Christenmigranten en de ChristenUnie

Christenmigranten en de ChristenUnie

migrantenchristenen

24 september 2019 om 12:00 by Madelon Grant (projectonderzoeker Wereldwijd Wetenschappelijk Instituut)

Verwachtingen, kansen en uitdagingen

Volgens het SCP-rapport ‘Christenen in Nederland’ (december 2018) zijn er inmiddels zo’n duizend zogenaamde migrantenkerken en circa een miljoen migrantenchristenen in Nederland. Deze gemeenschappen leven verspreid over het hele land, met name in de middelgrote en grotere steden, en vormen een etnisch en cultureel zeer divers geheel. Wat betekent de aanwezigheid van deze christenen vanuit de hele wereld voor de ChristenUnie? Met het project ‘Christelijk politiek denken wereldwijd’ dat in maart 2018 is gestart, werkt het Wetenschappelijk Instituut aan een publicatie rondom deze vraag. Centraal staat het verkrijgen van meer inzicht in ontwikkelingen in het politiek-maatschappelijk denken en handelen onder christenen wereldwijd en christenmigranten in Nederland. In dit artikel geef ik alvast een preview van de feedback die christenmigranten in Nederland de ChristenUnie geven, en wat wij daaruit kunnen leren om op lokaal niveau in de praktijk aan de slag te gaan om een relatie met deze gemeenschappen op te bouwen.

Volgens het SCP-rapport ‘Christenen in Nederland’ (december 2018) zijn er inmiddels zo’n duizend zogenaamde migrantenkerken en circa een miljoen migrantenchristenen in Nederland. Deze gemeenschappen leven verspreid over het hele land, met name in de middelgrote en grotere steden, en vormen een etnisch en cultureel zeer divers geheel. Wat betekent de aanwezigheid van deze christenen vanuit de hele wereld voor de ChristenUnie? Met het project ‘Christelijk politiek denken wereldwijd’ dat in maart 2018 is gestart, werkt het Wetenschappelijk Instituut aan een publicatie rondom deze vraag. Centraal staat het verkrijgen van meer inzicht in ontwikkelingen in het politiek-maatschappelijk denken en handelen onder christenen wereldwijd en christenmigranten in Nederland. In dit artikel geef ik alvast een preview van de feedback die christenmigranten in Nederland de ChristenUnie geven, en wat wij daaruit kunnen leren om op lokaal niveau in de praktijk aan de slag te gaan om een relatie met deze gemeenschappen op te bouwen.

Hoe kan de ChristenUnie beter aansluiting vinden bij migrantenchristenen in Nederland? Wat verwachten zij van de politiek en welke onderwerpen vinden zij belangrijk? Helemaal nieuw voor de partij is deze thematiek niet. In het verleden heeft er o.a. een Werkgroep Inclusief bestaan, en verschillende lokale afdelingen hebben in de praktijk ervaringen opgedaan. Een systematische, integrale aanpak van het thema ontbreekt echter, en de relatie tussen de ChristenUnie en christelijke migrantengemeenschappen lijkt in de praktijk sterk afhankelijk te zijn van affiniteit van individuen en experimentele initiatieven. Ten behoeve van het project ‘Wereldwijd’ zijn tien politiek en religieus leiders vanuit christelijke migrantengemeenschappen in Nederland geïnterviewd. Hun achtergronden zijn divers: kerkelijk gezien zijn ze katholiek, orthodox, en protestants; ze zijn actief in het CDA, de PvdA, de CU of laten dat liever in het midden; ze hebben wortels in vier continenten wereldwijd. Ondanks deze diversiteit zijn hun stemmen behoorlijk eensgezind. Er blijkt veel goodwill te zijn om het gesprek met elkaar aan te gaan.

