Dualisme in de onderhandelingen

Dualisme in de onderhandelingen

dualisme in de onderhandelinge.jpg

2 februari 2002 by Ernst Cramer (wethouder)

Iedere bestuurder is ervan doordrongen dat over een maand gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden. Maar daarna? Hoe gaat de ChristenUnie de collegeonderhandelingen in? Wat is precies onze rol? Kunnen wij wel eisen stellen of stellen we juist te harde eisen? Wat betekenen in dit kader de nieuwe gedualiseerde verhoudingen tussen raad en college?

Zijn we er klaar voor?

Op de startdag 8 september heb ik samen met Thijs van Daalen een workshop mogen verzorgen die het onderhandelen voor een nieuw college als onderwerp had. Daarin kwam naar voren dat de voorbereidingen zeer belangrijk zijn. Wat verwacht je van de andere partijen? Heb jij als raadslid en als fractie een specifieke bijdrage voor het oplossen van de problemen in de gemeente? Wat is de rol van de ChristenUnie in de gemeente, en kun je die nog verder uitbouwen? Wil je het goed doen, dan moet je met de voorbereidingen eigenlijk al beginnen als je het verkiezingsprogramma gaat schrijven. Dan kun je op de actualiteit en de eventualiteit inspelen. Wat misschien nog wel belangrijer is een zodanige toon kiezen dat je een reële partner bent in de onderhandelingen. Natuurlijk zal dat zodanig moeten zijn dat je nog steeds als ChristenUnie herkenbaar bent, maar als het goed is herkennen de mensen je ook aan de manier van spreken en schrijven.

Op een gegeven moment kwam tijdens de discussie een opmerking van een deelnemer die zich afvroeg hoe je moest omgaan met het feit dat je iedere keer buiten het college werd gehouden, maar dat de ChristenUnie juist de partij was die vaak de doorslag moest geven in het beleid. Laten we eens naar dat probleem kijken, want ik denk dat op meer plaatsen daar mee geworsteld wordt. Van huis uit zijn we denk ik behoorlijk bescheiden. Op sommige plaatsen in ons land wordt onze partij goed vertegenwoordigd. Ik denk dat men daar de discussie over deelname en gedeelde verantwoordelijkheid wel goed onder de knie zal hebben. Maar op plaatsen waar wij door ons samengaan nu ineens een factor van betekenis geworden zijn moet goed rekening gehouden worden dat andere partijen ons op die verantwoordelijkheid gaan aanspreken. Of juist die verantwoordelijkheid voor geen goud willen geven.

Vanuit onze traditie heeft de ChristenUnie altijd gezegd bereid te zijn bestuursverantwoordelijkheid te willen dragen. Als je roept dat je de overheid als dienaresse Gods ziet, kun je niet zeggen dat je dat ambt dan niet wilt dragen. Die vraag zal je echter na de volgende verkiezingen maar gesteld worden. Dan wordt het ineens werkelijkheid. Ik ga er vanuit dat er met de lijst rekening is gehouden dat er iemand op staat die zonodig een wethouderspost kan aanvaarden. Van tevoren moet je goed in de gaten hebben
wat voor de ChristenUnie in de betreffende gemeente absoluut niet kan, en wat absoluut moet. Dat zullen niet al te veel punten kunnen zijn, want dat maakt onderhandelen wel heel ingewikkeld.

Huis van Thorbecke: instortingsgevaar?

