'Verkiezingen gaan over idealen, maar ook over compromissen'

'Verkiezingen gaan over idealen, maar ook over compromissen'

Heeft de meloen de slokdarm slap gemaakt.jpg

29 juli 2020 om 15:34 by Robert van Putten (onderzoeker), Lambert Pasterkamp (onderzoeker)

Interview met dr. Patrick Overeem

Kabinet Rutte III is zijn laatste jaar in gegaan en langzaamaan maken de partijen zich weer gereed voor een nieuwe verkiezingscampagne. Voor de ChristenUnie een spannende periode. De partij moet terug naar de kiezer, verantwoording afleggen over haar regeringsdeelname en opnieuw vertrouwen vragen. In deze periode zijn soms mooie resultaten geboekt, maar ook pijnlijke maatregelen genomen. Er zijn compromissen gesloten die heel moeilijk vielen in de samenleving en die ook binnen de partij leidden tot grote controverse. Heeft de ChristenUnie goed gehandeld? Hoe zou het beter kunnen? En zijn straks compromissen mogelijk met een partij als Forum voor Democratie? We reflecteren hierop met politiek- theoreticus dr. Patrick Overeem die onderzoek doet naar de ‘ethiek van het compromis’.

Politici die meeregeren moeten vaak compromissen sluiten. Wat doen ze dan eigenlijk, wanneer een compromis gesloten wordt? | “Eerst maar even een misverstand uit de weg ruimen: veel mensen hebben het over ‘compromis’ terwijl ze eigenlijk een eenzijdige ‘concessie’ bedoelen. Een concessie doen is iets toegeven, minder accepteren dan je eigenlijk zou willen. Dat is vaak onmisbaar binnen coalities. Partijen zijn het met elkaar oneens en moeten om tot oplossingen te komen allemaal iets opgeven. Dan doen ze een concessie. Dat is een vast onderdeel van een compromis, maar niet het enige.
Een compromis is een tijdelijk arrangement tussen partijen waarin sprake is van een gedeeltelijk eens-zijn en een gedeeltelijk oneens-zijn. Op twee manieren: de partijen zijn het met elkaar zowel deels eens als deels oneens én elke partij afzonderlijk is het met dat gezamenlijke arrangement tegelijk eens en oneens. Er is in beide opzichten geen volledig eens-zijn en geen volledig oneens-zijn. Het is een mix van beide. Dat maakt compromissen zowel interessant als kwetsbaar.”

Wanneer kunnen we spreken van een goed compromis? | “Echt goede compromissen bestaan niet. Er schort altijd wel wat aan. Zowel politiek als ethisch gezien zijn ze per definitie onvolmaakt. Maar dat maakt ze nog niet moreel onaanvaardbaar. Of een compromis aanvaardbaar is, hangt volgens de meest gangbare visies af van twee zaken: de grenzen van het compromis en de consequenties ervan. Simpel gezegd: is het compromis niet in strijd met belangrijke morele principes en dient het een goede zaak? Deze twee aspecten zijn inderdaad van belang, maar ik zie nog een derde belangrijk aspect dat bepalend is voor de kwaliteit van een compromis. Dat is het proces van compromisvorming.
Een compromis dat met empathie, moed of verstandigheid wordt gesloten is beter dan een compromis dat op goed geluk of vanuit opportunisme en strategische overwegingen wordt gesloten. De politici die compromissen sluiten, moeten daarbij dus belangrijke deugden betrachten. Voor dit deugd-ethische perspectief is tot dusver weinig aandacht.”

Waarom is het proces van compromisvorming eigenlijk belangrijk? Wat maakt het uit, als het gesloten compromis maar in orde is? | “Een compromis is eigenlijk nooit af. Het is altijd een halffabricaat dat steeds wordt doorontwikkeld. Politiek is een continue stroom van compromisvorming. Bovendien zijn compromissen op verschillende dossiers ook onderling weer verbonden. Het zal dus tegen je werken als je ondeugdzaam te werk gaat. Dan gaan er politieke relaties stuk, waardoor je later wellicht minder voor elkaar krijgt, en zal het politieke bedrijf voor jezelf ook minder waardevol worden. De deugden die mensen beoefenen tijdens het proces doen er dus toe. Een minder goed compromis kunnen we vaak béter hebben wanneer de politicus die het compromis sluit bekend staat als een integer persoon dan wanneer hij of zij bekend staat als een politieke rat en een opportunist. Het resultaat van beide is misschien hetzelfde, maar het gebrek aan gewetensvolheid waarmee het compromis gesloten wordt doet toch afbreuk aan de morele kwaliteit ervan.”

