Gemeenschap in tijden van globalisering

Gemeenschap in tijden van globalisering

Lambert

24 september 2019 om 12:00 by Robert van Putten (onderzoeker)

Een gesprek met WI-onderzoeker Lambert Pasterkamp

De klimaatcrisis en de migratiecrisis, twee grote maatschappelijke thema’s die momenteel domineren in het publiek debat. Ze hebben gemeenschappelijk dat het vraagstukken van mondiale omvang zijn. Ze overstijgen niet alleen onze landsgrenzen, maar spelen bovendien overal ter wereld. Lambert Pasterkamp, onderzoeker bij het Wetenschappelijk Instituut, schreef hierover het boek Geordende globalisering. Zijn boek wordt op 4 oktober gepresenteerd tijdens een ‘globaliseringsdebat’. Ik mocht de conceptversie van het boek vast lezen en legde de auteur een aantal vragen en leeservaringen voor.

De klimaatcrisis en de migratiecrisis, twee grote maatschappelijke thema’s die momenteel domineren in het publiek debat. Ze hebben gemeenschappelijk dat het vraagstukken van mondiale omvang zijn. Ze overstijgen niet alleen onze landsgrenzen, maar spelen bovendien overal ter wereld. Lambert Pasterkamp, onderzoeker bij het Wetenschappelijk Instituut, schreef hierover het boek Geordende globalisering. Zijn boek wordt op 4 oktober gepresenteerd tijdens een ‘globaliseringsdebat’. Ik mocht de conceptversie van het boek vast lezen en legde de auteur een aantal vragen en leeservaringen voor.

Wat was de aanleiding om deze studie over globalisering te schrijven? | “Het maatschappelijke debat is nogal gespannen als het gaat om allerlei globaliseringsthema’s. Denk aan migratie, klimaatverandering of veiligheid. Al deze thema’s hangen samen met de wereldwijde integratie die we meemaken. Daardoor komen we met nieuwe medemensen en nieuwe uitdagingen in aanraking. Wat betekent het om daar recht aan te doen? Tegelijkertijd willen we als ChristenUnie maatschappelijke tegenstellingen overbruggen. Hoe kunnen we vrede zoeken? Om op die vragen een antwoord te vinden, bleek er behoefte aan bezinning op globalisering. Wat is er gaande? En hoe kunnen we daar vanuit de christelijk-sociale traditie aan beantwoorden?”

En wat is er gaande? Wat is het probleem met globalisering? | “Ik houd er niet zo van om in problemen te denken. Hoewel politiek wel vaak over problemen gaat. Neutraler geformuleerd gaat het om een versmelting van levenssferen. Dat kan dichtbij zijn en ver weg. Denk aan wereldwijde consumptieketens die de Nederlandse of Europese levenssfeer doet versmelten met die van producenten in China. Eenzelfde beweging is zichtbaar bij migratie of in internationale veiligheidsvraagstukken. Dat is een gegeven, dat vervolgens wel grote politieke vragen met zich meebrengt, zoals de vraag naar politieke gemeenschap. Je zou kunnen zeggen dat het politieke verband waarbij we behoren verzwakt door globalisering. Door die versmelting verliezen veel mensen het gevoel dat we bij elkaar behoren in politieke gemeenschappen. We voelen ons minder op elkaar betrokken. Dat wordt zichtbaar in maatschappelijke spanningen rond discussies over migratie, klimaatbeleid of veiligheid. De gemeenschap die een uitvalsbasis vormde en die houvast bood, komt onder druk te staan door globalisering.”

Wat is jouw aversie tegen het woord ‘probleem’? | “Als je het over problemen hebt, zit je al snel ook in de negatieve sfeer of in de doemscenario’s. In politiek opzicht zit je ook al snel aan schuldigen te denken, en daar houd ik niet zo van. Ik wil aan iets bouwen en niet iets afbreken. Probleemanalyses zorgen vaak voor gehakketak, in voor- en tegenstanders. Het past ook wel bij een wetenschappelijk instituut om niet het probleem  al te veronderstellen voordat je een onderzoek start. Daarom wil ik liever niet vanuit een probleem vertrekken. Bovendien, als je over problemen praat bij globalisering is een deel van je publiek al afgehaakt, want dat ervaart geen problemen met globalisering.

