Christus' volheid voor complexe moslims

Christus' volheid voor complexe moslims

moslims

24 september 2019 om 12:00 by dr. Matthew Kaemingk (Assistant Professor in Christian Ethics)

Het bewijs is overweldigend: moslimimmigranten bepalen niet zelf wie ze zijn, dat bepalen wij westerlingen voor hen. Overal in de westerse media en in het publieke debat hebben we het over moslims, discussiëren we over hen, vormen onze ideeën of karikaturen over hen en stoppen hen in hokjes en vakjes. We voeren het woord voor hen, omdat we denken dat ze dat zelf niet kunnen. Moslims bestaan als gespreksonderwerp, niet als gesprekspartners. Als christen-ethicus ben ik geïnteresseerd in de eenvoudige vraag: wat is een authentiek christelijk antwoord op dit soort destructief en mensonterend gedrag?

Het bewijs is overweldigend: moslimimmigranten bepalen niet zelf wie ze zijn, dat bepalen wij westerlingen voor hen. Overal in de westerse media en in het publieke debat hebben we het over moslims, discussiëren we over hen, vormen onze ideeën of karikaturen over hen en stoppen hen in hokjes en vakjes. We voeren het woord voor hen, omdat we denken dat ze dat zelf niet kunnen. Moslims bestaan als gespreksonderwerp, niet als gesprekspartners. Als christen-ethicus ben ik geïnteresseerd in de eenvoudige vraag: wat is een authentiek christelijk antwoord op dit soort destructief en mensonterend gedrag?1

Platte Moslims – de stereotypen van rechts en links
Westerse stereotypen van moslims zijn zowel links als rechts van het politieke spectrum te vinden. Beide zijden maken karikaturen van moslims door hen in simplistische denkkaders te plaatsen van waaruit ze ‘het moslimprobleem’ beschrijven, verklaren en uiteindelijk willen oplossen. Kort gezegd hebben rechtse politici de neiging om moslims neer te zetten als een bedreigingvoor de nationale veiligheid, de rechtsstaat, de maatschappelijke orde en de cultuur. Linkse politici zetten moslims eveneens neer als een bedreiging. In Europa hebben zij bijvoorbeeld moslimimmigranten altijd gezien als een bedreiging voor vrouwenrechten, homorechten, het culturele leven en de vrijheid van meningsuiting.

Echter, linkse politici kiezen nog vaker voor het beeld van de hulpbehoevende. Moslimimmigranten hebben dan een aantal veronderstelde behoeftes – die natuurlijk alleen het westenkan vervullen. In dit linkse beeld van de hulpbehoevende zijn moslimimmigranten een groep mensen die gehinderd wordt door een brede variëteit aan culturele, opvoedkundige, religieuze en politieke deficiënties. Deze deficiënties wil links maar al te graag verhelpen. Een paar voorbeelden: moslimimmigranten zijn ongeletterd en onderontwikkeld – daarom hebben ze westers onderwijs nodig. Moslims zijn middeleeuws of niet van deze tijd – daarom hebben ze het westerse moderne leven nodig. Ze zijn economisch zwak en hulpeloos – daarom hebben ze economische ondersteuning en zelfstandigheid nodig. En ze zijn religieus gezien achterlijk en ongevormd – daarom hebben ze een ‘reformatie’ nodig.

Hoewel dit soort beelden heel edelmoedig overkomen, kunje ook stellen dat als links je honger vaststelt, ze ook je dieet mogen bepalen. Vanuit hun linkse hoogte zijn ze gemachtigd om niet alleen de moslimziekte te diagnosticeren, maar ook de westerse behandeling voor te schrijven.

Of ze nu van links of van rechts komen, voor al die stereotypen gelden drie dingen. Allereerst mogen moslims niet zelf bepalen wie ze zijn, dat gebeurt door anderen. Die doen dat vervolgens vaak vanuit simplistische en makkelijk in te vullen denkkaders. Complexe individuen met een moslimachtergrond moeten worden omgetoverd en gedestilleerd tot iets eenvoudigs. Iets eenvoudigs dat het westen kan snappen én fiksen. Ten derde gelden moslims altijd als de passieve ontvangers terwijl de westerlingen de actieve doeners zijn. De roeping van een moslim is om een probleem te zijn, die van een westerling om de oplossing te zijn.

Laat ik wel zijn, ik pretendeer geen morele gelijkwaardigheid tussen de beide partijen, want rechtse politici zijn vaak uitgesproken agressiever en kwaadwillender tegen de islam dan linkse. Maar niettemin laat geen van beide kampen moslims zelf aan het woord. Geen van hen laat de islam zijn

wat het is: een extreem complexe, diverse en wereldwijde openbare religie, vol gebrokenheid en schoonheid, deugden en ondeugden. In plaats van zich te verhouden tot die onmetelijke complexiteit van de islam, stoppen ze moslims in een hokje, versimpelen ze het beeld ervan en nemen ze hen ‘in behandeling’. Moslims zijn een project om aan te werken, een vraag om een antwoord op te vinden, een ziekte om te genezen.