Geen goede benaming
Om te beginnen is het goed om op te merken dat de term ‘migrantenkerken’ met terughoudendheid moet worden gebruikt. Veel kerken geven de voorkeur aan de term ‘internationale kerken’. Zij willen niet als migrant worden gezien, omdat dat de lading heeft van ‘iemand die hier eigenlijk niet hoort’. Men ziet zichzelf als Nederlander, als christen, en als kerken die onderdeel uitmaken van de wereldwijde Kerk. In contact is het van belang om hier op te letten. Laten we herkenning zoeken als broeders en zusters in ons geloof: ook al zijn we verschillend, we zijn familie. Eenheid in diversiteit is een belangrijk fundament, en het past niet als één bepaalde manier van christen-zijn als norm wordt gehanteerd. Veelkleurigheid in het lichaam van Christus is een bijbels principe. De identiteit van een persoon wordt beïnvloed door allerlei elementen: een eventuele oorspronkelijke cultuur, het christelijk geloof, de Nederlandse cultuur, maar ook geslacht, leeftijd, familierelaties, opleiding en beroep, politieke opvattingen, stad/platteland, etc.. Per individu kan de combinatie van deze elementen resulteren in een andere mix. Geef ieder mens de vrijheid om zichzelf te identificeren: sommigen zien zich als vertegenwoordiger van een bepaalde (sub)groep, anderen absoluut niet.

Relevante onderwerpen
Om tot een goed gesprek tussen vertegenwoordigers van de ChristenUnie en de internationale kerken te komen, helpt het om te weten welke onderwerpen voor hen van belang zijn. Uit de interviews blijkt duidelijk wat de verwachtingen zijn die men heeft van de ChristenUnie:

  1. Bestrijd armoede en andere sociaaleconomische problematiek, heb oog voor het ‘genoeg’, en toon compassie met kwetsbare medemensen (in het bijzonder ongedocumenteerden). Behandel mensen niet superieur of inferieur, door ze te betuttelen of kleineren, maar stel ze in staat om bij te dragen met hun talenten.
  2. Laat je niet te veel (af)leiden door economische en materiële argumenten; leiderschap heeft ook een belangrijke morele component.
    Houd de blik gericht op het algemeen belang en de langere termijn, wees authentiek, en laat je niet meeslepen door de waan van de dag: ‘Ik vind dat de politiek niet zo paniekerig moet reageren op alles wat er gebeurt in de samenleving, maar heel duidelijk moet aangeven: dit land is van ons allemaal. Het gaat om saamhorigheid; met je afzetten tegen bepaalde groepen bereik je niets’.
  3. Vergeet niet dat het internationale beleid van Nederland wereldwijd een getuigenis achterlaat in de landen van herkomst van christenmigranten, zoals het koloniale verleden en oorlogen
  4. en handelspraktijken in het heden. Let heel goed op met wie je wel of niet wenst samen te werken, en wat het effect van ons beleid is op christelijke gemeenschappen wereldwijd.
  5. Vergeet je christelijke identiteit niet, ga er zorgzaam en authentiek mee om, laat zien waar je voor staat (bijvoorbeeld ook als het gaat om medisch-ethische vraagstukken). De ChristenUnie moet een unie van christenen voor heel Nederland zijn. Besef dat Nederland wellicht een land met een christelijke identiteit is, maar het christendom zeker niet exclusief Nederlands is. Racisme en discriminatie mogen daarom niet getolereerd worden.
  6. Tot slot vraagt men om erkenning van de rol die christenmigranten kunnen spelen als steunpilaren en bondgenoten in het behoud van deze christelijke identiteit van Nederland: ‘Let goed op de christenen die je rugdekking geven en distantieer jezelf van bepaalde uitspraken. Wij kijken op naar de ChristenUnie, broeders en zusters die macht hebben. Nederland is historisch gezien een unie, een vereniging van provincies. Nu is de uitdaging om migranten in die vereniging mee op te nemen, zodat we aan vrede werken’. Uit allerlei onderzoek blijkt dat de internationale kerken in Nederland een belangrijke maatschappelijke bijdrage leveren. Dergelijk onderzoek (vaak geïnitieerd door de overheid) stimuleert kerken om zich erkend te voelen als waardevolle partner in de samenleving, en prikkelt hen om met zelfvertrouwen naar buiten te treden.

Binnen gemeenschappen zijn kerkelijk leiders belangrijke partners voor de politiek in de inzet voor een gezonde gemeenschap. Door hun invloedrijke positie kunnen zij verantwoord burgerschap bij mensen aanmoedigen en ongewenst gedrag ontmoedigen. Zij kunnen dit soms beter dan de overheid, omdat die wegens gewenste ‘neutraliteit’, ontbrekende kennis van het religieuze en culturele referentiekader, en algemeen wantrouwen jegens de overheid vaak minder makkelijk bij mensen binnenkomt. Kerkelijk leiders daarentegen kunnen vanuit hun religieuze en culturele achtergrond, met behulp van argumenten die betekenisvol zijn voor de mensen waar ze mee werken, en dankzij hun gezagspositie in en vertrouwensrelatie met de gemeenschap, mensen motiveren tot gedragsverandering. De ChristenUnie zou waar mogelijk christelijke migrantengemeenschappen moeten faciliteren in hun kerk-zijn en maatschappelijke inzet. Facilitering betekent ook het zoeken naar lokale oplossingen voor de huisvestingsproblemen waar veel internationale kerken al decennialang mee kampen.