Ondertussen lijkt het electoraat politieke compromissen niet te waarderen. Partijen in het midden worden vaak flink voor hun compromissen gestraft. | “Dat vind ik erg kortzichtig van het electoraat. Diederik Samsom opereerde tijdens Rutte II heel mooi. Hij ontpopte zich van onbuigzame activist tot een groot verdediger van het  compromis. Hij heeft ze verdedigd, ook toen het pijn deed. Bij zijn afscheid, nadat hij al was gestraft door zijn partij die hem niet als lijsttrekker had herkozen, hield hij opnieuw een lofrede op het compromis. Samsom had iets belangrijks in de gaten, namelijk dat als de PvdA geen compromissen zou sluiten, er onregeerbaarheid zou ontstaan en misschien wel een extreem kabinet. Ik bewonder deze openheid van Samsom en andere politici over de compromissen die ze sluiten.”

Hoe kijkt u in dit verband terug op de ‘meloen’ van de dividendbelasting waarover partijleider Segers sprak? | “Dat is ook een goed voorbeeld, vrij uniek in de Nederlandse politiek. Het was een krachtig signaal naar de coalitiepartners: dit kunnen we niet te vaak doen. Dan laat je zowel je principes zien als je bereidheid tot bestuurlijke verantwoordelijkheid. Wel heb ik twee kanttekeningen hierbij. Om te beginnen kun je zoiets gemakkelijker zeggen als juniorpartner in een coalitie, want dan snappen kiezers heel goed dat je vaker moet inleveren. En daarnaast vond ik de afschaffing van de dividendbelasting nou niet zo’n aangelegen punt om te zeggen ‘dat is voor ons de meloen’. Ik denk dat de partij rond het kinderpardon veel meer pijn heeft geleden. Dus als de dividendbelasting al een meloen is, wat was dat dan wel niet? Je moet daarom ook oppassen met dergelijke retoriek.”

Kande christelijk ethiek ons helpen bij het maken van goede compromissen? | “Ja, in potentie wel. Maar tot nu toe is het ethische denken hierover, hetgeen ik gevonden heb althans, nog vrij schraal. Veel literatuur is protestants en dan vooral ook deontologisch: het gaat veel over morele grenzen, over de vraag welke compromissen niet zijn toegestaan. Er wordt weinig gezegd wat goede compromisvorming dan wél is. De christelijke ethiek is wat dit betreft nogal wettisch. De koppeling tussen compromisvorming en deugdethiek is nog nooit gemaakt, zelfs niet in de katholieke traditie.
Een christelijke ethiek van het compromis zou je uiteindelijk een heel diepe theologische basis kunnen geven. Het compromis kun je benaderen als een vorm van navolging. Christus’ leven op aarde, Zijn komen op aarde zelfs al, heeft een compromiskarakter. Hij heeft heel veel concessies moeten doen, de ultieme concessie zelfs, om de vrede te herstellen. Christenpolitici mogen Hem daarin navolgen. Zo heeft volgens mij nog nooit iemand naar compromissen gekeken.”

Hoe komt dat? | “In Nederland zijn de gereformeerde ethici Douma en Velema decennialang enorm invloedrijk geweest. De vrij strenge ideeën van deze twee auteurs over het compromis werden vaak letterlijk geciteerd door politici van RPF, GPV en SGP. Opvallend is daarbij echter dat die politici er vaak nog een schepje bovenop deden. Volgens hen moest een compromis altijd een stap in de goede richting zijn. Dát hadden Douma en Velema echter nooit gezegd. Het was ook inconsequent, want in de praktijk deden deze politici wel degelijk stappen achteruit. Ze wilden ongetwij- feld eerlijk principieel zijn, maar dachten eigenlijk niet goed door over de consequenties van deze redenering. Want met dit principe (‘wij zetten alleen stapjes vooruit’) onttrek je je eigenlijk aan het politieke proces.
In de laatste vijftien jaar zie je dit overigens wel minder. Misschien is de huidige generatie politici realistischer. Hoe dan ook, er is in ieder geval minder ethische bezinning op het thema ‘compromissen’ dan voorheen. Er is, denk ik, een zeker pragmatisme binnengeslopen bij ChristenUnie en SGP. Voorheen zat men altijd in de oppositie, dan kun je dat soort ethische reflectie gemakkelijk geven, liefst ook in kritiek op het CDA. En juist nu zulke reflectie meer nodig is, doet men het minder. Dat is een interessante paradox.”

