Handelen op grijs gebied

Handelen op grijs gebied

vluchteling

24 september 2019 om 12:00 by Simone Kennedy (fractievoorzitter ChristenUnie Amersfoort)

Als raadslid uitgeprocedeerde asielzoekers begeleiden

In azc’s en vooral uitzetcentra kom je een heftige wereld tegen waar goed of fout moeilijk te definiëren is, waar verstand strijdt met emotie en waar recht conflicteert met barmhartigheid. In detentiecentra is dat vast nog veel erger, maar daar zitten de asielzoekers opgesloten en mogen bezoekers nauwelijks binnenkomen. Als je in een uitzetcentrum of detentiecentrum werkt, kun je maar het beste de regels volgen en je niet teveel inlaten met de bewoners. Als je wel betrokken zou raken bij het wel en wee van deze asielzoekers en hen wilt helpen, schep je alleen maar verwachtingen die je niet waar kunt maken, wat leidt tot teleurstelling bij alle betrokkenen. Als gemeenteraadslid en als christen wilde ik dit grijze gebied nader onderzoeken, om te voorkomen dat ik met mijn mening klaar zou staan zonder de situatie zelf te hebben ervaren. Maar ik wilde me niet zo laten meeslepen dat ik als een vluchtelingenknuffelaar de realiteit uit het oog zou verliezen.

In azc’s en vooral uitzetcentra kom je een heftige wereld tegen waar goed of fout moeilijk te definiëren is, waar verstand strijdt met emotie en waar recht conflicteert met barmhartigheid. In detentiecentra is dat vast nog veel erger, maar daar zitten de asielzoekers opgesloten en mogen bezoekers nauwelijks binnenkomen. Als je in een uitzetcentrum of detentiecentrum werkt, kun je maar het beste de regels volgen en je niet teveel inlaten met de bewoners. Als je wel betrokken zou raken bij het wel en wee van deze asielzoekers en hen wilt helpen, schep je alleen maar verwachtingen die je niet waar kunt maken, wat leidt tot teleurstelling bij alle betrokkenen. Als gemeenteraadslid en als christen wilde ik dit grijze gebied nader onderzoeken, om te voorkomen dat ik met mijn mening klaar zou staan zonder de situatie zelf te hebben ervaren. Maar ik wilde me niet zo laten meeslepen dat ik als een vluchtelingenknuffelaar de realiteit uit het oog zou verliezen.

Optrekken met asielzoekers
Mijn betrokkenheid bij dit onderwerp begon toen ik voor mijn politieke werk een vluchteling interviewde over de manieren waarop hij tijdens zijn reis was opgevangen en behandeld. Na dat diepgaande gesprek bleek hij weer zoveel nachtmerries te krijgen dat hij uitviel op school en zijn gokverslaving niet langer in de hand had, en zodoende bijna uit zijn huis werd gezet. Natuurlijk voelde ik   me verantwoordelijk. Ik had niet voorzien dat mijn vragen zijn trauma’s deden herleven. Op zijn verzoek heb ik hem vervolgens vergezeld naar al zijn afspraken: met gemeente, wijkteam, schuldhulpverlener,  huisarts,  psycholoog,  woningcorporatie, etc. Ik wist niet dat een vluchteling zijn week kon vullen met zoveel afspraken. Niemand zag het totale plaatje en eigenlijk stond hij moederziel alleen in deze samenleving

In 2015 werd onze sporthal gevuld met vluchtelingen uit Syrië en Eritrea en zette ik de Facebookgroep ‘Gastgezin Amersfoort’ op, die uitgroeide tot een enorm netwerk in Amersfoort van inwoners die zich bekommerden om de nieuw ingekomen vluchtelingen, de oudkomers en de asielzoekers in het lokale uitzetcentrum.