Een christocentrisch antwoord
Wat is het antwoord van westerse christenen geweest op zulk stereotyperend gedrag? Het grootste deel van hen heeft de kortzichtige denkkaders van zowel rechts als links geaccepteerd. Westerse christenen hebben maar weinig belang gezien in het zich verhouden tot de complexiteit van de islam. Integendeel, ze vonden de simplistische kaders van links en rechts wel duidelijk en geruststellend. De simpele stereotypes van bedreiging en veronderstelde behoeften zijn aantrekkelijker dan de complexiteit van echte moslimbroeders en -zusters van vlees en bloed.

Deze ontwikkeling is ontmoedigend, maar helemaal moedeloos makend is het volgende: de persoon, het werk en het onderricht van Jezus Christus speelt bij westerse christenen vrijwel geen rol in hun publieke beeldvorming of bejegening van moslims.

Als christen-ethicus geloof ik dat christelijke ethiek op z’n minst iets van doen zou moeten hebben met, nu ja, Jezus Christus. Vanuit deze overtuiging en vanuit het verlangen om de hierboven beschreven vergissing recht te zetten wil ik in de rest van dit artikel de volgende vraag centraal stellen: ‘Wat als Jezus Christus het verklarende denkkader zou zijn van waaruit christenen hun moslimnaasten zouden bezien?’

Een complexe Christus voor een complexe naaste
Serieuze beschouwers van het conflict over moslimimmigratie in het westen zijn vaak verrast door de complexiteit ervan. Het debat gaat over terrorisme en veiligheid, werk en familierecht, kleding en voedsel, ras en sekse, taal en klasse, artistieke en intellectuele uitingen, en over nog zoveel meer. Elk jaar lijkt de complexiteit van deze debatten en vragen alleen maar toe te nemen.

Het heeft geen zin om zo’n complex onderwerp te benaderen vanuit een simplistische en platte voorstelling van Jezus. Maar gelukkig is de Jezus uit de Bijbel ook een veelzijdig en dynamisch personage. Hij is genezer en vriend, profeet en priester, bevrijder en mysticus, dienaar en koning.

Hieronder bespreek ik daarom vier christologische beelden die ons helpen om het complexe werk van Christus toe te passen op het publieke leven. Want de complexiteit van Christus overstijgt altijd ons eigen bevattingsvermogen. Vandaar ook mijn belangrijkste punt: een eerlijke worsteling met een complexe Christus vraagt om een evenzo eerlijke worsteling met een complexe moslim en met de complexe roeping om hen lief te hebben.

Simplistische opvattingen over Christus leiden tot simplistische opvattingen over moslims. Uitgewerkte, complexe christologieën helpen ons te streven naar een genuanceerd openstaan voor het mysterie, de complexiteit en de dynamiek van wat we ‘islam’ noemen. De volgende vier schetsen laten iets doorschemeren van hoe de complexe heerschappij van Jezus Christus onze kortzichtige kaders openbreekt naar pluriformiteit, waardigheid en de rechten van onze moslimnaasten.

Christus de Koning
Het conflict over de aanwezigheid van de islam in het westen gaat voor een groot deel gewoon over macht – over wie de touwtjes in handen heeft. Als een natie verdeeld is tussen verschillende religieuze en ideologische groepen, wie mag er dan beslissen? Zoals hierboven al geschetst, zien veel westerlingen moslims als mensen die de macht komen overnemen. Wanneer we moslimimmigranten neerzetten als een bedreiging van de macht, dan is de oplossing die daarvoor nodig is heel eenvoudig. Sluit moslims uit van enige vorm van invloed en zorg dat ze daar ook niet bij in de buurt kunnen komen. Hetis maar een kleine stap van dat beeld van machtsstrijd naar het verdacht maken van plekken waar moslims samenkomen en mogelijk hun invloed uitoefenen. Of het nu gaat om moskeeën, moslimscholen, organisaties, bedrijven, liefdadigheidsinstellingen, families of wat ook maar: we moeten ze in de gaten houden, controleren of zelfsonderdrukken.

