En dan nu: de broederschap

En dan nu: de broederschap

Groen 2019.2 Vergrijzing coverbeeld.png

28 juni 2019 om 12:00 by Jan Smelik (adviseur)

Zorgcoöperaties voor en met ouderen

Een jaar geleden verscheen het rapport De juiste zorg op de juiste plek. Hierin wordt een goede analyse gegeven van de situatie in de zorg. Conclusie: de gezondheid van Nederlanders kan zoveel beter. En: onze zorg is goed, maar moet zoveel beter. De basisgedachte ‘van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag’ wordt inmiddels breed erkend en wordt in het rapport verwoord: ‘We denken te veel in termen van behandeling en zorg. We mogen veel meer denken in termen van gezondheid en welzijn. (...) Beter is daarom het functioneren van mensen en hun omgeving centraal te stellen. Niet alleen medisch, maar ook sociaal.’ Gevolgd door een indrukwekkende opsomming van wat er allemaal moet veranderen. Echter, in het rapport wordt een heel belangrijke ontwikkeling overgeslagen: moderne naoberzorg, die zich organiseert in lokale bewonersinitiatieven. En dat is nu juist wat we nodig hebben in een zorgstelsel dat steeds meer onder druk komt te staan.

Een jaar geleden verscheen het rapport De juiste zorg op de juiste plek. Hierin wordt een goede analyse gegeven van de situatie in de zorg. Conclusie: de gezondheid van Nederlanders kan zoveel beter. En: onze zorg is goed, maar moet zoveel beter. De basisgedachte ‘van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag’ wordt inmiddels breed erkend en wordt in het rapport verwoord: ‘We denken te veel in termen van behandeling en zorg. We mogen veel meer denken in termen van gezondheid en welzijn. (...) Beter is daarom het functioneren van mensen en hun omgeving centraal te stellen. Niet alleen medisch, maar ook sociaal.’ Gevolgd door een indrukwekkende opsomming van wat er allemaal moet veranderen. Echter, in het rapport wordt een heel belangrijke ontwikkeling overgeslagen: moderne naoberzorg, die zich organiseert in lokale bewonersinitiatieven. En dat is nu juist wat we nodig hebben in een zorgstelsel dat steeds meer onder druk komt te staan.

Schaalvergroting
Nederland heeft een rijke traditie in maatschappelijk initiatief, waarmee in het verleden veel sociale problemen zijn opgelost. Maar de tijden zijn veranderd: in de twintigste eeuw heeft de overheid de controle over de (semi-)publieke sector grotendeels overgenomen. Het lokale maatschap- pelijk initiatief is daarbij stukje bij beetje afgebroken. De oude zuilen verdwenen van lieverlee, kerken liepen leeg, woningbouw- en kruisverenigingen werden onpersoonlijke instanties, huisartsen klitten samen in gezondheidscentra, scholen fuseerden tot onherkenbare grote eenheden. De onderlinge waarborgmaatschappij van het Friese dorp Achlum heet nu Achmea en is de grootste verzekeraar van Nederland. De lokale coöperatieve spaarbanken van begin negentiende eeuw zijn nu verenigd in de Rabobank. Het zijn instituten geworden: groot en afstandelijk.

De overheid, met in haar kielzog de maatschappelijke instellingen, richt zich sterk op publieke waarden als gelijkheid, rechtvaardigheid, autonomie en (vooral de laatste tijd) doelmatigheid. De Belgische oud-premier Mark Eyskens betoogde al in 1999 dat de drie waarden van de Franse revolutie in verschillende perioden zouden worden gerealiseerd: de gelijkheid in de 19de eeuw, de vrijheid in de 20ste; de 21ste eeuw zou dan de eeuw van de broederschap moeten worden. Intussen zien we dat de eenzijdig gefocuste overheid geen antwoord meer heeft op de urgente vraagstukken van deze tijd, niet alleen in de zorg.

Noodzaak
De urgentie is hoog. Ons land staat voor een gigantische opgave: tot 2040 verdubbelt het aantal ouderen en het reguliere zorgsysteem is nu al overbelast. Er dreigt een groot tekort aan personeel in de zorg: in de komende jaren zijn 125.000 extra medewerkers nodig. Bovendien moet een steeds kleiner aantal mantelzorgers een steeds groter aantal ouderen ‘bedienen’. Nu al hebben we een half miljoen structureel overbelaste mantelzorgers, met alle gevolgen van dien, waaronder toenemend ziekteverzuim. Oplossingen hiervoor, zoals ondersteuning bij zelfstandig wonen, zorg dichtbij en meer zelfregie met eHealth, worden volop onderzocht en ‘gepilot’, maar nog onvoldoende op schaal waargemaakt. Hoe gaan we voorkomen dat de zorg voor onze ouderen bezwijkt onder deze enorme demografische druk?

