Forum voor Democratie en de christelijke kiezer

Forum voor Democratie en de christelijke kiezer

Vlag Europa

24 september 2019 om 12:00 by prof. dr. Jan Hoogland (Bijzonder hoogleraar Christelijke Filosofie en universitair docent Bestuurswetenschappen)

De laatste twee verkiezingen, voor de Provinciale Staten en voor het Europees Parlement, lieten een duidelijke overwinning zien voor een partij op de rechterflank, Forum voor Democratie, zij het dat het resultaat bij de Europese verkiezingen alweer iets was teruggevallen. In het kielzog van deze overwinning werd er ook een nieuwe kloof zichtbaar, namelijk tussen de Staatkundig Gereformeerde Partij en de ChristenUnie. Denk aan de afgebroken coalitie-onderhandelingen in Zuid Holland en de breuk in het Europees Parlement. In beide gevallen zag de SGP geen principiële bezwaren tot samenwerking met FvD, maar de CU wel. Wat hier zichtbaar werd als een kloof tussen SGP en CU is voor een deel vermoedelijk ook een tweespalt binnen beide partijen zelf (zij het dat bij de ChristenUnie de meerderheid duidelijk niets van FvD moet hebben, terwijl dit bij de SGP andersom is). Dit klaarblijkelijke verschil in voorkeuren roept onvermijdelijk de vraag op hoe dit verschil in inschatting zich verhoudt tot de christelijke grondslag van beide partijen.

De laatste twee verkiezingen, voor de Provinciale Staten en voor het Europees Parlement, lieten een duidelijke overwinning zien voor een partij op de rechterflank, Forum voor Democratie, zij het dat het resultaat bij de Europese verkiezingen alweer iets was teruggevallen. In het kielzog van deze overwinning werd er ook een nieuwe kloof zichtbaar, namelijk tussen de Staatkundig Gereformeerde Partij en de ChristenUnie. Denk aan de afgebroken coalitie-onderhandelingen in Zuid Holland en de breuk in het Europees Parlement. In beide gevallen zag de SGP geen principiële bezwaren tot samenwerking met FvD, maar de CU wel. Wat hier zichtbaar werd als een kloof tussen SGP en CU is voor een deel vermoedelijk ook een tweespalt binnen beide partijen zelf (zij het dat bij de ChristenUnie de meerderheid duidelijk niets van FvD moet hebben, terwijl dit bij de SGP andersom is). Dit klaarblijkelijke verschil in voorkeuren roept onvermijdelijk de vraag op hoe dit verschil in inschatting zich verhoudt tot de christelijke grondslag van beide partijen.

In dit artikel wil ik de stelling verdedigen dat dit verschil in positiekeuze pas in tweede instantie iets te maken heeft met de christelijke grondslag van deze partijen. Primair is deze tweespalt direct verbonden met een polarisering die zich steeds dieper aftekent in onze – grotendeels seculiere – samenleving. Een tegenstelling die echter wel om een passende respons vraagt vanuit de christelijke politiek.

‘Denkend aan Nederland’
De genoemde kloof die zich in de samenleving openbaart, is in het recente Sociaal en Cultureel Rapport 2019 van het SCP met als titel Denkend aan Nederland nader in kaart gebracht. Dit rapport “analyseert en beschrijft datgene wat Nederlanders zien als een Nederlandse identiteit en wat ons als Nederlanders bindt en scheidt”. Op basis van een breed uitgezette vragenlijst wordt aan een representatieve steekproef van Nederlanders allerlei vragen voorgelegd over wat zij kenmerkend vinden voor de Nederlandse identiteit en hoe zij zich daar persoonlijk toe verhouden. Op basis van allerlei statistische analyses blijken de antwoorden geclusterd te kunnen worden in een drietal ankerpunten en daarop gebaseerde profielen. Deze worden respectievelijk ‘Indifferent’, ‘Symbolen en tradities’ en ‘Burgerlijke vrijheden’ genoemd (zie figuur 1).1

