Een kwestie van politieke stijl

Een kwestie van politieke stijl

Een kwestie van politieke stijl.jpg

12 april 2003 by Corine Dijkstra (beleidsmedewerker)

Het vloekverbod is uit de mottenballen gehaald. Veel gemeenten buigen zich weer over een nieuwe APV, inclusief vloekverbod. Maar was een vloekverbod niet strijdig met de grondwet? Bovendien, wat is het concrete effect van zo’n verbod?

Het vloekverbod is uit de mottenballen gehaald. Veel gemeenten buigen zich weer over een nieuwe APV, inclusief vloekverbod. Maar was een vloekverbod niet strijdig met de grondwet? Bovendien, wat is het concrete effect van zo’n verbod?
Heeft het niet veel meer zin om op het gebied van eerbaar taalgebruik aan te haken bij de normen en waarde- discussie en te streven naar concrete acties, omdat de normen gesmeed moeten worden als ze heet zijn?

Allereerst het juridische verhaal. Bij Koninklijke Besluiten van 5 juni 1986, zijn de vloekverboden van een aantal gemeenten op de Veluwe vernietigd. Hierbij hanteerde de Kroon het argument dat artikel 7 van de Grondwet elke openbaarmaking van een gedachte of een gevoelen, ongeacht de intenties van degene die ze uit, beschermt. Het vloeken of het gebruik van ruwe of onzedelijke taal is in beginsel ook als openbaarmaking van een gedachte of gevoelen aan te merken; alleen bij wet in formele zin mag op het recht van vrijheid van meningsuiting beperkingen worden aangebracht.

Dit alles betekent niet dat gemeenten op dit punt geen verordenende bevoegdheid meer hebben. Volgens de toelichting op het genoemde besluit bestaat er qua formulering nog de volgende ruimte:
“1. Het is verboden in het openbaar de Naam van God vloekende te gebruiken. 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7 van de Grondwet dan wel de artikelen 137c, 137e, 147 en 429bis van het Wetboek van Strafrecht.”

Gemeenten die in de APV willen tonen dat de eerbiediging van Gods Naam voor hen een groot goed is, kunnen hieraan op deze manier gestalte geven. Hoewel deze verordening moeilijk handhaafbaar is en daarom wel symbolisch wordt genoemd, is het toch goed dat de ChristenUnie zich inspant om de zaken die zij waardevol acht in de gemeentelijke wetgeving tot uitdrukking te brengen. Bovendien wordt met de term ‘Algemene Plaatselijke Verordening’ aangegeven dat het hier gaat om regelgeving met een eigen lokaal stempel, waarin de eigenheid van de gemeente een plek mag krijgen.

Waarden en normen-discussie

De kans dat een meerderheid van de raad geen heil ziet in een vloekverbod is in veel gemeenten vrij groot. Maar zelfs als het vloekverbod er wél komt, is het een kwestie van politieke stijl om het hierbij niet te laten. Wij willen toch geen volksvertegenwoordigers zijn die achterover leunen als zij zich van hun taak hebben gekweten? In Ede is, na afwijzing van het vloekverbod, een initiatiefvoorstel ingediend waarin wordt gevraagd om de instelling van een werkgroep normen en waarden. Men was het er namelijk wél over eens dat taalverruwing moest worden tegengegaan. Het debat zal gevoerd worden met heel de bevolking.
Nu steeds meer mensen er moeite mee hebben dat alles maar moet kunnen, moeten ChristenUnie-bestuurders waarden en normen concreet maken. Ook op het gebied van gedragsregels voor raadsleden en ambtenaren kan er aandacht gevraagd worden voor het taalgebruik.

Bond tegen het Vloeken

Het is goed te weten dat de Bond tegen het Vloeken recent aan alle gemeenten een voorstel heeft geschreven om te helpen bij het vormgeven van de normen en waarden discussie op het gebied van het taalgebruik. Deze hulp bestaat concreet uit de mogelijkheid een scholenwerker langs scholen te laten gaan om in het kader van projecten over normen en waarden lessen te verzorgen, ouderavonden te geven, op sportverenigingen langs te gaan, postercampagnes te ontwikkelen en verder op aanvraag ideeën uit te werken. Zo heeft de gemeente Wester-Koggenland bij zes voetbalclubs grote borden laten plaatsen met posters van de Bond. Ook andere gemeenten hebben inmiddels van het aanbod gebruik gemaakt.

Voor een ChristenUnie politicus is het zaak om op het gebied van taalverruwing het ene te doen en het andere niet na te laten. Juist hier moet gezocht worden naar creativiteit die gericht is op het aanspreken van de hele bevolking en die bovendien streeft naar de eer van Gods naam.

Door Corine Dijkstra, adviseur raads- en statenleden