Daarnaast voldoet het zorgaanbod ook nu al kwalitatief niet meer. Diverse instanties hebben de laatste tijd gewezen op grote knelpunten in de zorg. Zo zegt de Nationale Ombudsman bijvoorbeeld in zijn rapport Zorgen voor burgers van mei 2018: “Het huidige zorgsysteem is ontworpen vanuit de verwachting dat instanties hierdoor meer vraaggericht, verantwoordelijker en efficiënter werken. Maar drie jaar na de transitie in het zorgdomein, ziet de ombudsman dat van deze ambitie nog te weinig terecht is gekomen. Instanties voeren ieder vanuit hun perspectief eigen regelingen uit en werken binnen hun eigen kaders. Doordat een overzicht van de gehele situatie van de burger ontbreekt, missen de betrokken instanties het gevoel van urgentie om de problemen integraal aan te pakken en op te lossen.”

In Limburg is een wegwijzer gemaakt over hoe gemeenten en bewonersinitiatieven met elkaar om kunnen gaan, met als titel ‘Uw initiatief past niet in ons kader! En wat doen we nu?’ Hierin staan tien punten aan de hand waarvan overheden met inwonersinitiatieven een dialoog kunnen voeren over draagvlak en verantwoording en tien punten over hoe be- wonersinitiatieven betrokkenheid en draag- vlak in de gemeenschap kunnen organiseren.

Voor mensen die hun weg in het complexe zorgstelsel goed weten te vinden zijn de medische mogelijkheden nog steeds vrijwel onbeperkt en is de keuze voor gezondheid vaak vanzelfsprekend. Vooral laaggeletterden en kwetsbare mensen, die deze kennis niet hebben of onvoldoende digivaardig zijn, hebben last van een falend systeem van professionals die langs elkaar heen werken. Het Sociaal Cultureel Planbureau heeft het over ‘gedepriveerden’, en telt er 680.000. Vandaar de terecht toenemende roep om aandacht voor persoonlijke veerkracht, meer inclusiviteit en de noodzaak om verdere tweedeling in de samenleving te voorkomen. En juist dáár springen bewoners voor elkaar in de bres.

Zorgzame gemeenschappen
Laten we hopen dat Eyskens gelijk krijgt en dat broederschap de herontdekte publieke waarde van de eenentwintigste eeuw wordt. Sommigen, zoals de Rotterdamse professor Jan Rotmans, spreken over een omwenteling die qua impact vergelijkbaar is met de Industriële Revolutie. De kern van de oplossing ligt volgens mij in het stimuleren en opnieuw waarderen van zorgzame gemeenschappen. In elk geval is nu al zichtbaar dat lokale bewonersinitiatieven als paddenstoelen uit de grond komen. Inmiddels zijn er in ons land ongeveer achthonderd zorginitiatieven. En jaarlijks komen er zo’n honderd bij. Actieve burgers nemen de regie terug over hun eigen leven en omgeving. Bewoners realiseren een zorghuis voor dementerende ouderen, organiseren vervoers- en klussendiensten, bouwen een ontmoetingsplek en stellen een wijkondersteuner aan die beschik-baar is voor alle vragen van bewoners. De basis is gemeenschapskracht: de positieve energie die vrijkomt als mensen elkaar helpen om hun doelen te bereiken door hun middelen te delen. Zo ontstaat er nieuwe samenhang: de wijk als nieuwe ‘zuil’, het verbindend element in onze maatschappij.

Het mes snijdt hierbij aan twee kanten: naoberzorg levert niet alleen een oplossing voor een falend zorgstelsel, maar geeft ook opnieuw betekenis aan het begrip ‘samenleven’. We zien in de blue zones, waar mensen extreem oud worden, dat mensen tot op zeer hoge leeftijd actief blijven in de maatschappij. Dit bieden bewonersinitiatieven ook. In mijn eigen woonplaats Austerlitz is ongeveer de helft van de zeventigplussers actief als vrijwilliger bij onze zorgcoöperatie. Ze rijden (nog oudere) dorpelingen naar de huisarts, verzorgen de administratie bij mensen die dat zelf niet meer kunnen en zijn ‘maatje’ voor mensen die eenzaam dreigen te worden.