De komende onderhandelingen, de eerste in gedualiseerde verhoudingen gaan niet over wat je als raad gaat bereiken, maar welke opdracht je aan een college meegeeft. Daarna ben je de regie kwijt. Volgens de bedenkers van dualisme niet. Dan begint het spel juist, zeggen ze. Maar de raad zal haar rol nog moeten zien te vinden. Het bepalen van beleid, de rekenkamerfunctie die bij nog maar weinig gemeenten actief is, het werken met een griffier, ja alles moet nog goed uitgewerkt worden. Laten we eerlijk zijn. Als de raad haar eigen agenda moet gaan bepalen, wil ik nog wel eens zien hoe hij aan zijn onderwerpen komt. Op dit moment zijn er maar weinig initiatieven in Nederland waarbij een agendapunt door één van de raadsleden wordt aangedragen. De meeste onderwerpen worden afgeleid van het collegeprogramma. En voor de rest wordt de agenda bijna geheel bepaald door al die zaken waarvoor het college nog geen mandaat heeft gekregen om dat zelf af te handelen. Dat gaat straks wel veranderen wanneer al die onderwerpen niet meer op de raadsagenda komen. Dan zal de raad zelf moeten gaan nadenken over het te volgen beleid. En als ze dan zo'n onderwerp hebben gevonden, hoe wordt de financiering dan geregeld? Normaal wordt dat voorbereid door het ambtelijk apparaat en voorgelegd door het college, maar nu wordt je gedwongen zelf dat te bepalen. Tenminste, ik denk dat er weinig colleges zullen zijn die een opdracht voor een beleidswijziging zullen aanvaarden van een raad zonder daarbij de financiële onderbouwing. De raad behoudt het exclusieve budgetrecht, en het zou dan vervelend zijn als je aan het eind van het programma als college ook nog eens afgerekend wordt op een tekort op de begroting.

Kortom: de raad dobbert de eerste tijd stuurloos in het rond. Voor zover ik weet zijn veel gemeenten al bezig met het voorbereiden van de gewijzigde mandaatregelingen. Er is nog lang niet in alle gemeenten een proces opgestart om een griffier te benoemen. En wat gebeurt er dan met het democratisch gehalte van de besluitvorming. Er is een raad die zoekende is naar de handvatten om een college te controleren. Dat college gaat wel door met haar werk. De vertaalslag van de beloftes tijdens de verkiezingen in een nieuwe vorm van duaal besturen zullen wel heel goed en heel snel geformuleerd moeten worden. Ook daar zul je in de onderhandelingen rekening mee moeten houden. Anders sterft de democratie de eerste maanden een schone dood.

Onderhandelen: oorzaak of gevolg

De situatie waarin je als plaatselijke ChristenUnie verkeert hangt sterk af van die plaatselijke situatie. Elke plaats is anders. Hoe is de verhouding in de raad. Wordt een onderhandelingspositie afgedwongen door een sterke opstelling door de jaren heen, of is het een gevolg van een succesvolle campagne. Ben je een grote in de raad, of word je gedoogd. Mag je überhaupt meedoen aan de besprekingen of gebeurt alles achter gesloten deuren. Zelfs voor jullie fractie. Dat zijn vragen die je goed in beeld moet hebben als je aan de besprekingen gaat beginnen. Het standpunt van de ChristenUnie is dat er in principe naar een afspiegelingscollege moet worden gestreefd. Dat doet het meest recht aan de democratische verhoudingen na een verkiezingsuitslag. De mensen gaan niet naar de bus om te merken dat er na de verkiezingen niets is veranderd (er van uitgaande dat de uitslag wel een verandering zou doen verwachten…). Dan heeft de betrouwbare politiek al weer zijn eerste negatieve dreun te pakken. Doe daar dus niet aan mee.
Wil men op de oude voet doorgaan: strijd daartegen. Dat is eerlijk en duidelijk. Ook al is het niet de gewoonte tot nu toe, maar vraag of je als partij altijd bij de eerste bespreking mag zijn. En zo mogelijk tot aan het eind toe. Mag dat niet lever dan in ieder geval een brief in bij de leider van de collegeonderhandelingen waarbij je aandacht vraagt voor de belangrijkste punten die je als ChristenUnie gerealiseerd wil zien. En geef deze lijst ook aan de pers. Dan kunnen ze die niet wegmoffelen en doen alsof er niets gebeurd is.

