Met Kuyper op campagne

Met Kuyper op campagne

23 maart 2020 om 12:00 by Addy Plieger (adviseur)

In een tijd zonder televisie en sociale media kreeg Abraham Kuyper ruim 300.000 mensen zover dat zij hun handtekening zetten onder een petitie aan de koning. Met dit Volkspetitionnement mobiliseerde Kuyper op strategische wijze ‘het volk achter de kiezer’ om zich te keren tegen de nieuwe liberale onderwijswet. Het feit dat hij met zijn boodschap zo’n grote groep mensen op de been kreeg, levert prima denkstof op voor het campagnevoeren van nu.

De kwestie waartegen Kuyper en zijn antirevolutionaire verwanten in de negentiende eeuw streden, was de bekostiging van het onderwijs. Ten tijde van de Franse Revolutie was het onderwijs een staatszaak geworden. Niet langer bepaalde de Hervormde Kerk het onderwijsbeleid. Christelijke scholen werden weliswaar niet verboden, maar op financiering van de overheid hoefden de initiatiefnemers van bijzonder onderwijs niet te rekenen. De openbare scholen kregen wel overheidssteun. Dat zette bij veel protestantse christenen, die het christelijk gehalte van openbaar onderwijs te zwak vonden, kwaad bloed.
In 1878 diende het kabinet-Kappeyne van de Coppello een nieuwe Lager Onderwijswet in met daarin verbeteringen voor het onderwijs. Deze betroffen 1) de bouw en inrichting van scholen en klaslokalen, 2) een kleiner aantal leerlingen per klas en 3) een hoger salaris voor de onderwijzers en 4) verplichting van voorgaande maatregelen. Dat was een  groot  probleem voor de voorstanders van het bijzonder onderwijs. Zij moesten deze verbeteringen immers zelf bekostigen. Bovendien hield   de nieuwe wetgeving een vergroting van de bemoeienis van de overheid in.
De antirevolutionairen en later ook de rooms-katholieken, bestreden deze plannen sterk. Kuyper, die ook hoofdredacteur van De Standaard was, schreef in een reactie: “Nooit of nimmer is de vrije school zóó ruw en zóó hardhandig aangepakt op en op zóó barbaarsche manier van de stoep afgedrongen als in   dit koele, onbarmhartige, diepkrenkende staatsstuk.”1 In het hele land ontstond toenemend protest tegen het wetsontwerp.
Kuyper steunde dat met talloze publicaties en door het schrijven populaire artikelen. Ook nam hij samen met De Savornin Lohman en De Geer van Jutphaas het initiatief tot het opstellen van een petitie: het Volkspetitionnement.

Het Volkspetitionnement | Met deze petitie richtten zij zich tot de koning met het verzoek om de onderwijswet niet te ondertekenen. Want, zo zeiden Kuyper en consorten, met die wet zorgde de overheid ervoor dat christelijk onderwijs niet was weggelegd voor de armen. Minister Kappeyne van de Coppello stuurde als reactie op deze petitie een nota naar de koning. Niet alleen verweet hij de opstellers het grofste communisme, ook schreef hij dat voldoen aan het verzoek de Kroon onmiddellijk in botsing zou brengen met de ‘vertegenwoordigers van het land’. De wet was namelijk inmiddels al door zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer aanvaard.
Hieruit blijkt dat de machtsverhouding tussen koning, kabinet en parlement was verschoven ten gunste van het parle- ment. Bij een eerdere petitie in 1856, onder leiding van Groen van Prinsterer (die overigens nog geen tienduizend handtekeningen behaalde), kon de koning nog wel weigeren een wet te ondertekenen, maar in 1878 leverde dat grote problemen op. Volgens P.J. Oud, geschiedschrijver van de parlementaire geschiedenis was de petitie zelfs staats- gevaarlijk.2 Hij geeft Kappeyne van de Coppello op dit punt dus gelijk. Kuyper zette de petitie toch door, hoe- wel hij zelf ook wel wist dat de koning grondwettelijk gezien weinig ruimte had om de wet niet te ondertekenen. Hij wilde namelijk gebruik maken van het massale verzet en van de media-aandacht die de wet opriep. Het Volkspetition- nement was voor hem geen doel op zich, maar een middel om de binnen de orthodox-protestante bevolkingsgroep de bewustwording van de eigen identi- teit op gang te brengen. Hij maakte een democratisch gat zichtbaar tussen par- lement en gewone burger en keek verder dan de actualiteit van 1878.3 Het Volkspe- titionement vormde zo, welbeschouwd, het begin van een politieke, sociale en kerkelijke emancipatie.

