Risico’s en veiligheid - ThemaInleiding
Risico’s en veiligheid - ThemaInleiding
11 oktober 2003
Het kabinet wil flink bezuinigen, maar niet op de veiligheid. Dat was één van de belangrijkste boodschappen van Prinsjesdag 2003. Aan veiligheid wordt in de komende vier jaar 350 miljoen euro meer uitgegeven. Het aantal arrestaties, behandelde zaken en straffen en boetes moet fors omhoog. Hoofddoel is dat de criminaliteit en overlast in de openbare ruimte vanaf 2006 met zo'n 25 procent is afgenomen. De politie krijgt hiervoor in 2004 22,5 miljoen extra, het Openbaar Ministerie 36 miljoen, de rechtsbijstand 30 miljoen en de rechterlijke macht 58 miljoen.
“De kwaliteit van de samenleving zal verder verbeterd worden door het terugdringen van geweld en overlast op straat. Toezicht en controle in de openbare ruimte worden vergroot. Veelplegers worden met voorrang aangepakt. Voor meer veiligheid zijn preventie en toezicht onontbeerlijk, evenals een effectief optreden van justitie en politie.” (Troonrede, 16 september j.l.)
Veiligheid is de laatste jaren item nummer 1 op de politieke agenda. Sinds de vuurwerkramp in Enschede en de Nieuwjaarsbrand in Volendam is het vertrouwen in de beschermende, toezichthoudende en handhavende rol van de overheid ernstig geschokt. Andere ongelukken zoals instortende parkeerdekken en balkons – waarbij o.a. het bouwkundig toezicht door gemeenten gefaald had - wreven alleen nog maar meer zout in de wonde. Het geschonden vertrouwen is intussen zo erg, dat bij elke nieuwe kleine of grote ramp - zoals de gasexplosie in Den Haag - de overheid meteen verwijten wordt gemaakt. Het is dan nog helemaal niet zeker óf de overheid wel op enig punt gefaald heeft en soms blijkt zelfs later, dat de overheid helemaal geen blaam treft. Ook bij de verschuivende dijken bij Wilnis en Rotterdam waren de beschuldigingen aan het adres van de waterschappen niet van de lucht.
Wat is er aan de hand? Is het echt zo erg gesteld met de overheid of hebben de burgers onredelijk hoge verwachtingen van de overheid als het gaat om hun bescherming? Het lijkt inderdaad wel alsof de overheid iedereen tegen elk gevaar zou moeten beschermen.
In een column in het VNG-magazine van 20 juni j.l. met de veelzeggende titel ‘Het recht op risico’ deed burgemeester Van Dok (Vlissingen) haar beklag. “Degene die mij gisteren nog met een gangetje van 150 over de A58 passeerde, staat zich vanavond in de commissie Openbaar Bestuur heftig te beklagen, omdat de 30-kilometer-zone in zijn wijk nog niet is gerealiseerd.” Zij vind dat de gemeenten zich moeten blijven inspannen om veiligheid te bieden aan hun inwoners, maar “ik pas ervoor om met allerlei regels een steriliteit na te streven, terwijl de burger ijverig op zoek is naar de weergaloze kick van nieuwe risico’s.”
In een column in de Metro tijdens de enorme droogteperiode in augustus stond dat het tijd wordt “dat we ons eens realiseren dat we eigenlijk superverwende, onvolwassen burgers zijn. Die alles willen hebben, niks willen geven, tegenslag niet kunnen accepteren en daarvoor de schuld bij de overheid leggen. Zelfs vervelende natuurverschijnselen komen zo op het bordje van de regering te liggen.” Er wordt voortdurend gemopperd op de ingewikkelde en uitgebreide regelgeving in ons landje, maar “aan de andere kant eisen we diezelfde ingewikkelde regels wel. Want we willen dat de overheid voortdurend voor ons zorgt (…)”.
Ook in een recente publicatie van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (Bevrijdende kaders. Sturen op verantwoordelijkheid) wordt dit probleem uitgebreid beschreven en vooral de vinger gelegd bij de cruciale vraag: wie is nu waarvoor verantwoordelijk? Niet alleen overheden zijn verantwoordelijk, maar ook burgers, instellingen en bedrijven. We mogen echter ook niet vervallen in de passief-makende conclusie dat iedereen een stukje verantwoordelijkheid draagt, want dan voelt per saldo niemand zich echt verantwoordelijk.
De overheid heeft wel degelijk een grote verantwoordelijk voor veiligheid. Bescherming van burgers hoort nu eenmaal bij haar kerntaken. Het is goed dat daarvoor nu extra geld wordt uitgetrokken, maar het is nog belangrijker dat zij duidelijk maakt wie waarvoor verantwoordelijk is. En dan nog denk ik niet, dat we de criminaliteit over twee of drie jaar af zien nemen met 25%. Daarvoor moeten overheden, kerken, burgers en organisaties ook investeren in het waarden- en normendebat. Nederland wordt niet alleen maar veiliger door meer geld en duidelijkere regels. Daarvoor zijn de oorzaken van de huidige onveilige staat van Nederland te diep.
Door Erik van Dijk, eindredacteur
Gepubliceerd in DenkWijzer 2003, 4