De laatste keer in Zeewolde hebben wij volledig openbare onderhandelingen gehad. Met behulp van een externe voorzitter, en de gemeentesecretaris voor het werk, zijn de partijen elkaar behoedzaam genaderd. De ChristenUnie heeft toen geen wethouder geleverd, maar onze bijdrage werd wel telkens breed uitgemeten in de pers. Veel van onze voorstellen en teksten zijn uiteindelijk overgenomen. En dat levert ook iets belangrijks op naar de burgers toe: krediet. Eerlijkheid en de bereidheid verantwoordelijkheid te dragen laten zien dat een kleine partij een functie vervult in onze democratie. En dat valt mensen op. Wij zijn er later nog vaak op aangesproken dat we inhoudelijk zo'n stevige bijdrage hebben geleverd. En dat is uiteindelijk mee de oorzaak geweest van de mogelijkheid om tijdens de rit wel een wethouder te leveren. Terwijl er best een kandidaat van een andere partij was die al wethouder geweest was in het vorige college.
Mag je er eenmaal echt bij zitten, dan begint het grote werk pas. Bedenk in dat geval altijd dat minder meer is. Alles dicht timmeren heeft geen zin. Het eerste jaar klopt dat nog wel, maar na twee jaar begint zoiets al te knellen. Ik denk dat het nu ook heel belangrijk is om te bedenken hoe je bepaalde zaken geregeld wilt hebben in de duale verhoudingen. Zoals in de vorige paragraaf al beschreven denk ik dat je het er het meeste aan hebt om als partijen eerst samen te formuleren hoe je de raad vorm wilt geven. Hoe wil je werk maken van de burgerparticipatie. Hoe wil je gewenst beleid vertalen in uitvoerbaar beleid. Dat is niet zo makkelijk, want al snel zal men gewoon wethouders willen leveren. En dan zien ze wel verder. Volgens mijn stellige overtuiging is dat niet de goede weg. Je kan beter een program voor twee jaar opstellen dat eerst een koers uitzet voor het ontwikkelen van de duale verhoudingen. Werken aan de door het rijk opgelegde gedragscodes. En dan, wanneer dat allemaal startklaar is, werken aan de gemeente. Dan maak je dan toch gewoon een nieuw programma voor de resterende twee jaar?

Dualisme, of: mag het ietsje meer zijn?

Mijns inziens moeten op z'n minst de volgende zaken snel geregeld worden wil het dualisme nog enige kans hebben:
* Stel snel een griffier aan, en dan geen deeltijder, maar een echte. Ik kom er zo nog op terug.
* Begin de komende vier jaar al met een rekenkamer, tenminste met één uit een combinatie van rekenspecialisten uit de raad, aangevuld met externe deskundigen.
* Bedenk op welke wijze je de raadsagenda wilt vullen. Doe dit desnoods in de komende drie maanden na de verkiezingen, maar laat aan de burger zien dat je als raad de nieuwe verhoudingen ook oppakt. Ook hier kom ik later nog terug.

Deze zaken zouden in het collegeprogram moeten staan.

