De kerk als wijkgebouw
De kerk als wijkgebouw
24 november 2005
Christennetwerk GMV, het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie en Sensor houden morgen een congres om zich te bezinnen op de herziening van de Nederlandse verzorgingsstaat. Een van de medewerkers is Ad Heystek, diaconaal consulent van de Christelijke Gereformeerde Kerken: ,,Gemeenteleden en diakenen hebben verleerd voor de medeburgers in de samenleving te zorgen.''
Het doorgaans gesloten kerkgebouw in de straat staat tegenwoordig geregeld open. Vroeger was dit alleen op zondag het geval en voor een oplettende waarnemer ook op een enkele avond in de week. Weliswaar betreft het deze keer niet de hoofddeur van het kerkgebouw die openstaat, maar een deur van het bijgebouw.
's Morgens vanaf een uur of negen zie je er al enkele mensen binnengaan. Rond tien uur is het even wat drukker en om half een is het weer stil. Rond koffietijd zie je een toename van buurtbewoners. Ze werken niet (meer) en zitten vaak alleen. Binnen is het gezellig. Sommigen zitten te kletsen, anderen doen een spelletje.
In een van de hoeken staat een computer waarachter een mevrouw zit die blijkbaar veel verstand van zorg heeft. Zij zit daar namens een thuiszorgorganisatie. Ze beantwoordt allerlei vragen, soms telefonisch, en bemiddelt in de zorg. Ze is ook zo handig op de computer dat ze veel informatie via internet weet te achterhalen die de verschillende wijkbewoners zelf niet kunnen vinden. Zij en haar collega van het gemeentehuis, die er af en toe ook is, weten veel.
Ze kan beschikken over vrijwilligers, die meestal door de kerkelijke gemeente worden geregeld. Er is ook altijd iemand aanwezig namens de diaconie. Wanneer de kerk zelf niet rechtstreeks een beroep op haar leden kan doen, dan is er nog altijd de databank van stichting HIP (Help In Praktijk), die zich in deze plaats gevestigd heeft. Ook kan er af en toe gebruik worden gemaakt van de groepen die Stichting Present kan leveren. Vaak gaat het daarbij om korte acties. Er zijn ook vrijwilligers van de kerk aanwezig als gastheer of gastvrouw.
Wijk geadopteerd
De diaconieën van de desbetreffende plaats hebben afgesproken de wijken te verdelen. Ze hebben per kerkgebouw een geografische wijk geadopteerd, waarvoor zij er willen zijn. Eén ochtend, maar er wordt al gesproken over een tweede, staat het bijgebouw van de kerk ter beschikking van de buurt. Iedereen mag er komen.
Er is een inloopgelegenheid waar men koffie kan drinken, maar er worden ook activiteiten georganiseerd. Er hangen affiches voor activiteiten waarvoor je kunt intekenen. Ook het zorgcentrum uit de buurt begeleidt van hieruit oudere wijkbewoners. Vrijwilligers uit de kerk springen ook hier bij.
Twee keer per jaar hebben de coördinatoren van deze wijkpost overleg met een manager van de thuiszorginstelling en een ambtenaar van het gemeentehuis. Het geld dat voor al deze activiteiten, ondanks de vrijwillige inzet, nodig is, komt uit de gelden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
De wethouder die dit in zijn portefeuille heeft, voert jaarlijks overleg met een platform van betrokkenen waarin ook de diaconieën participeren.
Niet integraal
De droom die hierboven beschreven wordt, is maar ten dele werkelijkheid. In sommige plaatsen vinden dergelijke activiteiten plaats in het kader van buurthuisprojecten. Het verschil met de hierboven geschetste situatie is dat er vaak geen sprake is van een integrale aanpak waaraan ook (thuis)zorgaanbieders deelnemen.
Het feit dat kerken of diaconieën dergelijke activiteiten voor hun rekening willen nemen, is ook niet vanzelfsprekend. Gemeenteleden en diakenen hebben verleerd voor de medeburgers in de samenleving te zorgen. Weliswaar stopten ze zo nu en dan enig geld in de collectezak, dat dan door de diakenen als gift overgemaakt werd naar enkele instellingen voor maatschappelijke zorg. Maar zelf concrete aandacht geven aan de medemens in de buurt, kwam weinig voor, afgezien van enkele streken in ons land.
Het was ook niet echt noodzakelijk, en nog niet helemaal. Wanneer er in ons land een ramp zou plaatsvinden, dan zouden velen - en niet alleen christenen - klaarstaan om te helpen. Zijn we met de afbrokkeling van de verzorgingsstaat in zo'n situatie terechtgekomen?
Diaconaat
Solidariteit en participatie zijn actuele thema's. Niet voor niets luidt de slogan in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning: niet leunen, maar steunen. Christenen noemen dat diaconaat. Ze worden in de kerk opgeroepen goed te doen aan de naaste. Veel preken uit het Oude en Nieuwe Testament zullen daarop uitlopen, omdat diaconaat een bijbels thema is. Vele profeten hebben daar de koningen en het volk over vermaand, maar ook het werk van Jezus was vol naastenliefde en barmhartigheid. De diaconale roeping is niet alleen een opdracht die christenen krijgen, het is ook een gevolg van de liefde die zij van God ontvangen. Daarom zullen christenen niet heel veel na hoeven te denken. Ze kunnen hun hart laten spreken en aan de slag gaan.
Op dit terrein zijn veel vragen te stellen, maar dit zijn vooral vragen van politieke aard: maakt de overheid zo geen misbruik van de kerk? En: kan de kerk wel voor heel de samenleving zorgen? Dit zijn terechte vragen. Maar dit waren niet de eerste vragen die opkwamen bij de barmhartige Samaritaan, toen hij een gewonde op de weg aantrof.
Door Ad Heystek, diaconaal consulent van de Christelijke Gereformeerde Kerken.