Kuypers strategie | Het lukte Kuyper dus om het ‘volk achter de kiezer’ de mobiliseren Men noemt het Volkspeti- tionnement wel het meest spectaculaire moment in de ‘Schoolstrijd’. Wat zich vooraf en nadien in ’s lands vergaderzaal afspeelde, kwam nu door een perfect geregisseerde massa-actie in de pu- blieke belangstelling.4 Het onrecht van de liberale schoolwet was in stad en land het gesprek van de dag. Volgens biograaf Rullmann “spreidde Kuyper in de drie maanden die aan de aanbieding vooraf gingen op onvergelijkelijke wijze zijn veldheerstalent ten toon. Dag aan dag leverde hij slag met de bladen der tegenpartij. (…) Handig maakt hij daarbij gebruik van alle middelen die de vecht- kunst aanbood.”
Praktisch gezien was de organisatie van het Volkspetitionnement lastig. Men moest de handtekeningen binnen een week en midden in de zomer inzame- len. Daarbij waren de initiatiefnemers afhankelijk van lokale inzet. Ze werden geholpen door de Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs en door een landelijk comité voor het Volkspetitionnement. Dit comité scha- kelde ter voorbereiding een netwerk van personen en organisaties in, dat in korte tijd moest zorgen voor de oprichting van lokale comités die het petitionnement op plaatselijk niveau kon uitvoeren.
Deze lokale comités hadden overigens geen politiek karakter, de link met de kiesverenigingen is namelijk niet duide- lijk te leggen. Wel die met de hervormde en de gereformeerde kerkenraden.
Ouderlingen stelden hun huis of de consistorie open, er werden bidstonden belegd, soms zamelden lokale comités zelfs huis-aan-huis handtekeningen in. Ook zochten zij de publiciteit. Zo ontvin- gen alle inwoners van Goes een pamflet dat ook in de lokale krant werd geplaatst. Dat pamflet riep iedereen op om de petitie aan de koning te tekenen “omdat het door die wet ons zoo goed als onmogelijk zal gemaakt worden, voor onze kinderen een School te hebben met den Bijbel”.
De (netwerk)strategie werkte perfect. Het Volkspetitionnement werd in vijf da- gen tijd door 305.596 personen getekend. Een soortgelijke petitie van rooms-katho- lieken kreeg 164.000 handtekeningen.
Een enorm aantal als je dit afzet tegen het aantal van 122.000 kiesgerechtigden voor de Tweede Kamer in die tijd. Mannen, vrouwen, analfabeten: iedereen werd bereikt en kwam in actie. De basis van het succes van het Volkspetitionnement was de boodschap dat de schoolwet van Kappeyne de Cappollo discrimineerde en onrechtvaardig was. Dit sprak de onderste lagen van de bevolking sterk aan want juist zij konden voor hun kinderen het christelijke onderwijs niet betalen.

Campagnevoeren à la Kuyper | Nu de ChristenUnie zich weer opmaakt voor een nieuwe verkiezingscampagne is het leerzaam eens te kijken naar het succes van Kuypers mobilisatiestrategie. Ook voor lokale afdelingen, die voortdurend nadenken over het bereiken van de juiste doelgroepen, is dit zinvol. Welke lessen zijn er te trekken?

  1. Wie zich in een hoek gedrukt voelt is eerder tot actie bereid. De kracht van actievoeren is soms evenredig aan de mate van ervaren discriminatie. Kies, naast de meer vanzelfsprekende Chris- tenUnie-thema’s, naar een onderwerp dat een appel doet op die beleving. Daarliggen kansen tot mobilisatie van kiezers
  2. Kuyper richtte zich tijdens zijn politieke loopbaan op veel onderwerpen. Toch lukte het hem, door zijn mening over de onderwijskwestie voortdurend te herhalen, op dat punt de aandacht te krijgen en vast te houden. Profileren be- stond in die tijd ook al! Kuyper verstond de kunst ervoor te zorgen dat hij steeds geassocieerd werd met zijn inzet voor het bijzonder onderwijs. Het was wel een kwestie van een lange adem en van wachten op het goede moment. Heb dus geduld en let op timing.
  3. Het Volkspetitionnement werd een succes door het handig inzetten van bestaande netwerken. Kuyper c.s. zochten medestanders en vervolgens sleutelfiguren en sleutelorganisaties door het hele land. Lokale afdelingen kunnen dat ook nu: de ChristenUnie is immers een netwerkpartij. Maak per thema strategisch gebruik van netwerken. Zoek naar de juiste mensen met de juiste contacten. Zorg er zo voor dat de boodschap van de ChristenUnie de hele samenleving bereikt. 
  4. Werk samen met medestanders buiten je eigen kring via gedeelde overtuigingen. Kuypers pleidooi vond weerklank bij de rooms-katholieken,  zij   organiseerden een soortgelijke actie en zo ontstond er samenwerking. Wees niet bang om op belangrijke thema’s onverwachte, slimme coalities te smeden – binnen en buiten de politiek.
  5. Maak gebruik van verschillende media zoals Kuyper dat deed. Hij schreef talloze artikelen en opiniestukken. Hem lukte het zo om in een tijd zonder sociale media en internet ruim 300.000 mensen via een handtekening aan zich te binden. Dat waren er veel dan er in die tijd kiesgerechtigd waren.

Addy Plieger is adviseur bij de Bestuurders- vereniging van de ChristenUnie.