Aanknopingspunten voor politieke participatie
Wat is nodig om de politieke participatie vanuit de christelijke migrantengemeenschappen te vergroten? Uit de interviews komen praktische suggesties voor de ChristenUnie:

  1. Allereerst is bewustwording nodig van het belang om – ook als christen – politiek te participeren. Dat kan door te gaan stemmen, door gesprekspartner van de politiek te zijn, of door zelf actief te worden voor een partij. Hoewel deze taak primair bij de gemeenschappen zelf ligt, hebben persoonlijke ontmoetingen met inspirerende christelijke politici velen de ogen doen openen.
  2. Als men overtuigd is van het belang om te participeren, wordt men geconfronteerd met allerlei keuzemogelijkheden: welke partijen zijn er, waar staan ze voor, hoe werkt het politieke systeem, en hoe kun je daar vanuit het christelijk geloof naar kijken? In verschillende lokale afdelingen van de ChristenUnie wordt al geëxperimenteerd met cursussen om mensen hierin te begeleiden.
  3. Doorontwikkeling van betrokkenheid. Stel dat iemand heeft gekozen voor de ChristenUnie: wat zijn binnen de partij dan de mogelijkheden? Er is grote onbekendheid over het opleidingsaanbod (het Fellowsprogramma, etc.), en de communicatiekanalen van de ChristenUnie bereiken deze gemeenschappen slechts zeer beperkt.
  4. Ondersteuning bij het leren van de ongeschreven regels van het politieke spel. Historisch gezien lijkt Nederland plat qua hiërarchie, maar er zijn allerlei impliciete machtsverschillen en onuitgesproken normen en waarden. Deze onzichtbare spelregels moeten expliciet worden gemaakt.
  5. Op landelijk niveau is het van belang om best practices van verschillende lokale afdelingen uit te wisselen, adequate ondersteuning te bieden aan dergelijke initiatieven, en andere afdelingen te stimuleren om vergelijkbare initiatieven te ontplooien.
  6. Tot slot is er behoefte aan rolmodellen, mensen met een biculturele achtergrond die bij de ChristenUnie actief zijn. Zij kunnen anderen inspireren, laten zien dat politieke participatie bij de ChristenUnie een reële optie is voor christenen met een andere culturele achtergrond, en zo het gevoel van ownership stimuleren. Deze biculturele leden staan overigens vaak onder behoorlijke druk: ze doorbreken verwachtingen van hun gemeenschap of staan onder druk daarvan, en binnen de grotendeels autochtone ChristenUnie moeten ze zich ook nog invechten. Eenzaamheid ligt dan op de loer. Laten we een partij zijn waarin we talenten een kans geven en de ondersteuning bieden die zij nodig hebben, ook als ons dat iets kost!

Openheid en wantrouwen
Uit de interviews blijkt dat men prijs stelt op contact met de ChristenUnie. Er is meestal goodwill en openheid om het gesprek met elkaar aan te gaan. Tegelijkertijd is er ambivalentie en wantrouwen. Men vertrouwt de overheid en politici niet helemaal, en vreest voor een dubbele agenda waarin ze alleen maar gebruikt worden voor het eigenbelang van een politieke partij. Dit wantrouwen is wellicht mede gebaseerd op hun ervaringen in het land van herkomst, maar wordt zeker ook bevestigd door het gedrag van de Nederlandse overheid en politici: ‘Voorgangers hebben bepaalde ideeën over partijen, vooral van christelijke partijen. Als er verkiezingen zijn, komen die partijen ineens langs. Ik ken ook voorgangers die om deze reden bijvoorbeeld PvdA stemmen. Christelijke partijen komen ons opzoeken wanneer er verkiezingen zijn, maar de rest van de tijd horen we niets van ze. Er is een soort wantrouwen’.