Hoe leren we vanuit christelijk perspectief beter met de morele ambiguïteit van compromissen om te gaan? | “In de middeleeuwen sprak men over  tweedimensionale mensen. De mens heeft een ‘forum internum’ en een ‘forum externum’. Ieder mens heeft een binnenkant en een buitenkant, een innerlijk leven en een publieke taak of verantwoordelijkheid. Het ‘forum internum’ betreft het leven van de ziel en dus het besef te leven coram Deo, voor Gods aangezicht. In onze tijd is dit besef sterk verschraald en blijft alleen het ‘forum externum’ over. Dan draait alles om de publieke verschijning. Wat je nodig hebt zijn mensen met een dubbelheid, die heel diepgewortelde christelijke overtuigingen hebben en een innerlijk geestelijk leven, en die daarmee in het openbaar treden.
Deze dubbelheid geeft ruimte om onbevangener met compromissen om te gaan. Je weet dan dat je vuile handen moet maken, maar dat je ziel geborgen is. Je kunt dan ook teruggaan naar je diepere overtuigingen en daar iets van laten zien bij de verantwoording van een compromis. Segers deed dat bij de verdediging van het coalitieakkoord bijvoorbeeld. Maar ik zie het Schouten ook weleens doen. Dat is indrukwekkend.”

Hoe doet de ChristenUnie het nu, volgens u? | “Ze hebben echt geleerd van hun eerste  regeerperiode tijdens Balkenende IV. Toen verloor de partij veel kleur en zag je de verleiding om het compromis als het nieuwe standpunt te verdedigen. Nu doen ze het veel beter, wat ook komt door Segers die als politiek leider in de Tweede Kamer is gebleven.”

Ondertussenisde partij ook zoekend. Met welke partijen sluit je geen compromissen? Concreet: de samenwerking met FvD. Velen schrikken hiervoor terug. | “Hier gaat het niet meer om de inhoud van het compromis, maar om de partij met wie je dat doet. Een cruciale vraag die ook in de literatuur veel wordt gesteld, is of je je compromispartner le- gitimeert door met hem een compromis aan te gaan en of een compromis zelfs blijk geeft van wederzijdse erkenning en respect. Volgens mij is dat niet per sé het geval. Het compromis kan een heel zakelijk karakter hebben. Je kunt het grotendeels met elkaar oneens zijn en heel magere compromissen sluiten, die niet gepaard hoeven te gaan met waardering en respect voor elkaar.
Wat volgens mij meespeelt tussen FvD en de CU is de politieke positionering. Velen hebben moeite met Forum omdat het een rechtse partij is en zijzelf links zijn. Natuurlijk zijn er tal van onfrisse elementen aan het optreden van Thierry Baudet. Maar de beschuldiging van fascisme voor zijn hele partij is mij te ver gezocht. Als je uit de EU wilt of niet van het gas af wilt, is dat nog niet gelijk fascistisch. Dit zijn gewoon legitieme standpunten die je mag hebben, hoe dwaas misschien ook en hoe oneens je het er ook mee bent. Politiek links plakt mij hier te gemakkelijk het etiket van ‘fascisme’ op.
Ook is het zinvol onderscheid te maken tussen bestuursniveaus. Zaken die landelijk spelen zijn in een gemeenteraad of in de Provinciale Staten vaak helemaal niet aan de orde. En je kunt in een bestuursakkoord heel stevige afspraken maken, bijvoorbeeld dat de coalitie direct verbroken wordt zodra uitingen van racisme worden gedaan. Ik kon Beekers’ houding eigenlijk wel waarderen, toen hij ervoor pleitte om er met opener vizier naar te kijken. De partijtop kan er niet mee volstaan zijn suggestie af te wijzen zonder uit te leggen waarom landelijke samenwerking met een partij als D66 dan wel kan.”

Tot slot: hoe kan de partij goed omgaan met compromissen in de komende verkiezingscampagne? | “Als je bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt, moet je verantwoording afleggen over gesloten compromissen. Je kunt niet alleen maar zeggen dat iets een coalitiebesluit was, want het was ook jouw coalitie. Segers heeft in een interview gezegd dat tijdens de verkiezingen de idealen uit het verkiezingsprogramma centraal staan, niet de compromissen van de coalitie. Maar dat vind ik te gemakkelijk. Niet alleen de idealen, maar ook de compromissen én de spanning daartussen, zijn de inzet bij de verkiezingen. Je loopt het risico om idealen te gaan verheerlijken en compromissen te verketteren. Beide is niet goed.”