Toch gaat het in je boek veel over problemen. Je typeert globalisering zelfs als de nieuwe ‘sociale kwestie’. En grote woorden vallen: onthechting en existentiële kwestie. | “Globalisering zelf is geen probleem, maar iets dat twee kanten heeft. Isaac da Costa zei dat de boekdrukkunst een stap naar de hel en tegelijk een stap naar de hemel is. Met wat minder pathos kan je zeggen dat elke ontwikkeling twee kanten heeft, en dat geldt ook voor globalisering. Het is een ontwikkeling ten goede en ten kwade.”

Waarin zit dan de ‘stap naar de hemel’ bij globalisering? | “Globalisering biedt ons, als we dat willen zien ten minste, zicht op nieuwe naasten en geeft mogelijkheden voor allerlei nieuwe verbindingen met mensen die tot nog toe buiten ons blikveld vielen. Ik geloof dat het paus Benedictus is die ergens zegt dat ware globalisering ons dichter bij een ervaring van mens-zijn brengt, namelijk dichter bij de diversiteit van Gods werkelijkheid. Daarin zie ik globalisering als een positieve ontwikkeling. Maar dat veronderstelt wel dat je dat wilt zien en kunt zien. En voor dat kunnen zien is wel nodig dat je een uitvalsbasis hebt, een eigen plek hebt, dat je je ergens thuis kunt voelen van waaruit je de wereld tegemoet kunt treden. Dat staat echter onder druk door de erosie van politieke gemeenschappen, en daardoor vormt globalisering ook een politieke uitdaging. Daarom is een bepaalde orde wel nodig, en dat is de orde van de gemeenschap.”

Een gevoel dat me bij het lezen bekroop met je nadruk op heimat, heemding en het lokale is dit: de kosmopoliet krijgt alle klappen bij jou, terwijl de lokaal gewortelde geknuffeld wordt. | “Je hebt denk ik gelijk als je analyseert dat de kosmopolieten het gebeten hondje zijn. Soms ben ik bang dat de kosmopoliet, de mens met grote idealen voor de wereld, voorbijgaat aan de concrete naaste, de buurman, de mensen uit de directe leefomgeving. Precies daar begint gemeenschap, dat is niets iets dat je top-down organiseert. Dat groeit op vanuit het kleinst mogelijke niveau.”

Kan dit betoog, wellicht onbedoeld, steun geven aan nationalistische verlangens van ‘gesloten grenzen’ en ‘eigen volk eerst’? | “Dit kan ik me voorstellen, maar ik zou het jammer vinden als het daar voeding aan geeft. Ik heb het ook nergens expliciet over de nationale gemeenschap en ook niet alleen maar over de lokale gemeenschap. Ik gebruik bewust het begrip ‘politieke gemeenschap’ als een wat vloeibaar begrip. Dat kan slaan op iets dat kleiner is dan de natie, maar ook op iets groters. Politieke gemeenschap kan lokaal, nationaal, maar ook op Europees niveau bestaan. Mijn betoog is niet nationalistisch in de zin van ‘de dijken optrekken’ of ‘we gooien de luiken dicht’, maar wel nationalistisch in die zin dat waar we druk ervaren en waar we voelen dat onze politieke werkelijkheid onder druk staat, het niet zinvol is om top-down een Europese of mondiale benadering op te leggen aan de mensen. Dus is mijn pleidooi: probeer terug te vallen op wat al bestaat en verstevig dat verder. En ik denk inderdaad dat de nationale politieke gemeenschap nog wel altijd de sterkste is die we kennen. En dat zal ook nog wel een tijdje zo blijven. Ik ben niet tegen Europeanisering, maar wanneer het spannend wordt moet je vooral kijken waar we elkaar herkennen, en dat kan het beste op nationaal niveau.”

In je typering van globalisering als ‘sociale kwestie’, wijs je erop dat Abraham Kuyper ruim honderd jaar terug ook een ‘geestelijke dimensie’ onderscheidde in de sociale kwestie van zijn dagen. Volgens Kuyper, zo schrijf je, was naast leniging van fysieke nood ook een ‘geestelijk reveil’ nodig. Hoe zit dat bij globalisering? | “Het is een beetje spannend om in de politiek tot een geestelijk reveil op te roepen. Wellicht werk ik het daarom niet helemaal uit in mijn boek. Zo’n reveil is eerst en vooral iets wat buiten de politiek zou moeten gebeuren. In de politiek gaat het al snel om macht, dat heeft niet zoveel te maken met een geestelijk reveil. Maar inderdaad zag Kuyper in de sociale kwestie van zijn tijd ook een geestelijke crisis en ik denk dat je goed kunt betogen dat waar globalisering slachtoffers maakt dat dat ook een geestelijke dimensie heeft. De Kroatische theoloog Miroslav Volf zegt dat de huidige globalisering een kil en bijna technisch proces, waarin de bezieling ontbreekt. En in zijn encycliek Caritas in Veritate stelt paus Benedictus XVI prachtig dat we de globalisering moeten proberen te bezielen, want globalisering moet vooral gaan over betrokkenheid van mensen wereldwijd. Die onderlinge relatie of de gemeenschap moet dan ook het leidmotief zijn van globalisering en niet dat het technisch of economisch voordelig is. Zolang globalisering niet door de liefde gedreven wordt is een geestelijk reveil nodig. Ik vind het alleen heel ingewikkeld dat politiek handen en voeten te geven, want de liefde laat zich niet commanderen.”