Koppel je deze profielen aan het stemgedrag van de respondenten, dan verschijnt het volgende plaatje, zie figuur 2.2 Hoewel de SGP in dit plaatje niet genoemd wordt, lijkt de verwachting gerechtvaardigd dat de stemmers op deze partij gemiddeld genomen ergens in het kwadrant rechtsonder aangetroffen zullen worden. Stemmers op de ChristenUnie zitten opmerkelijk genoeg in het kwadrant linksboven. ChristenUnie stemmers hechten blijkbaar minder aan ‘symbolen en tradities’ dan stemmers op het CDA, de VVD en de PVV, maar meer dan uitgesproken linkse partijen als GroenLinks en D66. Als het om ‘burgerlijke vrijheden’ gaat blijken ChristenUnie stemmers daar juist meer aan te hechten dan de VVD en CDA-stemmers en naar ik vermoed ook de SGP-stemmers.

Beide posities zijn op talloze manieren te verbinden met de christelijke grondslag van SGP en ChristenUnie. Je zou deze posities kunnen bezien als twee onderscheiden complexen van meningen en voorkeuren. Dan is de tegenstelling tussen beide sterk gerelativeerd en misschien ook wel een beetje onschuldig gemaakt. Ik denk evenwel dat dit iets te gemakkelijk is. En volgens mij ís de tegenstelling ook wel iets minder onschuldig. Deze tegenstelling maakt namelijk een diepere tegenstelling in onze samenleving zichtbaar.

Hoogland figuren2.png

Conservatief of modern?
Grofweg zou je deze tegenstelling kunnen typeren als die tussen conservatieven en modernen. De conservatieven hechten sterk aan tradities en de bij die tradities behorende symbolen en rituelen. Neem bijvoorbeeld de controverse rond ‘zwarte piet’. Voor de conservatieven is ‘zwarte piet’, ongeacht mogelijk racistische achtergronden ervan, die men meestal geneigd is te ontkennen of te relativeren, een deel van onze nationale traditie en daarom eerbiedwaardig. Zij drukt iets uit van wie wij zijn. Misschien zitten daar ook negatieve kanten aan, maar die wegen niet op tegen de waarde die een dergelijke traditie heeft voor onze nationale identiteit. Voor de modernen ligt dit anders. Zij beschouwen de modernisering in principe als een positieve ontwikkeling die evenzeer voordelige en nadelige kanten kent, maar grosso modo toch tot diepgaande verbeteringen heeft geleid in onze cultuur en samenleving. Aan die modernisering vallen bepaalde tradities ten offer, zeker die tradities die in het licht van moderne normen en waarden niet langer acceptabel zijn. Maar daar staan positieve opbrengsten tegenover: gelijkheid tussen mensen, toegenomen vrijheden en een samenleving die minder door traditionele machtsverhoudingen wordt bepaald en steeds meer door onderlinge gelijkwaardigheid en democratische verhoudingen.

Voor christenen ligt hierbij altijd een bepaalde ‘vertekening’ op de loer, namelijk dat men de traditionele waarden en normen meer met het christelijke verleden associeert dan de moderne waarden en normen. De moderniteit wordt gezien als verbonden met het seculiere denken en dus antichristelijk. Dat is echter te kort door de bocht. In veel opzichten moet je namelijk erkennen dat ook de moderniteit – tenminste voor een deel – gebaseerd is op christelijke waarden en normen. En in tradities ligt vaak veel meer bijgeloof opgesloten dan we ons realiseren.

Om echt verder te komen in deze tegenstelling is het belangrijk de achtergronden van deze tegenstelling nader te onderzoeken. De groeiende tegenstelling tussen rechts-conservatieven en liberaalmodernen zou namelijk kunnen wijzen op een probleem in deze tegenstelling zelf. Misschien is er iets aan de hand met beide polen van deze tegenstelling.

Een andere richting?
Feitelijk is dat laatste de suggestie van de Franse filosoof Bruno Latour in zijn boek Waar kunnen we landen? (2018). Daarin gaat hij in op de klimaatproblematiek en laat hij zien dat zowel de conservatieven als de modernen een doodlopende weg bewandelen. Opmerkelijk genoeg lijkt het klimaatvraagstuk immers een steeds grotere polarisering op te roepen tussen enerzijds conservatieve klimaatsceptici en anderzijds moderne klimaatfanatici.
Volgens Latour heeft de verdieping van deze controverse alles te maken met het bestaan van verschillende werelden die onderling niet verenigbaar zijn. Enerzijds heb je de modernen gericht op de ‘Globe met grote G’. Die Globe staat voor “rijkdom, emancipatie, kennis en toegang tot een comfortabel leven”. Bij deze ‘Globe’ hoort ook een “universele definitie van het menselijke” (p38).