De term Blue Zones is bedacht door de Amerikaan Dan Buettner. Hij bedoelt hiermee gebieden waar mensen in goede gezondheid bovengemiddeld oud worden. In verschil- lende delen van de wereld, zoals Griekenland, Sardinië, Okinawa en Costa Rica, onderzocht hij de leefgewoonten van ‘supersenioren’. Zijn conclusie is dat gezond oud worden alles te maken met dagelijkse gewoonten: veel groen- te eten, wandelen in de natuur, tuinieren, een praatje maken, een dutje doen en een glaasje wijn drinken, plus het elke dag opstaan met een doel: een zinvolle bijdrage leveren aan je omgeving. Dit wordt in Japan aangeduid met het woord ikigai. Volgens Buettner levert ikigai zeven extra levensjaren op.

Usual suspects?
Bewonersinitiatieven beginnen bijna allemaal bij enkele individuen die in hun eigen leefomgeving aan de slag gaan. Hun motieven worden door andere bewoners snel als legitiem gezien en ze hebben vaak grote netwerken, waardoor een initiatief snel kan bloeien en groeien. Op basis van één geslaagd voorbeeld kan olievlekwerking ontstaan. Sommige critici doen voorkomen alsof initiatiefnemers allemaal hoogopgeleide blanke inwoners zijn die het met dit soort initiatieven voor hun eigen ‘soort’ goed voor elkaar hebben. Dat bestrijd ik; de ervaringen zijn anders. Ten eerste zijn de bestuurders, de mensen die met de professionals om tafel zitten weliswaar vaak hoogopgeleid, maar ze zetten zich in voor alle inwoners. Ten tweede zijn dit soort initiatieven beslist niet beperkt tot rijke wijken. Ook in de grote steden zijn zorginitiatieven talrijk.

In Rotterdam-West werkt Zorgvrijstaat aan zorgzame buurten. In een gebied met ruim 40.000 bewoners – met een grote diversiteit aan opleidingsniveau, inkomen, culturele achtergrond en gezondheidsvragen – ontwikkelen ze activiteiten en maken ze netwerken sterker. Ze organiseren voorzieningen en hulpmiddelen. Ze verbinden en versterken wat al gebeurt en waar nodig lopen ze de gaten dicht die de gemeente laat vallen of starten ze nieuwe initiatieven op. Van aanschuifmaaltijden tot wijkpsychiatrie en van de aanpak van armoede en schulden tot een Wmo-klussendienst. Ja, de initiatiefnemers zijn wit en hoogopgeleid. So what?

Het gaat niet vanzelf
De impact van deze nieuwe sociale ordening waarin burgers initiatieven nemen wordt met de dag zichtbaarder. Veel maatschappelijke uitdagingen kunnen op zijn minst ten dele worden aangepakt door burgers zelf, dat bewijzen de koplopers, zoals Austerlitz Zorgt en Zorgcoöperatie Hoog- eloon. Maar het gaat niet vanzelf. Vaak blijkt dat de dynamiek van burgerinitiatieven niet past bij de verticale beleidskokers van onze instituties.

Deze beweging van zorgcoöperaties kan alleen tot wasdom komen als we de barrières gezamenlijk doorbreken. Er is disruptie nodig en een beetje snel ook. Dit vraagt om een fundamentele paradigmaverschuiving van overheden en maatschappelijke instellingen, zeg maar onze systeemwereld: realiseer een nieuw evenwicht tussen de drie fundamentele publieke waarden vrijheid, gelijkheid en broederschap (dit kan overigens niet zonder compromissen) en keer terug van de heilloze weg van marktwerking, schaalvergroting en efficiëntie-denken in het publieke domein.

Terug naar het rapport De juiste zorg op de juiste plek. Waar het mis gaat in het rapport is dat het heil volledig van de professionele wereld wordt verwacht. Het woord bewonersinitiatief (of vergelijkbare termen) komt niet in het rapport voor. Dat is een gemiste kans, en nog wel één voor open doel.

Auteur
Jan Smelik is adviseur in de zorg. Hij is oprichter en bestuurslid van Austerlitz Zorgt en algemeen coördinator Nederland Zorgt Voor Elkaar, landelijk netwerk van bewonersinitiatieven in zorg en welzijn.