Een ander spannend punt in je boek is de manier waarop je de noties vanvrede en recht gebruikt. Tegenover het dominante accent – ook in de ChristenUnie – op recht zeg jij: ‘vergeet de vrede niet’. Waarom deze accentverschuiving? | “Ja, accentverschuiving vind ik mooi gezegd, want ik wissel niet het een in voor het ander. Dat is het beslist niet. Ik denk dat vrede, meer nog dan recht, het in zich heeft tegenstellingen te kunnen overbruggen. In mijn boek maak ik me zorgen over maatschappelijke tegenstellingen, niet omdat tegenstellingen als zodanig problematisch zijn, maar wel omdat we het zicht op de mensen achter die tegenstellingen verliezen. Vrede kan, in mijn optiek, die kloven overbruggen. Als je in termen van recht denkt, zoals velen doen, vrees ik dat we weinig verder komen. Ieder heeft zijn eigen opvatting van wat (zijn) recht is, en opvattingen over rechtvaardigheid botsen. Dat heeft het risico in zich dat we niet dichterbij elkaar komen en dat tegenstellingen blijven bestaan. Als we ook denken in termen van vrede, kunnen we wel dichterbij elkaar komen. Bij een focus op vrede komt de ander als mens in beeld, in plaats van enkel onze ideeën over hoe de werkelijkheid zou moeten zijn.”

Je spreekt van ‘geordende globalisering’. Dat suggereert de bestuurbaarheid van globalisering. Maar kan dat wel? Opvallend is ondertussen in jouw betoog dat de overheid helemaal niet ter sprake komt. Wie ordent dan die globalisering? | “Geordende globalisering is een verwijzing naar Augustinus die spreekt over ‘de ordening van de liefde’. Als ik moet verwoorden wat geordende globalisering is dan denk ik dat de orde van globalisering die van gemeenschappen is. Of we globalisering kunnen ordenen in beleidsmatige zin, dat betwijfel ik. Maar we zijn geen slachtoffer van die globalisering, we kunnen eigenaar van die globalisering zijn wanneer we ons op de ander en op de gemeenschap richten. Dan wordt globalisering ook hanteerbaar of stuurbaar. Het gaat om een geestesgesteldheid: zien we de impact van globalisering in het leven van mensen? Denk bijvoorbeeld even heel dichtbij aan onze bestellingen bij bol.com, waardoor mensen diep in de nacht voor onze spoedige bezorging moeten werken. Als we als burgers van de politieke gemeenschap hierin iets van gemeenschap nastreven kan er politiek draagvlak ontstaan om daar iets aan te doen.”

Toen ik het laatste essay uit je boek las, dacht ik in een ander boek terecht te zijn gekomen. Ineens ontvouwt zich een pleidooi voor ‘christelijk kosmopolitisme’. Het is een verhaal over liefde en globalisering. Wat gebeurt daar? |”Die vraag heb ik vaker gekregen. Het is een spanning die ik niet helemaal oplos. Ik bezie het zo, vanuit Augustinus: de eerste vier essays gaan sterk over de ‘aardse stad’. Christenen leven ook in die aardse stad en daarin komt het eropaan hoeje politiek handelt. Alleen vond ik dat perspectief te karig voor een boek over globalisering vanuit christelijk perspectief. Er is een veel grootser perspectief vanuit de ‘hemelse stad’, en daarover gaat het vijfde essay. Dat is waar we naartoe gaan en de liefde die centraal staat in de ‘hemelse stad’ mag de diepste bron van christenen zijn.”


Lambert Pasterkamp studeerde politicologie en politieke filosofie aan de Universiteit Leiden. Daarna werkte hij als beleidsmedewerker voor de ChristenUnie in het Europees Parlement. Sinds 2018 is hij wetenschappelijk medewerker bij het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie. Daarnaast is hij ook docent sociologie aan de Christelijke Hogeschool Ede.