In dit streven naar de Globe moet het Lokale echter worden opgegeven. Van de weeromstuit bekennen de mensen die zich unheimisch voelen bij de Globe zich tot de strijd voor het behoud van het lokale. Wat daaronder verstaan wordt is echter eerder een antibeeld van het globale dan het origineel waar we vandaan komen. Om het eens hedendaags te zeggen: slechts door die tegenstelling kan ‘zwarte piet’ ineens een heel groot ding worden dat zelfs de blokkade van snelwegen waard is. Mensen gaan zich uit verzet tegen het globale ineens enorm verbinden met wat zij als ‘eigen’, het lokale, ervaren.

Voor Latour is duidelijk dat deze tegenstelling tussen de uitersten van modern en conservatief zelf heilloos is. De oplossing van de tegenstelling kan niet gevonden worden in de overwinning van één van beide polen. Terug naar het oude is bij de huidige stand van ontwikkeling simpelweg onmogelijk. Maar vooruit naar een globale wereld waarin iedereen kan profiteren van de verworvenheden die de moderniteit tot op heden heeft opgeleverd, lijkt ook onmogelijk. We zullen daarom gezamenlijk op zoek moeten naar een nieuwe richting, die haaks staat op de moderne ontwikkelingsrichting.

Gesitueerde verantwoordelijkheid
Ons leven heeft dankzij de modernisering in de afgelopen twee eeuwen een diepgaand veranderd aanzien gekregen. Momenteel lopen we echter tegen de grenzen van die modernisering aan. De beide opties die zich thans aanbieden zijn beide niet reëel: 1) doorgaan op de weg van modernisering en globalisering in de hoop dat we alle problematische kanten daarvan met behulp van wetenschap, technologie en democratie kunnen oplossen; 2) terug naar een verleden dat verloren is gegaan en alleen in karikaturale vormen kan orden teruggehaald.

Daarom zullen beide polen uit de tegenstelling tussen modernen en conservatieven op een nieuwe wijze met elkaar verbonden moeten worden. Ik denk dan in de richting van een notie als ‘gesitueerde verantwoordelijkheid’. Daarin zijn het lokale en globale perspectief bij elkaar gehouden.
Wij kunnen er in onze moderne wereld niet meer onderuit verantwoordelijkheid te nemen voor wereldwijde vraagstukken. Klimaatverandering of vluchtelingen uit Afrika, wij worden er dagelijks mee geconfronteerd. Tegelijk dragen wij die verantwoordelijkheid op een specifieke plek van de wereld, met lokale omstandigheden, tradities en vraagstukken. Het is die plek die beide bij elkaar brengt: het lokale en het globale.3

De uitdaging van onze tijd is om niet in de tegenstelling te blijven hangen tussen een conservatisme dat met de rug naar de wereld staat of een onthecht, kosmopolitisch vooruitgangsdenken, maar om begrensde verantwoordelijkheid te nemen op de plek die je mag innemen op deze wereld.


Prof. dr. Jan Hoogland is bijzonder hoogleraar Christelijke Filosofie aan de Universiteit Twente en universitair docent Bestuurswetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Daarnaast is hij hoofdredacteur van Sophie, tijdschrift voor christelijke filosofie.

Noten

  1. Sociaal Cultureel Planbureau (2019). Sociaal en Cultureel Rapport 2019 – Denkend aan Nederland.
    Hoofdstuk 8, p.32 (figuur 8.7). https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2019/Denkend_aan_Nederland (laatst geraadpleegd 2 augustus 2019).
  2. Mark Lievisse Adriaanse en Guus Valk. ‘Politici wilden luisteren, maar zagen alleen nog boze burgers’, NRC 26 juni 2019.
  3. Geïnspireerd door E.P.N.M. Borgman (2008). Want de plaats waarop je staat is heilige grond. God als onderzoeksprogramma.Tilburg: Universiteit van Tilburg.