De uitgangspunten van vluchtelingenbeleid

De uitgangspunten van vluchtelingenbeleid

refugees-greece-lesvos-migration-syria-island-mediterranean-europe-beach.jpg

24 september 2019 om 12:00 by dr. Christine Boshuijzen-van Burken (Postdoc TU EIndhoven)

Van Maslow naar Dooyeweerd

De wereld wordt momenteel geconfronteerd met een ongekend aantal mensen die op de vlucht zijn voor oorlog of geweld. De VN spreekt van een historisch record: 72 miljoen mensen. Het lijkt er niet op dat de stroom vluchtelingen in de nabije toekomst zal afnemen. Wij, in het relatief stabiele westen, ondervinden hier nadrukkelijk de gevolgen van: grote stromen asielzoekers, maatschappelijke discussies over aantallen vluchtelingen en politieke compromissen over de wijze van opvang. Dat er een uitdaging ligt rondom de vraag ‘hoe gaan we op een goede manier om met vluchtelingen’ is wel duidelijk. In dit artikel wil ik de onderliggende aannames rondom vluchtelingenbeleid nader bezien. Dat doe ik vanuit twee perspectieven: de beroemde ‘piramide van Maslow’ en de ‘aspectenleer’ van de christelijke filosoof Dooyeweerd.

De wereld wordt momenteel geconfronteerd met een ongekend aantal mensen die op de vlucht zijn voor oorlog of geweld. De VN spreekt van een historisch record: 72 miljoen mensen. Het lijkt er niet op dat de stroom vluchtelingen in de nabije toekomst zal afnemen. Wij, in het relatief stabiele westen, ondervinden hier nadrukkelijk de gevolgen van: grote stromen asielzoekers, maatschappelijke discussies over aantallen vluchtelingen en politieke compromissen over de wijze van opvang. Dat er een uitdaging ligt rondom de vraag ‘hoe gaan we op een goede manier om met vluchtelingen’ is wel duidelijk. In dit artikel wil ik de onderliggende aannames rondom vluchtelingenbeleid nader bezien. Dat doe ik vanuit twee perspectieven: de beroemde ‘piramide van Maslow’ en de ‘aspectenleer’ van de christelijke filosoof Dooyeweerd.

Vluchtelingenopvang als behoeftebevrediging
Kenmerkend voor de Nederlandse benadering is de nadruk op ‘bed, bad en brood’. Het minimale waar een vluchteling in Nederland op kan rekenen is deze veronderstelde basisbehoefte. Degenen die bekend zijn met Maslows piramide van menselijke behoeften (figuur 1) zien het voor zich: de onderste laag van de piramide gaat over lichamelijke behoeften. In de populaire versie van Maslows theorie van menselijke behoeften wordt gesteld dat mensen volledig tot bloei kunnen komen als de hiërarchie doorlopen is, dus de top bereikt is. Maar is dat wel zo? Veronderstelt dit niet een veel te smal mensbeeld? Als we kijken naar de situatie van vluchtelingen is het intuïtief en in veel gevallen lovenswaardig om ten minste te zorgen dat iemand kan overleven. Zonder eten gaat men dood.

Valt er niet veel meer te zeggen over menselijk floreren dan te denken dat het uiteindelijk draait om behoeftevervulling? Tijdens gesprekken die ik met vluchtelingen had, ging het er vaak over dat men in de eerste plaats ontzettend blij was om in Nederland te zijn – een veilig land, waar veel voor hen geregeld werd. Maar hier zat vaak ook het probleem: doordat er zoveel voor hen geregeld is, voelt men zich minder mens, maar eerder een product in een grote fabriek, waarin bepaald wordt wanneer en wat je eet, waar je slaapt en wanneer je doucht of een volgende activiteit gepland hebt.

Maslov.png

Opvang in Zuid-Afrika 
In gesprekken met vluchtelingen in Zuid-Afrika blijkt dat de mogelijkheid om aan de controleer- en beheersdrang, die vaak gepaard gaat met een systeem waarin alles goed geregeld is, te kunnen ontsnappen, voor sommige vluchtelingen aantrekkelijk is. In Zuid-Afrika is er geen voedsel en onderdak geregeld voor asielzoekers. Ze worstelen vaak enorm in hun dagelijks leven. Op de vraag waarom iemand naar Zuid-Afrika zou komen om asiel aan te vragen, was het antwoord dat het ontbreken van een systeem kansen biedt. Je kunt je eigen toekomst creëren, door een bedrijf te starten, door je te vestigen in een stad of op het platteland. Je wordt niet gepaternaliseerd door een overheidsinstantie die beslist wanneer je mag eten of waar je moet slapen, zoals in Nederland. Als zodanig vormt het Zuid-Afrikaanse asielsysteem minder inperking van menselijke vrijheid en waardigheid voor vluchtelingen, waaraan sommige vluchtelingen de voorkeur geven.