Wanneer we, in navolging van Abraham Kuyper, geloven dat Christus alleen de heerser is van deze wereld, dan zal Hij alleen de verschillende religies en ideologieën oordelen. Dat hoeft de overheid niet te doen. Daarom kan de overheid alle verschillende overtuigingen in de samenleving zijn eigen plek gunnen en de vrijheid geven om hun idealen in de gemeenschap in te brengen. Als we die gedachte doorvertalen naar onze huidige tijd, als God echt heerser is over moskeeën, moslimscholen, -huwelijken, -organisaties en modekeuzes – dan betekent dat dat christenen en kerken dat niet zijn. En met dit christologische denkkader kunnen we onze moslimnaasten nu leren zien als zij die aan Christus’ heerschappij onderworpen zijn en niet aan die van christenen. Aan het einde der tijden zal Christus, en Hij alleen, uiteindelijk oordelen over moslimgemeenschappen. Christus heeft hen de macht gegeven om ouders te zijn, student of kunstenaar, zakenman of politicus. En Hij heeft christenen niet gemachtigd om dat in plaats van hen te doen. Christenen moeten dus de macht die Christus aan moslims heeft gegeven ook respecteren, en hun eigen hang naar macht en controle daarbij laten varen. Juist wanneer christenen actief de rechten en vrijheden van moslims verdedigen, eren zij de soevereine heerschappij van God.

Christus de Genezer
Stokken en fakkels, zwaarden en geschreeuw, angst en woede, aanval en represailles – een passende beschrijving van het tafereel op de Olijfberg in de nacht dat Jezus werd verraden. Maar het is ook een passende beschrijving van het politieke klimaat rond en debat over moslimimmigratie. Veel hitte, weinig licht. Onze debatten over religie en diversiteit laten ons vaak geïsoleerd, verwond en gefrustreerd achter. In dat middernachtelijke gevecht tussen de discipelen, de soldaten en de dienaars van de hogepriester raakt Petrus’ zwaard het oor van de slaaf Malchus. Diens oor valt op de grond.

Hoe reageert Jezus te midden van deze kakafonie? Hij wijst Petrus’ geweld af, reikt zijn ongewapende hand en geneest het oor van de slaaf die was gekomen om hem te arresteren. In deze handeling laat Christus de ware aard van zijn koningschap zien, zowel helend als bevrijdend. In zijn laatste wonder bevrijdt koning Jezus de slaaf die hem gevangen kwam nemen. Hij geneest degene die hem leed kwam toebrengen. Hij geeft het leven terug aan wie hem kwam doden.

Een gangbaar beeld van de islam in onze tijd is dat van de ‘veroveringsreligie’. Moslims zouden dan komen om ons aan te vallen, gevangen te nemen en het westen ‘over te nemen’. Vanuit dit beeld zijn westerlingen degenen die hun cultuur verdedigen, die verdedigingsmuren opwerpen rond de westerse beschaving en aanvallen van de vermeende vijanden voorkomen.

Het verhaal over Malchus levert een interessante correctie op dit beeld van verovering en angst. Malchus komt wel degelijk om Jezus aan te vallen en gevangen te nemen. Hij heeft orders om Jezus zijn vrijheid te ontnemen en naar zijn dood te geleiden. En hoe reageert Jezus op deze agressie? Hij reikt zijn ongewapende hand om degene die hem leed kwam toebrengen te genezen en om vrijheid te geven aan hem die gevangen kwam nemen.

Veel christenen zullen terecht beweren dat de nationale veiligheid in een gewelddadige wereld soms om een krachtige verdediging vraagt. Tegelijkertijd is daar ook het verhaal van Malchus. Christus’ genezing en bevrijding van deze slaaf herinnert ons eraan dat ‘veiligheid’ niet het ultieme doel van Christus’ politiek is. Het hoogste doel is genezing, bevrijding en herstel.

Zo biedt het verhaal van Malchus ons ook weer een christologisch denkkader voor de omgang met onze moslimnaasten. We moeten hen niet afschilderen als een uitdaging die we het hoofd moeten bieden, maar als een grote kans voor navolgers van Jezus om nederig en kwetsbaar onze ongewapende hand te reiken om te verbinden en te genezen.

Christus de Naakte
Het is vandaag de dag gangbaar om de islam als bij uitstek gewelddadig af te schilderen en het westen als bij uitstek vredelievend. Westerlingen tooien zich met begrippen als rationaliteit, tolerantie en vrijheid, terwijl ze hun moslimnaasten irrationeel, haatdragend en onderdrukkend noemen. Nu eenmaal gekleed met alles wat recht en goed is, ziet het westen zich vrij om de islam uit te kleden en de naakte waarheid over de islam aan het licht te brengen.

Ook Christus hing ontkleed aan het kruis. Wat is daarvan de betekenis voor ons vandaag? Wat betekent het voor ons dat een almachtig God zich liet ontkleden en naakt werd? In Christus werd de mensheid ontkleed op Golgotha. Want, als we zorgvuldig kijken naar zijn naaktheid, dan zien we dat in het ontkleden van Christus onze eigen agressie en geweld bloot komen te liggen. Christus’ naakte lichaam ontmaskert hoe we werkelijk zijn.