In de sporthal had ik ruim honderd asielzoekers leren kennen, die ik jarenlang mocht volgen omdat iedereen die een verblijfsvergunning kreeg in Amersfoort een sociale huurwoning kreeg en degenen zonder verblijfsvergunning ook het contact behielden vanuit hun uitzetcentra. Vooral vluchtelingen, maar ook de zogenaamde gelukzoekers. Soms vroeg ik hen waarom ze waren gevlucht naar Nederland. Een Syriër vertelde me dat hij in Syrië drie huizen, vele auto’s  en connecties met   de overheid had en in Nederland was gekomen om te  relaxen. Maar later begreep ik dat hij aan alle kanten werd bedreigd   en gedwongen werd partij te kiezen in het conflict, zodat hij vluchtte om niet verscheurd te worden. Nederland voelde als een land waar hij voor het eerst weer vrij kon ademen. Er  zat vaak een enorme kloof tussen wat ze zeiden in hun gebrekkige Nederlands en wat ze bedoelden. Maar de IND heeft met deze groep naar mijn beleving geen grote fouten gemaakt.

Rol als raadslid
Maar wat doe je als gemeenteraadslid met de asielzoekers in het uitzetcentrum? Het is bevredigend om vluchtelingen te helpen die een verblijfsvergunning krijgen en graag willen integreren. Maar het is uitputtend en ontmoedigend om uitgeprocedeerde asielzoekers te helpen. Ik kreeg veel verzoeken om de burgemeester, de gemeenteraad, de landelijke ChristenUniefractie of de staatssecretaris ervan te overtuigen om uitzettingen tegen te houden. Maar dat doe ik niet als ik de zaak niet ken. Dus ging ik op bezoek, vroeg ik toestemming om de IND-dossiers te mogen lezen en sprak ik met de vrijwilligers die eromheen stonden. Wat ik heel frustrerend vond, is dat ik meestal niet kon praten met Vluchtelingenwerk of de Dienst Terugkeer & Vertrek om hun kant van het verhaal te horen. Op basis van de informatie die wel tot mijn beschikking stond bepaalde ik mijn interventie.

Loop je als raadslid ook mee in een protestmars als alle regels goed zijn gevolgd? Rond de dreigende uitzetting van Lili en Howick heb ik dat wel gedaan, omdat ik vind dat kinderen die al zo lang in Nederland zijn niet uitgezet moeten worden. Toch had de moeder van Lili en Howick de waarheid verdraaid en de ene na de andere procedure aangespannen om uitzetting te voorkomen. Net als veel andere uitgeprocedeerde asielzoekers verkoos ze het leven in een AZC met goed onderwijs voor de kinderen boven het leven in een onveilig of onzeker land met slecht onderwijs.

Ik kende ondertussen veel schrijnender gevallen, die ook zouden worden uitgezet, maar waar geen protestmars voor werd georganiseerd. Een aantal gezinnen werd ook daadwerkelijk uitgezet. Defence for Children had in een rapport laten zien dat gezinnen die onvrijwillig waren uitgezet in armoedige omstandigheden leefden in Armenië. In radio- en televisie-uitzendingen protesteerde ik tegen uitzetting, pleitte ik voor een kinderpardon, maar raadde ik de betrokkenen aan om mee te werken aan vrijwillige terugkeer, zodat ze recht zouden hebben op geld, goederen in natura, huisvesting, beroepsopleiding en huiswerkondersteuning tijdens en na uitzetting – voorrechten die je verliest bij een gedwongen uitzetting. Maar de landelijke ophef over deze zaak leidde uiteindelijk toch tot een verblijfsvergunning voor deze kinderen, iets dat ze niet zouden hebben gekregen als ze mijn advies hadden gevolgd.

Rechtsstatelijkheid
Christen-politici bevinden zich dus in een moeilijke spagaat. Aan de ene kant wil je de rechtsstaat verdedigen en de wet hoog houden. Aan de andere kant wil je de menselijke kant van het verhaal niet uit het oog verliezen.

Volgens de wet kan niet iedereen die asiel aanvraagt ook daadwerkelijk een verblijfsvergunning krijgen. De IND heeft veel kennis en deskundigheid in huis en neemt meestal goede besluiten. Maar het apparaat werkt te traag en er gaat te veel tijd overheen voordat tot uitzetting kan worden overgegaan door wachttijden en juridische procedures. Daarnaast is het vaak niet mogelijk om de benodigde reisdocumenten te krijgen als de identiteit of nationaliteit niet met zekerheid kan worden vastgesteld.