Dooyeweerds aspectenleer
Hoe kunnen we deze voor ons vreemde voorkeur – vrijheid in plaats van gegarandeerd ‘bed, bad en brood’ – beter begrijpen? Hiervoor moeten we afwijken van Maslow en zoeken naar een alternatief beeld van menselijk floreren. Het werk van de Nederlandse filosoof Herman Dooyeweerd (1894-1977) biedt aanknopingspunten dit beter te begrijpen. Dooyeweerd beweerde dat de werkelijkheid zich presenteert in termen van (ten minste) 15 aspecten of zijnswijzen die uniek zijn en samenhang vertonen. Dooyeweerd hield zich overigens niet per se bezig met menselijk welzijn, maar wilde de werkelijkheid in zijn alomvattendheid, dus vanuit een niet-reductionistisch perspectief beschrijven.

De relatie tussen menselijk functioneren en de aspecten is dat het bij menselijk welzijn gaat om rechtdoen aan de aspectuele rijkdom van de werkelijkheid waarin mensen functioneren, want alleen dan kunnen mensen (en de samenleving) tot bloei komen. Men zou bijvoorbeeld menselijke bloei niet alleen moeten beschouwen in termen van het economische aspect, alsof een goede financiële positie menselijk welzijn garandeert; of alleen in termen van het sociale aspect, alsof goede relaties hebben met anderen allesbepalend is; of in termen van het psychologische aspect, alsof de mens die zich mentaal goed voelt als persoon automatisch opbloeit. Deze aspecten zijn niet alleen zijnswijzen, maar ook normatieve perspectieven. Dus alle aspecten spelen een rol in het welzijn van mensen en dat kan op een goede manier (ontsluiting) of op een destructieve manier (toesluiting). Je zou dus kunnen zeggen dat mensen floreren wanneer recht wordt gedaan aan de aspectuele normen die gelden voor de werkelijkheid.

In dit artikel gebruik ik de term ‘vluchteling’ informeel. Formeel duidt ‘vluchteling’ een legale status aan van personen die als vluchteling erkend zijn op grond van het Vluchtelin- genverdrag van 1951. De term ‘asielzoeker’ duidt op een persoon die een verzoek om asiel, dus internationale bescherming, heeft ingediend in een gastland en wacht op het al dan niet toekennen van de vluchtelingenstatus. In tellingen van de VN omvatten vluchtelingen ook personen in een vluchtelingenachtige situatie (https://www.unhcr.org/statistics/ unhcrstats/5c52ea084/mid-year-trends-2018. html). In mijn onderzoek concentreer ik me op de logistiek rondom asielzoekers en hanteer een ruime opvatting van logistiek. Het omvat zowel de procedurele stappen als de letterlijke logistieke processen hieromheen, want bij elke stap, bijvoorbeeld van aanmelding naar wachten op IND-interview, naar wachten op besluit, naar wachten op toekomstig adres in vestigingsgemeente, moeten concrete logistieke zaken geregeld worden (nieuwe huisvesting, vervoer, verplichte afspraken en vrijwillige activiteiten).

De veelzijdigheid van vluchtelingenopvang
Wanneer we deze visie op de werkelijkheid loslaten op de vraag hoe we goed omgaan met vluchtelingen, krijgen we een ander perspectief, en mogelijk richtlijnen voor beleid. Samen met mijn Zuid-Afrikaanse collega’s heb ik gesprekken gevoerd met vluchtelingen die in Nederland de asielprocedure hebben door- lopen. We vroegen hen naar de problemen die ze ondervonden tijdens de asielprocedure. Door de genoemde problemen door ‘Dooyeweerds aspectuele bril’ te bekijken en te clusteren rondom een aspect, vonden we een opsomming zoals weergegeven in tabel 1. Door deze clustering te maken kregen we een beeld van wat er mogelijk goed ging en ook minder goed gegaan is voor de ondervraagde groep vluchtelingen. Volgens deze manier van kijken hebben de meeste problemen die vluchtelingen er- voeren betrekking op vertrouwen, oftewel het pistische of geloofsaspect. Daarnaast kwam het veel voor dat men problemen in het analytische aspect ervoer, dus dat men situaties, processen of documenten niet begreep. Het minst genoemd werden problemen in het economische aspect, wat zou kunnen betekenen dat je je tijdens de asielprocedure in Nederland geen financiële zorgen hoeft te maken.

