met de Delftse nano-technoloog Cees Dekker liet ze zich in haar weblog [1] positief uit over hoe deze hoogleraar zijn persoonlijk geloof combineert met wetenschapsbeoefening. Concreet spitste de bewindsvrouw dat toe op Intelligent Design, waar ze en passant aan toevoegde zelf evenmin in ‘toeval’ te geloven. Hiermee was de discussie over schepping, evolutie en Intelligent Design geopend.

Maar de minister ging nog een stap verder. Zij zag namelijk mogelijkheden voor het “academisch debat” en om zo “wetenschappers van verschillende geloofsrichtingen” met elkaar te verbinden en uiteindelijk zou dit misschien zelfs toegepast kunnen worden op scholen met als uiteindelijk doel om meer begrip en respect voor elkaars opvattingen tot stand te brengen[2].
Dit werkte als een rode lap op een stier. Ronald Plasterk, een darwinist in optima forma, ging er dan ook flink tegen tekeer in het tv-programma Buitenhof. En na een interview dat de minister van OC&W aan de Volkskrant[3] gaf, was voor Kamerlid Azough (GroenLinks) de tijd aangebroken om mondelinge vragen te stellen aan deze minister.
 
Het vragenuurtje van 24 mei jl. werd een uurtje dat we ons nog lang zullen heugen. Met ongekende felheid werd door de woordvoerders van de seculiere partijen de aanval ingezet op minister Van der Hoeven, die het volgens hen had gewaagd te zagen aan de stoelpoten van de ‘almachtige’ evolutietheorie. De felheid was verbijsterend. Alsof ze waren geraakt in hun diepste religieuze overtuiging.
 
In het vervolg van dit artikel zal ik vooral een weergave geven van het verloop van het interruptiedebatje, dat zich ontspon tijdens dit vragenuurtje, waarbij ik zo veel mogelijk de Kamerleden en Minister zelf aan het woord laat. In het vervolg van dit nummer van DenkWijzer wordt er ingegaan op de fundamentele discussies die onder dit debat schuil gaan, namelijk over de relatie tussen geloven en wetenschap[4] en over artikel 23 van onze Grondwet.
 
Verslag vragenuurtje
Mevrouw Azough vraagt op kritische toon om opheldering. Minister Van der Hoeven betoogt vervolgens dat haar opmerkingen moeten worden gezien als een pleidooi om in de ontmoeting van cultuur en religie meer respect en begrip voor elkaars opvattingen te betrachten. Verder niets. “De verschillende ontstaanstheorieën zijn en blijven onderdeel van de eindtermen biologie, zoals die op dit moment vastliggen. Ik hoop dat die ontmoeting tussen wetenschap, religie en samenleving inderdaad vorm krijgt en dat het respect voor de verschillende standpunten zal groeien. Ik ga ervan uit dat de vruchten daarvan hun vertaling vinden in het respect in de klas of de collegezaal.”
 
Azough in reactie: “Ik vind het eerlijk gezegd ontoelaatbaar dat zij de discussie over integratie en emancipatie in de Nederlandse samenleving gebruikt om een eigen interesse, een particuliere opvatting over ontwerptheorie enerzijds en evolutietheorie anderzijds, te benadrukken.” En studenten die anders denken “behoren niet te worden gesteund door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die eigenlijk zegt dat deze studenten misschien wel gelijk hebben en dat de evolutietheorie maar een theorie is. Ik vind dat dit niet kan.”
 
Het is inmiddels druk geworden bij de interruptiemicrofoons. De heer Bakker (D66) doet er nog een schepje bovenop: “Hoe vertel je iemand dat de aarde niet meer rond is, is kennelijk een vraag die de minister ten diepste bezighoudt. Als het daar bij bleef, was het nog tot daaraan toe. Zij maakt er echter een buitengewoon serieuze zaak van. Zij zegt dat er mensen zijn die moeite hebben met de stand van de wetenschap op dit punt en dat zij daar begrip voor wil tonen. Het kan toch niet zo zijn dat godsdienstige opvattingen van wie dan ook bepalen wat de inhoud is van een lesprogramma voor biologie, geschiedenis of economie? Het kan toch niet zo zijn dat geloof en wetenschap op dat punt gelijkwaardige pijlers zijn? Het kan toch niet zo zijn dat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in functie aansluiting zoekt bij een door serieuze wetenschappers als marginaal, obscuur en pseudo-wetenschappelijk aangeduid gezelschap van fundamentalistische stromingen in de Verenigde Staten? Wat is de volgende stap? Is de volgende stap dat wij kinderen gaan vertellen dat zij door de ooievaar zijn gebracht of is die stap dat wij de wetenschap uit de naam van het ministerie schrappen?
 
Minister Van der Hoeven reageert zo langzamerhand verbijsterd: ”Ik vind het ongelooflijk tot wat voor felle reacties het interview aanleiding geeft. Mijn antwoord op de vragen van de heer Bakker is heel simpel: nee, nee, nee, nee.”
 