Men zoekt naar een gelijkwaardige, wederkerige, eerlijke en betrouwbare relatie met de politiek, waarin beloftes worden nagekomen. Zo’n relatie moet in eerste instantie niet gericht zijn op het belang van de partij, maar op de vraag hoe we een betere wereld creëren met elkaar. Dit vraagt om a) een duidelijke keuze om juist buiten verkiezingstijd te investeren in contacten, b) een open agenda waarin de internationale kerken mede de agenda mogen bepalen en c) een inhoudelijk gesprek waarin er geluisterd wordt naar deze gemeenschappen en ze serieus worden genomen (‘Komen er nog mensen die het met ons niet alleen over nasi goreng en folklore gaan praten, maar ook eens vragen hoe we nou eigenlijk geloven?’).

Gelijkwaardigheid wil niet zeggen dat er geen onderscheid mag worden gemaakt. Gedifferentieerd beleid is nodig, rolmodellen zijn belangrijk, en verschillende doelgroepen kunnen een verschillende aanpak nodig hebben. Die aanpak moet vervolgens mensen wel als gelijkwaardig behandelen. Beschouw mensen niet vanuit hun beperkingen, maar vanuit hun mogelijkheden; zie de potentie in de ander en help die vruchtbaar te maken en tot bloei te laten komen.

De relatie tussen de ChristenUnie en christelijke gemeenschappen met een migratieachtergrond kun je opbouwen door met elkaar in gesprek te zijn, samen te leven in ups and downs, en samen dingen te doen voor de lokale samenleving. Elkaars levensverhalen te vertellen en kwetsbaarheden te delen. In het huidige maatschappelijke klimaat heerst veel verdeeldheid, en het is van belang hier weerstand aan te bieden om te voorkomen dat dit leidt tot verwijdering tussen christenen onderling. Om de dialoog met elkaar vruchtbaar te maken, moet echter wel ruimte zijn voor een open, realistisch gesprek, waarin ook ongemak een plaats mag krijgen.

Onder christenmigranten zijn voldoende ervaringen van hoe politiek beleid mensen kan beschadigen. Zij zullen politici op bepaalde punten een spiegel voor houden die pijnlijk en leerzaam tegelijkertijd is. Laat daar ook ruimte voor: ‘Het is nodig om een eerlijk gesprek met elkaar te voeren. Je kunt wel met westerse normen en waarden naar andere landen gaan, en die landen bekritiseren voor alles wat ze fout doen. Maar wanneer iemand met een niet-westerse achtergrond bijvoorbeeld Sinterklaas gaat bekritiseren, dan wordt dat niet geaccepteerd. Zo kun je niet met elkaar omgaan! Dit is Nederland. Ik ben blij met Nederland. Dit is eigenlijk mijn land. Maar ik wil ook de mogelijkheid hebben om a) te vertellen dat dit mijn land is en b) mijn land op een constructieve manier te kunnen bekritiseren. Maar helaas, ik ben hier nu al 38 jaar, en nog iedere dag moet ik uitleggen waar ik vandaan kom. Ik word er soms zo moe van’.

Tot slot
Autochtone Nederlanders ervaren soms ook gevoelens van verlies. Wereldwijd hebben maatschappelijke veranderingen de afgelopen decennia in zo’n hoog tempo plaatsgevonden dat veel mensen het met moeite bij kunnen houden. In een vertrouwensrelatie is als het goed is ruimte om hierover eerlijk met elkaar te spreken. ‘Ik kan me voorstellen, je woont in een blanke wijk, en ineens komt er een hele groep buitenlanders en die komen daar wonen. Ik kan mij als socioloog voorstellen dat de mensen die daar wonen zich ongemakkelijk voelen. Maar dat ongemak moet bespreekbaar worden. Wat doe je ermee? Hoe ga je er mee om? En kun je er over spreken met elkaar? Dat ontbreekt vaak’. De manier waarop ChristenUnie-leden bouwen aan relaties met hun netwerken in de samenleving, kan bijdragen aan het vertrouwen dat burgers hebben in de politiek en in elkaar. Goede gesprekken over onderwerpen die ons allemaal aan het hart gaan, kunnen helend werken. Dat is moreel leiderschap in actie.


Madelon Grant is als projectonderzoeker betrokken bij het project Wereldwijd van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie. Van 2010 tot 2018 was zij werkzaam als directeur van SKIN-Rotterdam, een koepelorganisatie van en voor internationale kerken en migrantenkerken.