Voor wat betreft die griffier het volgende. Dat wordt een hele kostenpost. De minister heeft volgens mij nog niet expliciet aangegeven of deze aan de gemeente vergoedt gaat worden. En de eerste mokkende geluiden zijn dan ook al te horen. Kan de gemeentesecretaris het er niet bij doen. Mag het ook een ambtenaar zijn, waar we verder toch geen werk voor hadden. Moet het wel echt, en in welke schaal dan wel niet. Naar mijn stellige overtuiging moet je een griffier aanstellen in dezelfde schaal als de gemeentesecretaris, en moet je de goede man/vrouw een voltijdsfunctie geven zonder recht op vergoeding bij overwerk. Het zit namelijk zo. De raad krijgt (alhoewel ze dat vaak al wel had maar niet gebruikte) een expliciet recht op ondersteuning. Hoe wil je dat de gemeentesecretaris laten doen? Die heeft het als het goed is druk zat. En de griffier kan niet tegen dat raadslid zeggen dat zijn antwoord wel komt (net zolang als dat het nu duurt naar de burgers toe…?) Er zullen raadsleden zijn die gretig van dat 'nieuwe' recht gebruik gaan maken. We kennen allemaal het spreekwoord: één gek kan meer vragen als tien wijzen kunnen antwoorden. Wanneer de gemeentesecretaris dergelijke vragen uit moet gaan zetten in de organisatie krijg je al snel een competentie strijd. Wat moet er nu eerst: die beleidsnota waar de raad om gevraagd heeft, of die vraag beantwoorden van dat raadslid. En op welke termijn. Wanneer hiervoor een griffier apart benoemd is, zal deze, in ieder geval in het begin, ook zelf dergelijke vragen kunnen gaan beantwoorden. Op zoek gaan naar informatie. En zo iemand heeft het gezag gezien zijn aanstelling in de organisatie die nodig is om bepaalde antwoorden ook snel los te peuteren. Als dat een of andere gesjeesde ambtenaar is zal je lang kunnen wachten voordat die zijn spullen bij elkaar heeft. Op deze wijze groeit de functie van de griffier ook naar volwassenheid, en komt de tijd vanzelf dat je er iemand bij moet gaan plaatsen. Begin dus niet te snel met een complete griffie in te richten. Niemand weet tenslotte
hoe dit precies zal gaan verlopen.
Ook zou ik nog terugkomen op die raadsagenda en de burgerparticipatie. En daar bedoel ik niet gelijk de moderne hype van de interactieve beleidsontwikkeling mee. Dat lijkt wel leuk, maar wie heeft er ervaring mee en ook niet ontdekt dat dan toch altijd weer dezelfde mensen meedoen. Als er iemand is die wel een goede ervaring heeft: mijn naam en adres zijn bekend bij de redactie. Ik zou graag met u in contact willen komen.
Nee, ik bedoel dat we als nieuwe raad moeten gaan bepalen welke onderwerpen we met en voor de burgers op de agenda gaan zetten. En hoe we dat gaan inrichten: allemaal workshops of alleen met de belanghebbenden. Gaan we eerst denken intern en dan naar buiten, of gaan we eerst aar buiten. Persoonlijk heb ik de ervaring opgedaan dat eerst naar buiten gaan het beste resultaat oplevert. Alleen moeten de mensen er wel aan wennen. Soms blijkt dan ineens weel het tweeslachtige bij de burgers. Heb je al een
stuk zeggen ze dat alles al in kannen en kruiken is, en dat inspreken toch geen zin meer heeft. Heb je geen stuk kan het bestuur weer geen keuzes maken en hoe moet de burger het dan weten. Je doet het daarmee niet gauw goed en toch ben ik van mening dat dit een kwestie van wennen is. Wanneer men doorkrijgt dat je serieus met gemaakte opmerkingen aan de slag gaat geloof ik in een volwaardige participatie. Maar daar moet nog wel wat werk voor verzet worden.

Collegeprogramma of raadsprogramma?

Je kan je afvragen of je wel een collegeprogramma moet willen. Laten die eigenheimers van een B&W dat toch vooral zelf opstellen. Die weten het toch altijd zo leuk te vertellen, dan kan dat er ook nog wel bij. Is het niet veel belangrijker om als raad de lijnen voor je eigen agenda uit te zetten. Hoe gaan we de dualiteit inrichten. Wat moet er precies in de gedragscode staan. Op welk moment willen we het over welk verkiezingsitem hebben. Kijk, dat is natuurlijk ook nodig in de nieuwe verhoudingen. De resultaten van al deze beraadslagingen worden gevat in besluiten, en daar zadelen we het college weer mee op. En doet ze dat niet goed: hup, de laan uit. En geen medelijden met de gekozen bestuurders. Je kan tenslotte aan het feit dat mensen er voor kiezen om publiekelijk belachelijk te worden gemaakt geen recht ontlenen om daar mee door te gaan. Toch?
Naar mijn idee is het dus belangrijk om als raad een koers uit te zetten, om werk te maken van de nieuwe duale verhoudingen. En zoals ik al eerder aangaf, misschien moeten we daarvoor deze eerste keer een apart program afspreken waarbij je eerst als raad je knopen gaat tellen. Geef jezelf twee jaar om in samenspraak met de burgers de lijnen uit te zetten. Daar heb je een heel democratisch leven lol van.

Slot

Toen ik dit verhaal zelf terug las dacht ik: geloof ik nog wel in de politiek?

Nou dat antwoord is duidelijk: echt wel! Eerlijk waar! Ik denk namelijk dat de mensen nog altijd het meeste geboeid worden door een heldere stellingname en duidelijke argumenten. En als u iets te zeggen hebt: doe het dan in mensentaal. En niet als de eerste de beste politicus. Durf stelling te betrekken. Durf ook ongelijk te bekennen. Durf voor je mening op te komen. Dat spreekt mensen nog altijd aan. En dat begint al bij de collegeonderhandelingen.

Door Ernst Cramer, wethouder te Zeewolde

Gepubliceerd in DenkWijzer 2002, 1