Erg verrassend is dit niet, omdat het Nederlandse beleid met name zorgt voor zaken die uitgedrukt kunnen worden in termen van financiën: voedsel, onderdak, een doktersbezoek. Dit zijn ook de zaken die op een relatief eenvoudige manier kunnen worden beheerd en beheerst, wat wijst op de ‘moderne geest’ van het Nederlandse vluchtelingenbeleid. Dit is wel degelijk een sterk kenmerk van het Nederlandse systeem, omdat niemand zich zorgen hoeft te maken over hoe te overleven.

 Dooyeweerd.png

Maar alleen aandacht voor de beheersbaarheid in economisch opzicht heeft ook nadelen. In het licht van Dooyeweerd kun je stellen dat het overschatten van het belang van economische veiligheid ten koste kan gaan van andere aspecten die belangrijk zijn voor een florerende samenleving. Vertrouwen en begrip krijgen, volgens de vluchtelingen die we spraken, weinig aandacht in ons systeem. Vertrouwen en begrip vallen buiten het bereik van beheersbaarheid en kunnen niet worden gekocht. Ze zijn aan elkaar gerelateerd, zoals kan worden geïllustreerd door de volgende citaten van vluchtelingen die we spraken:

 “Ik begrijp niet wat hier staat. Is de uitleg correct?”

Het laat zien dat als iemand de taal niet beheerst, of als de inhoud van een zin complex is, er een vertrouwensrelatie nodig is met iemand die uitleg geeft.

“Als ik de namen van mijn familieleden door- geef (de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) vraagt hier naar), lopen ze dan risico als Nederland deze informatie doorgeeft aan mijn land van herkomst?”

De persoon in het bovenstaande citaat heeft geen weet van de regels voor vertrouwelijkheid in Nederlandse procedures, wat leidt tot wantrouwen in de persoon die hem of haar interviewt.

“Wie is VWN (VluchtelingenWerk Nederland) en kan ik ze vertrouwen?”

De persoon in deze quote heeft geen inzicht in de (veronderstelde neutrale) positie van VWN en weet daarom niet of de door VWN verstrekte informatie, of de personen die voor VWN werken, te vertrouwen zijn.

Een ander nadeel van de nadruk op een beheersbaar economisch systeem is dat het mensen uit veilige landen aantrekt, die het systeem kunnen misbruiken en asiel kunnen aanvragen om te profiteren van de financiële voordelen.

Conclusies
De opvang van vluchtelingen is ingewikkeld. Landen die vluchtelingen opvangen optimaliseren voortdurend hun beleid ten aanzien van vluchtelingen door te navigeren tussen hun verplichtingen jegens het Vluchtelingenverdrag van Genève, de beheersbaarheid van de situatie en de zorgen van burgers die door de publieke opinie worden geuit. Ondertussen beïnvloeden, zo heb ik in dit artikel laten zien, vooronderstellingen over menselijk welzijn de manier waarop concreet wordt omgegaan met vluchtelingen. Het maakt nogal verschil of het beleid zich richt op de mens als behoeftebevrediger, of de mens als actor in een multi-aspectuele werkelijkheid.

Het lijkt erop dat het Nederlandse systeem voor het opnemen van vluchtelingen is gebaseerd op een populaire versie van Maslows behoeftenpiramide, namelijk met een focus op ‘bed, bad en brood’ Hierin wordt de mens louter als behoeftebevrediger gezien. Een Dooyeweerdiaanse analyse laat zien dat veel problemen die een vluchteling ervaart te maken hebben met vertrouwen.

Hieraan gerelateerde problemen zijn niet eenvoudig op te lossen. Mogelijke denkrichtingen zijn dat inspanningen op het gebied van andere aspecten, zoals het organiseren van huisvesting, vervoer, taallessen, sociale evenementen of het binnenhalen van tolken, op een zorgvuldige manier moeten worden gedaan. Ook het ruimte laten voor opbloei van vertrouwensrelaties door vluchtelingen door wisselingen in verblijfplaatsen te minimaliseren of anderszins aan te haken bij bestaande vertrouwensbanden, bijvoorbeeld op grond van gezamenlijke religie, dialect of levensfase, kan mogelijk bijdragen aan het floreren van vluchtelingen in de Nederlandse samenleving.


Dr. Christine Boshuijzen- van Burken werkt als postdoctoraal onderzoeker aan de Technische Universiteit Eindhoven. Haar onderzoek richt zich op technologie en ethiek. Ze gebruikt inzichten uit de reformatorische wijsbegeerte om normatieve kwesties met betrekking tot technologie in verschillende contexten te verhelderen. Momenteel werkt ze aan het verbeteren van humanitaire logistiek voor vluchtelingen op een project genaamd “The Refugee Crisis in Europe: Modelling Humanitarian Logistics”.