Het kruis stelt onze westerse pretenties van liefde, tolerantie en vrede aan de kaak. Het dwingt ons om naar onszelf te kijken en te beseffen wie we werkelijk zijn. Dat besef van onze eigen naaktheid zorgt ervoor dat we als navolgers van Christus in de omgang met onze moslimnaasten ook onze eigen agressie en zelfzucht erkennen. We weten dat de latente gewelddadigheid die in moslims zit net zo goed in onszelf te vinden is. We weten dat wij allemaal, ondanks het vernis van onze westerse tolerantie en multiculturalisme, evengoed in staat zouden zijn tot het geweld dat we zien op Golgotha.

Christus de Gastvrije
Studies naar rechtvaardiging gaan vaak over twee vragen. Allereerst is dat de vraag wat het kruis heeft gebracht. Vervolgens is de vraag wat de betekenis van het kruis is voor het leven van een christen. Antwoorden op die vragen vallen vervolgens in drie categorieën te verdelen. De eerste categorie zegt dat het kruis een moreel voorbeeld is of een model van het soort niet gewelddadig en opofferend leven dat navolgelingen van Jezus zouden moeten leiden. De tweede categorie zegt dat het kruis het moment was waarop de zonden van de wereld werden betaald. En de laatste categorie zegt dat het kruis de plek was waar Christus triomfeerde over de geestelijke en politieke machten van deze wereld. Het is geen toeval dat deze heel verschillende interpretaties bestaan. Ze weerspiegelen de vele metaforen, beelden en boodschappen die de Bijbel aan het kruis toekent.

Een andere manier om naar het kruis te kijken is als daad van goddelijke gastvrijheid. In dat beeld is het kruis Gods openstellen voor een wereld die zichzelf buiten de goddelijke omarming heeft gesloten. In andere woorden: het kruis maakt ruimte in een wereld die zichzelf als (te) vol beschouwt. Deze op het kruis gebaseerde gastvrijheid is de diepste roeping van Christus, maar ook van zijn navolgelingen. Christus’ dood en opstanding vormen de ultieme uiting van Gods gastvrijheid en een raamwerk voor het begrijpen van al Gods daden. Als navolgelingen van deze gastvrije God dienen christenen ook zelf die gastvrijheid in de praktijk te brengen. Niet alleen in hun kerkelijk leven, maar ook in het publieke leven.

Christus maakte aan het kruis in zichzelf ruimte voor de mensheid en het juiste antwoord daarop is om die gastvrijheid zelf ook tot uitdrukking te brengen. Onze eigen ervaring van Gods gastvrijheid moet zichtbaar worden in het sociale, economische, culturele en zelfs politieke leven van onze moslimbroeders en -zusters.

Omdat Christus zijn doorboorde handen opende naar vriend en vijand, moeten zijn discipelen die houding ook laten zien in hun omgang met de islam. Kort gezegd: christenen maken ruimte voor moslims, omdat Christus ruimte maakte voor hen. Vanuit de gastvrijheid van het kruis bezien zijn onze moslimnaasten niet meer ongewenste binnendringers, maar eregasten.

Conclusie
En hiermee hebben we slechts een eerste idee van de enorme conceptueleenspirituelerijkdom die beschikbaar is voor hen die de caleidoscoop van Christus’ genade in het debat van moslimimmigratie willen verkennen. De smalle, platte en kortzichtige beelden die zowel links als rechts van het politieke spectrum heersen, voldoen niet. De beelden van bedreiging en veronderstelde behoeften schieten tekort. Ze kunnen geen echte ruimte bewerkstelligen, ze voeden geen diepe nederigheid, ze inspireren niet tot oprechte kwetsbaarheid en ze slagen er niet in om tot daadwerkelijke betrokkenheid en verbinding op te roepen.


Dr. Matthew Kaemingk is Assistant Professor in Christian Ethics en Associate Dean aan Fuller Theolo-gical Seminary (Pasadena, Californië). Hij studeerde aan Princeton Theological Seminary en promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zijn onderzoek bevindt zich op de terreinen van publieke theologie, politieke ethiek en gereformeerde theologie. In 2018 publiceerde hij het boek Christian Hospitality and Muslim Immigration in an Age of Fear.

Noot
1. Dit artikel is een samengevatte versie van: Matthew Kaemingk, ‘Following Jesus and Stereotyping Islam’, Resonance | A Theological Journal, vol. 4.2 Christianity and Culture (Summer 2018), 42-53. De vertaling is bezorgd door Esther Paul-Jonker.