Dan is het tijd geworden voor een tegengeluid uit de Kamer. De heer Van der Vlies (SGP) bijt het spits af: “Voorzitter. Ik sta mij hier al enige tijd bijzonder te verbazen. Ik vind het werkelijk onvolwassen en onvoldragen zoals sommige van mijn overigens zeer gewaardeerde collega’s op dit thema reageren. Ik vind het een kwestie van koudwatervrees. De minister zoekt verbinding tussen visies binnen de wetenschap die uiteraard geworteld kunnen zijn in een geloofsovertuiging. Dit is in alle tijden zo geweest; daar hoeven wij niet voor weg te lopen. Het rijke van ons bestel is juist dat dit een plaats heeft binnen ons bestel. Ik weiger mij als creationist in het dilemma creationist versus evolutionist buiten het speelveld van onderwijs en wetenschap te doen plaatsen. Alsof dat niet te harmoniëren zou zijn!
Het zal alleen toch niet zo zijn dat wij in ons land en binnen onze rechtsregels de vrijheid ontnemen aan degenen die behoefte hebben aan het verbinden van een ethisch oordeel aan bepaalde opvattingen? De meest geavanceerde wetenschappers doen dat. Het zijn namelijk geen dichte puzzels. Alle wetenschappers – creationisten of evolutionisten – erkennen dat er losse einden zijn. Daarover gaat de discussie. Het zou werkelijk conservatief zijn als wij die discussie niet ondergingen en voerden. Daarvoor zoekt de minister ruimte. Wij steunen haar daarbij
.”
 
Minister Van der Hoeven reageert dankbaar en met instemming op de interruptie van Van der Vlies. Dat is voor mevrouw Vergeer (SP) weer een aanleiding om in eigen bewoordingen min of meer de vragen van GroenLinks, LPF, D66 en de PvdA te herhalen. Ze vraagt zich af waarom de scheppingsgedachte eigenlijk moet worden geleerd in de biologieles. Het is duidelijk dat volgens haar de schepping alleen thuishoort bij het vak levensbeschouwing.
 
Arie Slob (ChristenUnie) begint zijn interruptie met zijn bewondering uit te spreken voor mensen die geloven in een evolutietheorie. “Zelf geloof ik dat je daar meer geloof voor nodig hebt dan wanneer je gelooft in een persoonlijke God die de hemel en de aarde heeft geschapen, maar dit terzijde. Mijn vraag aan de minister luidt, of zij mijn verbazing deelt over de reacties die zijn losgekomen en over de reflectie hier in de Kamer, wanneer zij vraagt om een debat en een uitwisseling van gedachten over dit onderwerp, met name uit de hoek van Kamerleden die zich in het verleden vaak hebben beroepen op ruimte voor debat, vrijheid van meningsuiting en alles wat daarbij hoort.
 
Minister Van der Hoeven deelt de verbazing van het lid Slob helemaal. Maar het interruptiedebat is nog niet afgelopen. Ook de heer Balemans (VVD) doet nog een duit in het zakje. In zijn interruptie wrijft hij de minister onder de neus dat ze weer eens iets van boven oplegt. Minister Van der Hoeven – zo langzamerhand moedeloos – reageert: “Ik begin met dezelfde opmerking als ik in de richting van mevrouw Vergeer heb gemaakt. Ik heb soms het gevoel dat wel de vragen worden gesteld, maar dat de antwoorden er niet toe doen. Dat vind ik erg jammer. Ik ga niet tornen aan eindtermen en kerndoelen. “
 
Afrondend
Het is u waarschijnlijk wel duidelijk geworden dat het vaak zo rustige vragenuur deze keer op een niet gebruikelijke wijze verliep. De spanning, die om het interruptiedebat heen hing, was voelbaar. Het dédain, waarmee veel seculiere volksvertegenwoordigers spraken, was verontrustend. ‘Paarse’ tijden leken te herleven. Anderzijds was het bemoedigend om te zien hoe minister Van der Hoeven in het debat ‘haar poot stijf hield’.
 
Uiteindelijk is er eind juni nog een Kamerdebat gevoerd over wetenschap en religie in het onderwijs[5]. Het liep allemaal met een sisser af. De meeste woordvoerders waren namelijk een stuk minder opgewonden dan een maand daarvoor. Dat betekent natuurlijk niet dat het debat over de relatie tussen geloven en wetenschap daarmee is afgelopen. En ook het huidige artikel 23 van de Grondwet is geen onbestreden bezit geworden, integendeel. Duidelijk is dat christelijke politici, als het om deze thema’s gaat, meer dan ooit op hun qui vive dienen te zijn.
 
Noten
[1] Weblog van Minister Van der Hoeven, 1 maart 2005.
[2] In antwoord op schriftelijke vragen van het Kamerlid Kraneveldt (LPF) over haar uitlatingen in haar weblog van 1 maart 2005 met betrekking tot de Intelligent Design (ID)-gedachte; Aanhangsel Handelingen II, nr. 1584, vergaderjaar 2004-2005.
[3] De Volkskrant, 21 mei 2005, De evolutietheorie is niet compleet.
[4] Wie zich verder wil belezen, wijs ik op: Cees Dekker, Ronald Meester en René van Woudenberg (red.), 2005, Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp? Over toeval en doelgerichtheid in de evolutie, Uitgeverij Ten Have, Kampen.
[5] Handelingen II, nr. 98, vergaderjaar 2004-2005.

Door Pieter Grinwis, fractiemedewerker Tweede Kamer