Ook willen veel asielzoekers niet meewerken aan het verkrijgen van de juiste documenten of frustreren zij uitzetting door onder te duiken of door een nieuwe procedure aan te spannen. Ten slotte werken te veel landen niet mee aan terugkeer, waardoor uitzetting niet altijd mogelijk is. Een uitzetting is onder deze omstandigheden dus niet goed wettelijk uit te voeren.

Medemenselijkheid
En dan de menselijke kant van het verhaal. In het uitzetcentrum en het detentiecentrum vervaagt het onderscheid tussen recht en onrecht en zijn er geen heldere politieke en morele keuzes te maken. Elk verhaal van een uitgeprocedeerde asielzoeker bevat verkeerde inschattingen, weggeslagen hoop, onrechtvaardige momenten, angst, verdriet en trauma’s. In elk centrum waar mensen zonder rechten worden  weggestopt  ligt  machtsmisbruik op de loer. Spanning, agressie, manipulatie en depressie vermeerderen naarmate mensen hun hoop verliezen. Uitgeprocedeerde asielzoekers leven in een harde wereld.

Jezus zei in een gelijkenis in Mattheüs 25: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.” Als asielzoekers in deze situatie mensen ontmoeten die vriendelijk zijn en zich om hen bekommeren, denken ze engelen te zien. Maar de mooiste engel is natuurlijk diegene die de meeste hoop biedt. En daarin zijn we menselijke engelen, die soms de waarheid zelf ook niet willen zien en liever valse hoop geven. Uitgeprocedeerde asielzoekers hebben hoop nodig om te kunnen blijven leven, om op te staan en de dagelijkse dingen te doen. Als de persoon op wie jij je hoop had gevestigd zelf de hoop verliest, gaan ze naar iemand anders die nog wel hoop biedt. En als menselijke engelen kunnen we de toekomst ook niet voorspellen. Ik had geen hoop meer bij Lili en Howick en dat bleek later onterecht.

Na het kinderpardon
Uiteindelijk zal mijn aanpak ook na de uitvoering van het kinderpardon niet veel anders zijn, want het omgaan met uitgeprocedeerde asielzoekers blijft een grijs gebied. Allereerst zouden alle (bijna) uitgeprocedeerde asielzoekers de kans moeten krijgen om contact te leggen

met Nederlanders. Hoe meer contacten, hoe meer hoop (hoop doet leven) en hoe kleiner de kans dat er machtsmisbruik plaatsvindt. Deze Nederlanders kunnen onrechtvaardige  situaties  aankaarten bij de lokale politiek. De politiek moet beide kanten van het verhaal willen horen, zowel de kant van de asielzoekers als van de IND (dossiers), Dienst Terugkeer en Vertrek en Vluchtelingenwerk. De asielzoekers zouden daar toestemming voor moeten geven. Tegen een onrechtvaardige uitzetting kan door de politiek protest worden aangetekend.

Maar als uitzetting onvermijdelijk lijkt te zijn, moet tijdig de keus worden gemaakt om mee te werken aan vrijwillige uitzetting om de kansen op succes in dat land te vergroten. Dit lukt meestal alleen als alle vrijwilligers en organisaties elkaar opzoeken en onderling overleggen. Hopelijk heeft die asielzoeker ondertussen een klein netwerk opgebouwd binnen de Nederlandse samenleving, die hem of haar na terugkeer kan helpen om contact te houden, eventueel steun te verlenen en elkaar misschien zelfs over en weer te bezoeken.

Op deze manier kun je zowel de wet handhaven als menselijke steun verlenen. Maar het vereist veel van christenpolitici en Nederlandse vrijwilligers qua tijd, inzet en energie. Dat kun je niet van iedereen vragen.


Simone Kennedy-Doornbos is fractievoorzitter van de ChristenUnie in Amersfoort en in het dagelijks leven touroperator. Ze is getrouwd met een Amerikaan (James) en heeft negen jaar als migrant in de VS gewoond, waar ook hun drie kinderen zijn geboren. Na terugkeer in 2003 is ze twaalf jaar lid geweest van het curatorium van de mr. G. Groen van Prinstererstichting. Ze is nu penningmeester bij de Stichting LOS (Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt).